donderdag 30 augustus 2012

Kampvuurtje

De afgelopen drie dagen op een rij, ben ik vroeg in de avond gaan fietsen naar de Staartjeswaard, de uiterwaarden van de Waal, waar strand, wilde bloemen en wilde paarden en koeien zijn. Om afscheid van de zomer te nemen. Om de boten te horen tuffen en dat langzame getuf te vergelijken met het meer dynamische getuf van de vaporetto's op de lagune van Venetië. Om het water in de verschillenden kleuren te zien glinsteren en ook weer te denken aan de lagune van Venetië. O, wat hou ik veel van water en het licht op het water, de stille of snellere bewegingen van het stromen en golven...

Ik ben er dan helemaal alleen, spreid mijn picknickdeken uit bij een krib in de laatste stralen zon. De eerste avond, toen het duister al was ingevallen, ook dat is zo mooi, al die kleuren die langzaam grijzig worden, bedacht ik me ineens, dat ik er wel een klein vuurtje zou kunnen maken.Er lagen vrij veel losgewaaide takken, ik had lucifers bij me, voor het sigaartje en begon een kuiltje te maken. Hé, net niet genoeg kleine takjes of wat stro om het aan te krijgen.

De volgende avond had ik in een plastic tas wat blad en droge takjes meegenomen uit de tuin. De zonsondergang was prachtig en wolkeloos en welgemoed verzamelde ik wat takken bijeen voor het vuurtje. Bleek ik de lucifers vergeten te hebben! O, ja, die had ik de avond ervoor weer uit mijn tas gehaald om in de tuin nog wat lichtjes aan te steken...

Maar gisterenavond was het zover, nadat alle wilde paarden verdwenen waren:  een echt klein kampvuurtje op het strand! Wat apart, dat geluid van het loeien van het vuurtje en het klotsen van het water, iets verder op. Maar ja: de boten tuften voorbij, en de stuurcabines die erbovenuit torenden waren ineens zo hel verlicht: Van die grote kantoren boven op de boot. Ineens bedacht ik me dat het stoken van zo'n vuurtje waarschijnlijk helemaal niet geoorloofd is en dat elke boot die voorbij tufde,  wie weet met alle moderne communicatiemiddelen, de politie al getipt had.

Ik zag het al voor me: dat er in het donker agenten het strandje op zouden stormen, met de brandweer in haar kielzog. Ik heb dat een keertje op de Bisonbaai vanuit de verte zien gebeuren. Surreeel, hoe zo'n vredige baai ineens het podium was van een Arrestatie.  Dus ik gooide maar gauw heel veel zand op het vuurtje: UIT.

woensdag 29 augustus 2012

dOKUMENTA...nogmaals...

Het blijkt heel moeilijk te zijn om iets van het vuur van de dOKUMENTA over te brengen bij iemand die daar niet geweest is. Die ziet een dikke begeidingsgids, een Kunstforum vol foto's en denkt aleen maar : wat véél! Dan weet je dat je nooit alles zult kunnen zien in een weekendje en dan denk je nog eerder: dan kan ik net zo goed helemaal niet gaan. Terwijl ik zoets heb van GA!, nu het nog kan, ik wou dat ik zelf nog weer eventjes er rond kon flaneren...

Wat me er het meeste geraakt heeft, is de dubbele beweging van een confrontatie aangaan met het leed, het geweld, het kwaad in de wereld en tegelijkertijd de beweging van herstel, van aandacht voor het schone.Zo maak je in de Neue Galerie een reis van zusters rond Rome die bij kermismensen leven, naar een intervieuw met een huurmoordenaar uit Guatemaka, die in Kassel is uitgenodigd. En in het midden daarvan, wordt iets van loutering voorgesteld  in de vorm van Angerworshops: omgaan met de agressie in jezelf. En dan is er  muziek uit een Jukebox, waar Susan Hiller haar persoonlijk archief van protest en bevrijdingliederen beschikbaar heeft gesteld. Te beluisteren op 5 plekken verspreid over de hele dOKUMENTA met als motto het Duitse liedje: Die Gedanken sind frei.

De hele dOKEMENTA is een getuigenis van de wil om tegelijk over verwoesting en schoonheid te willen vertellen. Kunst als antwoord op verwoesting en vergeefsheid omdat elke hedendaagse kunstenaar die is uitgenodigd, gewerkt heeft vanuit dit principe. En groei en herstel gebeurt op zoveel gebieden tegelijk: in aandacht voor zaden en grond. Aandacht om anders met tijd om te gaan en anders met geld en met dieren. Aandacht voor de positie van de vrouw, wereldwijd, voor oude oorlogssituaties, zoals Vietnam en  de zich voortslepende situatie in Kabul, aandacht voor de strepen van democratische hoop, in Cairo...

Maar bovenal is daar de concentratie en aandacht van mensen, die als een vlechtwerk alles doorweeft: In The Brain van de dOKUMENTA ligt het paletmesje waarmee Ednel Adnan al 30 jaar haar kleine kleurige schilderijen van een en dezelfde berg mee 'bouwt', als een architecte. Er hangen 6 schilderijen van Morandi die in de tijden van het fascisme niet meer buiten kwam en zich wijdde aan het steeds maar schilderen van een aantal flessen en vazen. Er zijn 4000 jaar oude Baktische Prinsessen, bewerkte kleurige steen waarvan de losse delen, het hoofdje, het kapsel, de kraag, de handjes,  de jurk, zonder lijm op elkaar passen. Ze komen uit een streek in Aghanistan en dan ervaar je de opties van de mens: alleen door zorgvuldigheid en aandacht hebben ze de tijd doorstaan en ook dat is mogelijk gebleken in het nu bedreigde Aghanistan...

Waar vindt je plekken waar je je tesamen met anderen, een beetje tussen openbaar en persoonlijk in, je buigt en je verdiept in de aloude vragen: wie zijn we? wat kunnen we zijn? waar gaat alles naar toe? wat maakt het heelal, je omgeving je zelf, menselijk? ... Deze dOKUMENTA is zo'n plek, nog tot 16/9  2012. Daarna wordt alles definitief herinnering.

dinsdag 28 augustus 2012

Bliksembezoek

Ik was bijna naar het tuincentrum gegaan, om te kijken of er nog iets van kleurige bloeiende bloemen verkrijgbaar zijn; de slakken hebben in de vakantieperiode alles opgevreten. Maar ik besloot me toch weer even in de sfeer van Ventie te begeven en las door in een Donna Leon: inspecteur Brunetti had spijt dat hij zijn zonnebril niet had meegenomen, want het lentelicht was zo prachtig op de Canal Grande. Ging daar de bel?

Ja, het was de bel en toen ik van af mijn ligstoel in de achtertuin dan eindelijk naar voren was, zag ik de rug van J. Was dat J ?! Ja, het was J. , die ik 3 jaar geleden in Londen bezocht had en die nu ergens in Belgie woonde. J. met het kind dat ik nog niet gezien had, alweer meer dan een jaar oud. En toen zat J. weer gewoon in een stoel in de tuin en ze verwisselde een luier op de bank, waar ik me als laatste van herinner dat ik er een foto maakte van haar en haar vriendin, die net uit Canada was geemigreerd, naar Nederland.

En het wil maar niet lukken met het settelen: Nu hadden ze plannen om in Canada te gaan wonen en daarvoor noest J in elke stad waarin ze gewoond had, een bewijs van goed gedrag halen. Daarom was ze kort in mijn stad en was ze op de bonnefooi naar mij toegereden.

Wat is dat toch apart: de banden die mensen met elkaar smeden en hoe dat in het werk gaat. Een paar jaar nauwelijks contact en dan zit je weer bij elkaar alsof er geen tijd tussen heeft gezeten. Ook een vorm van DUUR (zie eerder blogje)

Ze stapte weer haar auto in en zei lachend: nou...tot over een paar jaar! Zo zal het waarschijnlijk zijn en ik ga maar eens naar bloemetjes op zoek, die nog enkele weken willen gaan bloeien.

zondag 26 augustus 2012

Communicerende vaten

'O nee, ik zou niet in het klooster van Megen kunnen leven', zegt zuster B. tegen me, tijdens de wandeling naar de paars bloeiende hei van de Posbank. Het stinkt daar constant! O, ja? vraag ik, hoezo, waarnaar? Maar ik wist het antwoord eigenlijk meteen : naar varkensstront. De dag ervoor had ik in een auto gedwaald. over de landelijke wegen van Brabant en toen hadden we het er ook al over gehad: Brabant staat bekend om de ammoniaklucht, die je overal tegemoet walmt. Teveel varkens, teveel stront.

Nooit bedacht dat dit in Megen het geval zou zijn, want het ligt aan de Maas en bij een rivier verwacht ik dat niet meteen. In de tijd dat ik welleens van Nijmegen naar het Capucijnenklooster van Velp-Grave fietste, gebeurde het me altijd dat nadat ik de brug over de Maas was overgestoken, één bocht verder, het inderdaad naar varkensstront begon te ruiken. Ik ben weer in Brabant, dacht ik dan. Maar bij het klooster rook je niks.

Dat klooster gaat binnekort helemaal veranderen, vertelde zuster B. mij. Er zal geen Capucijn meer wonen. Wat zal broeder J. de mooie tuin mussen, als hij straks in Tilburg woont...en broeder J. gaat in een flatje wonen. Alleen in een flatje...Het stemde me wat verdrietig. Nu is de droom van Capucijnen met leken in een nieuwe gemeenschap helemaal voorbij. De Capucijnen zetten in op een langzaam uitsterven van hun soort. Het klooster gaat defintief ook commerciele paden bewandelen.Wat jammer toch.  Toen ik er een kamer had, leek het even ook dichtbij: een nieuwsoortige club van mensen die het erfgoed een generatie verder zouden kunnen brengen...maar het was een droom.

Ik voor mij, denk er niet meer aan. Zoals het nu is, zo is het voor mij goed. Ik voel me verbonden met het klooster De Bron, draag daar mijn steentje aan bij, voor zover dat mogelijk is. Voor zuster B. is haar visioen, zoals ze dat een paar jaar geleden naar buiten bracht, ook ondertussen geheel verbonden aan de Bron. En er zijn daar nu meer jongeren, en er komt een postulante en er is een diep doorgedrongen besef dat goede communicatie de basis is van een levende communiteit, met concentrische cirkels van betrokken mensen daarom heen.

Laat mij maar een varkentje zijn, dat zich in de modder wentelt, zó dat de stront zich lekker kan mengen met de aarde. Je moet niet teveel van iets willen, de toevoer en afvoer moet in evenwicht zijn, communicerende vaten, anders gaat het stinken.

donderdag 23 augustus 2012

Dans de dOKUMENTA

Het is vreemd, als je weken niet geblogd hebt, terwijl er zoveel blogjes te schrijven waren. Net of ik het nu ontwend ben: dat automatisme van meteen woorden geven aan iets wat je raakt, van iets waar iets van passie inzit, hetzij klein of groter, hetzij van mateloze schoonheid ofwel een onbenullige ergenis. Iets van een soort van passie is het criterium voor mij van een blogje, want zo is immers de titel van het blog : passie bloempjes.

Alle bloempjes van de afgelopen tijd dwarrelen nog als serpentine en confetti door mijn dagen. Ik blader weer eens in de gids van de dOKEMENTA, ik lees al dagen Donna Leon met inspecteur Brunetti in Venetie en de liefdesverklaring die er altijd ergens weer is aan Venetie zelf: dan mijmert  Brunetti op een vaporetto bijvoorbeeld, hoe het toch mogelijk is, dat alhoewel hij een geboren Venetiaan is, hij toch elke keer weer iets moois ziet wat hij nog nooit gezien heeft...

Het valt me  op over de dOKUMENTA, hoe oppervlakkig de artikelen zijn, die hierover verschenen zijn en die ik tevoren erover had uitgeknipt. De ene meent dat het over natuur en een soort romantiek gaat, de andere vindt het een zweem van esoterische zweverij hebben, de andere vindt het allemaal maar erg chaotisch zonder dat er een lijn is te herkennen of pseudo-wetenschappelijk, de andere noemt het juist een politieke dOKUMENTA. Dit lijkt me allemaal een deel van het mechanisme: Wat je zegt, ben je zelf.

Het knappe en inspirerende aan deze dOKEMENTA is, dat het onderzoek doet naar alle velden waarin mensen zich verdiepen en begeven, wanneer ze zich de vraag stellen: wie ben ik? wat kan ik zijn? waar is de mens toe in staat? hoe kunnen we omgaan met het geweld in ons zelf en in de wereld? Het brengt 'Kunst' terug naar de eigen  wortels: mensen doen iets, maken iets als antwoord op hun plek in de wereld. Het gemaakte, de kunst, heeft geen nut, is niet instrumenteel in te zetten, je maakt het omdat je niet anders kan, omdat dít jouw antwoord is en uitnodiging aan de wereld om je heen. Daarin zit ook een verlangen naar schoonheid en heelheid.

Wie het terrein van de dOKUMENTA betreedt, betreedt als het ware een groot krachten- en- energieveld, een dans, zoals in het motto bij de ingang  in het Fridericianum zelf staat. Wie danst oordeelt niet, keurt niet, heeft geen kritiek, maar danst, IS, wervelt. Zoals een Soefi om de eigen as, rondom het eigen hart, om daar vervolgens uit te onstijgen en je groter en ruimer wordt dan je met je verstand kunt bevatten.

woensdag 22 augustus 2012

Epke's tranen

Tussen Kassel en Venetië was ik een paar dagen thuis, maar ik deed alsof ik nog weg was. De was gedaan, die weer gedeeltelijk meeging naar de volgende reis en heel veel buiten geweest, aan de rivier, zandkastelen bouwen. Dat is zo'n bezigheid die goed paste bij mijn DUUR-gevoel (zie vorig blogje): je bouwt intens, je verbeelding neemt je mee naar een gedroomd sprookjesslot en je vind het helemaal niet erg om te weten dat het enige uren later, als je het strandje verlaten hebt, er wellicht al weinig meer te zien is van al je inspanning en intenties.

Wat me van die dagen ook bijstaat is de turnpresatie van Epke Zonderland. Dat men die twee minuten ofzo met spanning, ontzag, verbazing gekeken had: zou het hem lukken?, kan dit ? Alles dat niet zweeft aan een zijden draadje of het gelukken zal, maar geheel afhankelijk is van die jongeman aan de rekstok: wordt dit extatische roem of een gigantische smak naar beneden? Ik bekeek het filmpje dus erna, vanaf zijn site, ongelofelijk die flying dutchman, ik betrapte me op de neiging om te denken dat dit getruukt was. Wat moet het spannend geweest zijn om dit live op de TV te zien.

Nu,  terug van Venetie,  vind ik de mooiste foto in de oude kranten, die van Epke met de tranen die over zijn wangen stromen, omarmd door journalist Umberto Tan. Een man die huilt, mannen die elkaar omarmen, de Nederlandse man is werkelijk veranderd. Epke brak,  door de vraag van Umberto: 'Hoe is je het gelukt om tot deze prestatie te komen?' En Epke antwoordde:  Alleen had ik dit niet gekund... ik weet maar al te goed dat ik afhankelijk ben van zoveel mensen om me heen, om dit te kunnen.' En de emotie kwam.

Dat is toch de mooiste bron van waaruit emotie kan gaan vloeien: weten dat je iets nooit alleen doet, dat je altijd afhankelijk bent van anderen, dat de verbondenheid van mensen met elkaar, je de mogelijkheid geeft om boven jezelf uit te stijgen. Een kort moment maar, zo weer weg, maar wel echt gebeurd en even aanwezig in de werkelijkheid. Zoals dat zandkasteel, die DUUR(t).

maandag 20 augustus 2012

DUUR

Deze vakantie heb ik een nieuw woord ontdekt: DUUR. Niet 'duur' tegenover 'goedkoop', maar duur van dat het duurt, het duurt maar, het blijft, de tijd is verdwenen. Het gebeurde voor het eerst rondom de dOKUMENTA, nog thuis: ik begon te lezen in de begeleidingsgids, keek niet meer op en het was ineens op het einde van de dag. Dat ging door toen ik in Kassel was en in Venetië gebeurde het me weer : DUUR.

Ik wilde even met de vaporetto naar het San Marcoplein, oversteken vanaf het Lido: het was 15 augustus en dan wordt Maria-ten-hemel-opneming gevierd en het leek me de mogelijkheid om gratis de Marco-basiliek in te komen. Dus vroeg in den ochtend vertrok ik, met alleen een waterflesje bij me. Op de lagune hoorde ik de kerkklokken beieren, dus dat zit wel goed, zo dacht ik. Aangekomen bleek het de klokken te zijn van een andere kerk en de basiliek zat nog dicht en er stond een rij van toeristen te wachten.

Dus ik besloot te gaan slenteren, gewoon mijn neus achterna. O! Elke stap die je in Venetie zet is mooi. Zelfs de geur van pis in een smal achtersteegje waar geen zonlicht bij kan, want je slaat af en dan is daar weer iets heel anders: stille wateren, bruggetjes, of ineens het grote water van het Canal Grande . Dus ik liep maar en liep...Zo voelt de binnenkant van mijn eigen brein dacht ik telkens weer: sommige delen zijn bekend en vertrouwd, andere delen volkomen nieuw met onverwachte verbindingen. De sfeer van de verschillende wijken verkleuren mee met je loop: het drukke, mondaine van San Marco, het volkse van San Polo, het wijdse, zilte rustige van Dorseduro, het rommelige wat ontoegankelijke van Cannaregio...

En toen voelde ik aan mijn voeten een beginnende blaar en het was plotsklaps laat in de namiddag. Ik had de hele dag bijna driekwart van Venetie doorlopen. Dat is voor mij: DUUR. Ik vergeet alles, alsof ik er eigenlijk niet ben, mijn eigen bestaan opgeheven is, geheel opgenomen in alles wat er rondom je heen bestaat, alsof je één wordt met wat je ziet.

Ik geloof dat je DUUR alleen maar alleen beleven kan. Want gezelschap brengt zijn of haar eigen tijd mee: 'Wil jij nog lang blijven? ik wacht wel op je bij de uitgang', hoe welwillend ook, het haalt je uit jouw DUUR. Met iemand op pad zijn is ook heerlijk, maar is ánders. Ik ben wel blij dat ik DUUR ontdekt heb.
DUUR lijkt misschien wel wat op 'Het Eeuwige Nu' waar men ook wel over spreekt. Alleen lijkt dat Nu zo leeg, terwijl je in DUUR juist wordt opgenomen en meegezogen in alle indrukken, in al het volle van wat er is.

zondag 12 augustus 2012

Naar Venetië

Ik ben even in mijn Wijkcentrum, omdat ik een deur open moet maken, want morgen wordt er een nieuwe ketel geplaatst en ik ben er dan niet: dan ben ik op weg naar Venetië! Ja, het gaat echt gebeuren, weer opnieuw naar de stad van mijn dromen, zowel letterlijk als figuurlijk. Of eerder: Venetië zit me ergens in het bloed en in mijn brein.

In Kassel las ik in het kader van het project: 100 dagen (Documenta), 100 gedachten, het kleine essay van de kunstenaar Jimmie Durham, die hij heeft uitgesproken op een conferentie in Venetië. Durham, Amerikaan van de meest oorspronkelijke soort: hij is Cherokee Indiaan en heeft zich ingezet in de beweging voor Indiaanse rechten in de USA, houdt zich bezig met de verhouding, of ook wel steeds meer de scheiding die er is ontstaan, tussen natuur en cultuur. Weten we nog wel wie wij zijn, dat wij uit materie bestaan, dat materie niet van wie wij zijn gescheiden kan worden? Cultuur heeft natuur als bouwsteen.

Hij vertelt in dit essay dat hij een professor in de chemie en natuurkunde kent, die geen vis meer kan eten. Want hij heeft gezien dat vis voor het grootste deel van plastic is. Vissen eten het plastic op uit de zeeën en dat is een werkelijk deel geworden van de vis. Elke vis is voor een deel plastic.

Dan vertelt hij over het bijzondere van Venetië: Venetie is de enige stad op de wereld die als bouwstof een eeuwenoud eikenbos onder zich heeft: Het moeras in de lagune is indertijd geheel volgestampd met oude eikenbomen uit de beregen eromheen en op die 'grond' die er onstond is Venetie  gebouwd. De prachtige stad Venetië, die ook door zoveel kunstenhanden en ogen gevormd is, wordt dus gedragen door een bos.

Ik las dat en verlangde om acuut weer Venetië te bezoeken. En dat gaat nu gebeuren. Ik denk dat je ook degene bent door de plaatsen waar je je begeeft. Elke plaats of plek is de concrete materie waarin je jezelf laat zijn. Jij en de materie mengen zich met elkaar, net zoals bij die vis.

O, en er is zoveel wat ik er nog niet gezien heb! Het begraveniseiland St Michelle, andere eilanden in de lagune, het museum met moderne kunst helemaal op de punt aan de overkant van het St Marcoplein, de St Marcobasiliek van binnen... Er gewoon zijn, er rondslenteren van pleintje naar pleintje, door alle kronkelige stegen,in die stad zonder auto's, gebouwd op een bos, genieten van de zee en de zon  met een boekje, waaronder eentje die gaat over vrouwenkloosters in Venetië ... dat soort dingen.

zaterdag 11 augustus 2012

Cadeautje

'Waar is je cadeautje? vraagt zuster C. terwijl ik met mijn mond bij de kraan in het bijkeukentje wat water naar binnen lurk. Huuh?, hé, een cadeautje, had ik een cadeautje mee moeten nemen? Het is vandaag de feestdag van Clara van Assisi en gisterenavond was er de transitusviering: waar haar sterven herdacht wordt. In het christelijke geloof, maar het boeddhisme heeft het ook zo, geloof je dan dat je ziel een overgang, een 'transitus' maakt van het ene soort van leven naar een ander.

- Cadeautje?! dat ik hier ben, dat is het cadeautje, dat is toch wel genoeg?
- Nou, nou, wat een eigenwaan!
- Zo is het toch? Ik ben jouw cadeautje, jij bent mijn cadeautje, we zijn elkaars cadeautje, we zijn aan elkaar gegeven!
Hoor je dat, zegt zuster C. tegen zuster H. die ook het bijkeukentje in komt, jij bent mijn cadeautje! Nou even serieus: jij krijgt zo meteen een cadeautje! Stel je er niet teveel bij voor, het is maar iets kleins, zoals dat past bij de clarissen, een echt clarissencadeautje!

Terwijl ik de afwas deed kwam M. die nu abdis is,  inderdaad met een cadeautje aanzetten. Nou! zei ik, ik dacht dat het een grapje was, maar nu krijg ik echt een cadeautje! Ja ik geef het nu, want morgen bij de koffie vergeet ik het misschien. Aaah... het bleek een notitieboekje te zijn, a, la Moleskine en de kaft is een zelfgemaakte collage van allemaal grappige tekeningetjes van clarissen-nonnetjes:  in de keuken, aan het eten, in de tuin, aan het zingen, aan het schrijven, aan het bidden. Rondom Franciscus heeft deze tekenaar zich ook uitgeleefd, ik heb het Zonnelied met alle scenes daarover als poster tegen mijn slaapkamer deur, aan de buitenkant, hangen. Een beetje Sempé-achtige sfeer.

Ja, ik ben weer terug, en dit feest van Clara en de vraag of ik mee danste gisteren voor de Ubi-Caritas-et-Amor-Deus-Ibi-Est dans, die ik op de mail las, besloot me om me van Kassel los te rukken. Het leven bevat veel cadeautjes en dit Clara-feest had ik nog nooit meegemaakt, want ik ben dan altijd op vakantie. Het was heel mooi en intens, gisterenavond. Vanochtend bij de koffie feliciteerde men elkaar. Ja, jij ook gefeliciteerd, dan met Clara, reageerde ik terug. Elke felicitatie is een kadootje, elke dag is een cadeautje, hoe feestelijk kun je het jezelf nog maken? Want ik denk erover om mezelf de aankomende laatste week van mijn vakantie, nog eens flink te trakteren: een week naar Venetië... dat is best wel een groot cadeautje.

maandag 6 augustus 2012

dOCUMENTA: Onzichtbare omhelzing

Ja, ik ben nog steeds in Kassel, ik ben niet weg te branden, verleng mijn verblijf met telkens 3 of 2 dagen en krijg ondertussen spontaan 50% korting op de camping en doe nu een kort blogje. Ik heb voor de tweede keer de meest onzichtbare bijdrage aan deze dOCUMENTA meegemaakt van Tino Seghal. In de begeleidingsgids wordt hij wel genoemd, maar zijn pagina ontbreekt! Hij wil mensen vooral een ervaring, een herinnering meegeven, een intensiteit van beleven, iets wat ze niet kunnen aanwijzen, filmen, vastleggen.

Welnu, wat gebeurt er? Je schuifelt een pikdonkere ruimte in en je hoort geluiden. Dus je schuifelt maar een beetje voor je uit. Dan, vlakkij je oor begint iemand te neurieen, heel dichtbij je danst iemand anders en dan wordt het gezang en gestampvoet heftiger, er kwam iets meer licht en ik bleek midden in een kring van dansende mensen te staan. Ze zingen ook onder andere Good Vibrations  van de Beach boys. Zo was het de eerste keer.

Nu, de tweede keer, was ik natuurlijk al een beetje voorbereid: ik wist wat er ongeveer ging gebeuren. Maar er gebeurde weer iets heel anders. Ik stond in het donker, een jongeman kwam vlakbij me, met geluiden die sissend, mechanische en dierlijk tegelijk klonken. Ik bleef rustig staan. Toen legde hij zijn hand op mijn schouder. Ik begon een beetje mee te wiegen. Hij legde zijn andere hand op mijn schouder. En wij dansten samen. Toen omhelsde hij me en we bewogen samen op de door vele stemmen gemaakte muziek. Heel bijzonder.

Zo is het hier en voor een tweede of derde of... etc... keer dingen zien en meemaken intensiveert, alsof je een band krijgt met wat je ziet. Elke keer is het weer anders, zie je weer nieuwe dingen. Een lange, onzichtbare omhelzing, zo is deze dOCUMENTA.

donderdag 2 augustus 2012

dOCUMENTA 13 dagen

Ik ben hier helemaal de tijd kwijt geraakt. Elke dag laat ik me meevoeren, zie en ervaar, blijf zolang ik wil, kijk op en de dag is alweer op het einde van de middag of de avond: alles is open tot 20.00 uur. Dan naar de boekhandel die in witte vierkante containers tegenover het Fridericianum is opgesteld, kijk weer op en het is alweer half negen, sluitingstijd. De dOCUMENTA duurt, brengt je in een andere tijd- en ruimte-beleving en dat terwijl tegelijkertijd alles, tot in de details is geplaatst en klopt.

O, ik zou wel 100 blogjes erover kunnen schrijven, maar doe dat niet. Ik typ op een ouder computer in de bieb, met van die grote plastic toetsen en dat mag maar voor 15 minuten. Ik ben hier omdat ook hier kunst te zien is: uit een van de boekenkasten liggen alle boeken op de grond, het is een zooitje, maar alle titels verwijzen weer naar de mogelijkheid om het zooitje te onstijgen.

En zo is deze hele dOCUMENTA: gecentreerd rondom een visioen van hoop, maar met hart en ogen dicht bij het zooitje en alle ongemak: de oorlog die in Kassel was, de Hitlertijd, de oorlog in Aghanistan nu, Vietnam, Cambodgje, ooit... Maar kunst, dat wil zeggen de mensen die deze kunst belichamen, de makers en de kijkers, zij zijn ook altijd bezig met herstel, met er-willen-zijn, met zaaien en leven en elk gebouw, alles en alles vertelt verhalen, resoneert met elkaar rondom deze statussen: On Stage, Under Siege, Hope, Retreat: gematerialiseerd in de plaatsen Kassel, Kabul, Cairo en Banff.

Alles is met alles verbonden, wil deze dOCUMENTA zeggen: de mensen, de dieren, de stenen, de natuur, de dingen. Je kunt het verband verwoesten en onteigenen, maar het ook maken en bekrachtigen en kunst kan zo zijn en die kunsenaars ontmoet je hier. Nieuwe kunstenaars ontdekt: Willem Kentridge, de wandkleden van Hannah Ryggen, de kleine bijna abstracte intieme schilderijen van Etel Adan, het kleurige sensuele en tegelijk provocatieve van de Indiase Nalini Malani en ach, nog zo heel, heel, heel veel meer...

Ondertussen kampeer ik aan de oever van de Fulda en zie elke ochtend de zwaluwen laag over het water vliegen tusse de roze springbalsemien, ik heb al twee keer mijn verblijf verlengd, ik zou nu morgen vertrekken, maar ach wie weet blijf ik, de verhalen en de rondwandelingen kunnen nog zo lang voortduren, met elke keer weer een ander perspectief of gevoel daarbij. Dit is een unieke plek en die duurt hier maar 100 dagen. Daarna wordt alles weer onttakeld en weggewerkt, het zou niet moeten mogen.