maandag 31 januari 2022

Onstuimig. Bomen.

Onstuimig. Wel een mooi woord, gebruikt door de weervoorspellers voor vandaag: het zou onstuimig weer worden, met heftige stormen in het noordwesten van het land en er worden misschien een viertal stormvloedkeringen gesloten, zodat het water niet naar het ‘achterland’ kan gaan, dat is dus, naast alles ter plekke,  ook alles buiten de provincies Noord Holland en Friesland.  Zo’n momentje om weer te weten dat Nederland, de naam zegt het al, gedeeltelijk onder de zeespiegel ligt. De naam van de storm is Corrie, naar de eerste vrouwelijke meteoroloog die in 1964 in dienst kwam bij de KNMI.

Hier op de Veluwe zit ik hoog en droog. Ik kan hier, bij een rampscenario, als op een eiland blijven wonen en 30 kilometer in de natuur blijven fietsen, zoals ik dat gisteren deed in de Hoge Veluwe. Met opzet naar buiten gegaan, door die voorspelling dat het de komende dagen ‘onstuimig’ zal zijn. Zo mooi is het daar en ook werkelijk stil. En dan tegen een zandverstuiving in de zon windstil een halve liter thee drinken met twee stroopwafels en dan kan ik mijn geluk niet op.

Vandaag zal ik binnen de nieuwste van Donna Leon uitlezen: Trace Elements. Heel fijn, dat vaste stramien in haar boeken: Venetië, de slimme altijd goed geklede Elettra, die op haar computer de meest niet toegankelijke info weet op te diepen, secretaresse van hoofdcommissaris Patta, die alleen met eigen imago en carrière bezig is, een domkop maar wel baas van Guido Brunetti, die de erudiete Paola als liefhebbende echtgenoot heeft, professor in de Engelse Letterkunde, die ook lekker kan koken. En dan de maaltijden genuttigd op het terras buiten in de avond, met de koepel van de San Marco basiliek in het uitzicht, met hun dochter die ‘vegan’ is.

In Venetië is het in het boek een verstikkend warme zomer en dat is leuk lezen terwijl wind om het huisje raast en de regen klettert tegen de ramen. Ik heb zulke onverdraaglijk warme dagen wel meegemaakt in Venetië. Doorgaans is mijn motto: 'liever twee keer te warm, dan een keer te koud’, maar toen gold dat niet. De zilte zee was te lauw om erin te zwemmen en voelde plakkerig aan en ik weet nog dat ik toen maar dagelijks ging afkoelen in de airco van een paviljoen in de Guardini, op de Biënnale.

Wanneer was dat? …  Het was het Franse Paviljoen en het ging over bomen: de boom, zo’n meer gelaagd symbool voor mij. Wat leuk om het op YouTube te vinden: het was in 2015, de kunstenaar heette Celéste Boursier-Mougenot, en kijk, daar zie ik het: er waren grote bewegende levende bomen, die hij met wortelstelsel en al, zo verpakt had dat ze over de vloeren zweefden en daarachter zie ik de witte ruimte waar ik in die zomer gewoon maar een boekje las, om af te koelen van de hitte buiten. En om deze weer aan te kunnen, ook in en rondom de tent. 

Leuk dat zo’n zoektochtje als bijvangst zoveel andere beelden en herinneringen aan de Biënnale brengt. Je bént er dan weer even, compleet met de vele sensaties die de zoveel verschillende kunst mij daar brengt… En ik dacht aan het liedje Tall Trees in Georgia door Eva Cassidy, ook te zien op YouTube. Ik vind haar gezicht ineens zo vol melancholie en sterfelijkheid, wat jammer ook, dat ze zo jong gestorven is…Mensen leven zo veel korter dan bomen… denk ik nu te midden van zwiepende bomen, waarvan er in het land nu vast een paar omvallen en waarvan hier vast wel een aantal er al waren, voor mijn geboorte.

zaterdag 29 januari 2022

Goedemorgen met… Daniël Rowland

Ik luister lang niet altijd, sterker nog, bijna nooit helemaal, naar het radioprogramma ‘Goedemorgen Met…’ op Radio 4. Van 10-12u op de zaterdag, presenteert een bekende Nederlander haar muziekkeuze. Dat kan dus zeer wisselend uitvallen niet alleen door de muzikale smaak maar ook door de bekwaamheden van iemand als presentator. Een schrijver, bijvoorbeeld, kan wel geweldig schrijven, maar dan blijkt hij zeer in zichzelf gesloten, hermetisch, zonder veel variatie in zijn stem, iets te vertellen over het volgende muziekfragment, zo erg dat mij dat de lust beneemt om nog verder te luisteren.

Maar vanochtend was er een perfecte aflevering met de violist Daniël Rowland. In zijn inleiding naar het muziekfragment elke keer een anekdote, waar je hoort over allerlei sleutelmomenten in  zijn leven; toen hij het voor het eerst hoorde onder de vleugel van zijn Engelse vader, die zelf componist en pianist was, dat zijn dochtertje bij dit pianoconcert van Mozart, die hij alle dagen luistert, vorige week haar eerste stapjes zette en haar ogen oplichten bij dit gedeelte, hoe hij is opgegroeid in Twente en in de bieb muziek vond, dat hij bij het koken en schoonmaken meestal jazz opzet, van Billie Hollyday en Ella F. Dat hij zijn vrouw, die celliste is, in 2017 in Finland tijdens een muziekfestival heeft ontmoet. Enzovoort. En dan daarna het bijbehorende muziekfragment. Erg de moeite waard en ook terug te beluisteren, wat ik wellicht nog wel een keer ga doen. 

Dan wil je nadat het voorbij is, ook kunnen zien wat voor gestalte er bij zijn persoon hoort en op YouTube vind ik hem met zijn TangoKwintet, die muziek is zijn geheime liefde, waar, toen hij het voor het eerst hoorde, de tranen hem geheel onverwacht over de wangen stroomden. Ik had hem al eerder gezien, bij Podium Witteman, zo blijkt nu, waar hij: ‘Romance del Diablo’ speelde, van Astor Piazzolla. Dat wakkerde  mijn eigen oude liefde voor tangomuziek aan, in mijn huis in de stad heb ik wel 30 cm aan Tango- CD’s, van heel oud tot modern,  dus hier probeerde ik daarvan wat op te zoeken op Spotify. Maar ik kende, tot mijn frustratie , iets te weinig exact de namen van uitvoerenden.

Ook zei hij, in de studio weer tranen in de ogen te krijgen van dat stuk dat hij al honderden keren gehoord heeft, en dat vlakbij het paradijselijke ligt: het Andante uit het pianoconcert 467  van Mozart, nr 21, en ik zag en luisterde het nu terug met Lang Lang: ik blijf het toch speciaal vinden, om dan een Chinees te zien. Zoals ik vroeger de ontdekking van Jesse Norman ook bijzonder vond, ook van haar heb ik meerdere CD’s, een zwarte vrouw die opera zingt, en ik meende ook een warmer timbre te horen, die soul en dat aardse, anders dan de Nieuw Zeelandse Kiri Te Kanawaka, wier CD met Maori Songs, ik wel weer grijs heb gedraaid, het was een cadeautje van vriendin W. die er woont.

Daniël Rowland liet ook iets horen van Jesse Norman: ‘Morgen’ van Richard Strauss, heel mooi. En ik luister nu op Spotify naar ‘Three Curious Loves’ gecomponeerd door de Slavische Isidora Zebeljan, een dierbare en oude muziekvriendin van Daniël Rowlands, die dit stuk speciaal voor hem heeft gecomponeerd, live uitgevoerd door het Stift Festival Orchestra en die vorige jaar veel te vroeg is overleden, zo vertelde hij. Spannend en vol passie, met klankkleuren uit de Balkan. Ach, wat is er toch veel mooie muziek. Dat dit allemaal uit mensen kan voortkomen, is eigenlijk een soort van wonder.

De uitzending: https://www.nporadio4.nl/uitzendingen/een-goedemorgen-met/3d318bd0-b207-43d5-954e-d277615010a5/2022-01-29-een-goedemorgen-metdaniel-rowland

vrijdag 28 januari 2022

Wandelend naar de lente. The Frank Book

Vandaag hangt er voor het eerst lente in de lucht. Tijdens een ochtendwandeling hoorde ik de vogeltjes her en der voorzichtig fluiten. Niet de hele tijd of jubelend, maar voorzichtig. En dan was het weer stil. Ik keek naar mijn voeten en het voelde alsof ik nieuwe schoenen aanhad. Gisteren tijdens de regen, regen, regen, een passend klusje. De oude veters uit mijn bergwandelschoenen peuteren, ze waren al op meerdere plekken gebroken en zaten al met knoopjes aan elkaar en op sommige plekken bij de haakjes aan de schoenen waren ze er zo goed als ingesleten.

Dus de veters eruit, de schoenen gepoetst met bruin schoensmeer en toen alles gedroogd was, nieuwe rode veters erin geregen. Die waren véél korter dan de vorige en vanochtend kan ik ze maar net strikken, met één lusje boven. Maar warempel, het liep als een tierelier en ze gingen onderweg ook niet los, zoals ik wel gewend was met die oude lange veters. Het voelde als nieuw, al zijn ze al 20 jaar oud…

Ik denk ineens aan wat een therapeut ooit zei tegen iemand die ik toen kende: dat hij vastzat aan de relatie, waar hij toen in  zat, zoals je zo lekker kunt lopen op oude schoenen, maar dat het tijd werd om een nieuw paar aan te schaffen. Dit lijkt me nu een dilemma des levens: blijf je bij het oude, pas je het aan, kalefater je het op? Of schaf je het af en sla je eens en voor altijd een nieuwe weg in?

Criterium lijkt me, of er werkelijke vernieuwing mogelijk is. Zoals de lente elk jaar, na een langdurig sterven, toch weer geboren wordt. Zo niet: dan wegwezen, want dan wordt de beweging van het leven sleets en kost het energie… en die bestaat vaak uit pijn, verdriet, moeheid, zuchten, je tanden op elkaar, je verbijten, het negatieve proberen te negeren, alles goed proberen te praten… enzovoort.

In het notenapparaat van een andere graphic novel, vond ik een verwijzing naar The Frank Book door Jim Woodring, ontstaan in 1989, als zijnde een van de grootste inspiratoren voor de desbetreffende. Ik zag de kaft en wist meteen dat ik dit boek moest hebben en zeker toen het tweedehands te koop was, voor een heel schappelijk prijsje. Zoiets beschouw ik als een teken uit het universum, dat dit mijn pad op moest komen. Zo ging het ook met het vinden van mijn Boshuisje.

En op het einde van de ochtendwandeling, haalde ik het op en lees er nu in, buiten, met jas aan in die waterige eind-januari-en-toch-ook-lentezon. Frank houdt het midden tussen een hond en een kat en een muis: een wezen dat leeft te midden van al even abstracte, niet naar de gewone werkelijkheid verwijzende creaturen en woningen. Een droomlandschap? Surrealistisch? Een wereld vol speelgoed? Het zijn maar woorden, terwijl er in het hele boek nauwelijks woorden te vinden zijn.

Frank gaat zijn gang. Letterlijk en figuurlijk. Zij, hij of het raakt van het ene in het andere verzeild, maar behoudt op het einde van elke episode iets van een verwonderend goed en eenvoudig humeur. Laat mij maar een soort van Frank zijn. Dat is ook vast de bedoeling van de tekenaar en de auteur. Al staat de hele wereld op haar kop, er komt toch steevast ook een lente aan. En ik hum: ‘These boots are made for walking...’

woensdag 26 januari 2022

Schapenvachten. Mort Cinder

Ik ben wel een koopjesjager. Dus toen ik bij de ‘Vachtenspecialist’ een schapenvacht zag die €20  goedkoper is dan normaal, heb ik het aangeschaft. Dan hoef ik niet meer het oude schapenvachtje op en neer van bank naar hangmat te verplaatsen. Maar nu was ik gisteren bij de Action, en daar was een lamsvellen-vachtje voor maar €24,95, dat kon ik toch niet laten liggen. En dus zit ik nu riant op de bank, die nu volledig bedekt is met twee spierwitte vachten. 

Een ander koopje was: Mort Cinder, een klassieke graphic novel, begonnen in 1962 als strip in de krant, getekend door de Argentijn Alberto Breccia. Hij tekende ook het stripboek Che, over het leven van Che Guavera, samen met zijn zoon Enrique. Dit boekje was destijds verboden en heeft zich ondergronds verspreid. Dan zie je de kracht van het getekende verhaal: hierdoor kon ook het gewone volk kennis nemen van de politieke en sociale utopieën uit die tijd.

Mort Cinder is evenals Ché van tekst voorzien door Hector Oesterheld. Maar het zijn vooral de tekeningen die zo veelzeggend zijn. Elk plaatje is een kunstwerkje op zich. Op YouTube is te zien hoe Alberto Breccia dat doet: hij tekent ook met een scheermesje, plakt stukjes papier voor dieptewerking en hij is zeer gedetailleerd. Collega’s zeggen dat ze soms helemaal niet exact weten hoe Breccia al die effecten krijgt, in zwart-wit. Hij tekent ook een beetje zichzelf; want ook hij heeft een gerimpeld gezicht met veel groeven.

Mort Cinder is een onsterfelijk figuur, net als Corto Maltese van Hugo Pratt, die overal in de geschiedenis  opduikt en getuige is van oorlogsslagvelden, van de Grieken tot de Eerste Wereldoorlog, de slavernij, de bouw van de toren van Babel. Omdat het zo’n klassieker is, was het een duur boek van ongeveer €38. Dus ik schafte het niet aan. En toen zag ik het ineens voor €13,95! Nou, ja, zonder nadenken meteen gekocht, het was het gevoel dat ik ook weleens met een vliegticket heb gehad, waar je soms meteen je slag moet slaan, want een dag later kan de aanbieding geheel verdwenen zijn. En toen kwam het boek: bleek het in het Pools te zijn… Het boek wordt door meerderen behandeld en uitgebreid in het Engels getoond, dus er valt nog heel wat te ontcijferen. 

Maar ik vind het ook niet erg, want het leidt mijn aandacht des te meer naar de tekeningen. En ik realiseer me weer, toch vaak te snel over de tekeningen te schieten en op tekst gericht te zijn. Vaak blader ik nu in de ondertussen aardige verzameling graphic novels, alleen maar plaatjes kijken. Dat is de ervaring, zoals je in een museum langs schilderijen gaat. Het doet je wat, er is een innerlijk verhaal, zonder tekst, dat dan in gang wordt gezet. Hoera!, de musea zijn vandaag weer open. Misschien fiets ik vandaag nog wel naar het Kröller-Müller Museum, gewoon om dat te vieren. 

zaterdag 22 januari 2022

Tien leuke dingen

1) Vos kwam weer voorbij geslenterd, terwijl ik in de schemer, nog warm van het fietsen, buiten zat.

2) Een grote ooievaar op een nest op een paal in een weiland. Die hoort toch in het zuiden te zijn? Zat wellicht net als ik, even uit te rusten op een vertrouwd plekje?

3) Het boek Alles Komt Goed van Peter van Straaten uit 1983. Ik heb zijn pentekeningen en zijn humoristische mensenkennis altijd al bewonderd.

4) Het prentenboekje Van Meisjes en Jongetjes / Van Jongetjes en Meisjes versjes en tekeningen van Rie Cramer uit 1906. Curieus, je draait het boekje om, voor de beide titels. Maar in beide komen meisjes en jongetjes voor en meisjes zijn er vaak voortvarend en stoer en een jongetje huilt. 

5) Het boek: Herinneringen van Aletta Jacobs uit 1924, maar opnieuw uitgegeven in 1978 door SUN, Socialistische Uitgeverij Nijmegen. Teruggezogen in mijn studententijd, toen er een boekhandel vol SUN-uitgaven was, waar ik regelmatig struinde. 

6) Het boek Franscesco; Het Leven van Franciscus van Assisi van Jean Dulieu (ja, die van Paulus de Boskabouter) : Eindelijk gevonden, de biografie, notabene Nederlands, die in  Franciscaanse kringen geprezen wordt en die ik nog niet gelezen heb.

7) Dat ik bovenstaande boeken te samen met het getekende natuurdagboek van Marjolein Bastin, die heel blij is dat ze drie bosmuisjes in huis heeft, daar kan ik me aan optrekken, en ‘Correcties’ van Jonathan Franzen, vond voor, alles bij elkaar € 9,25.

8) Dat het oude Vietnamese echtpaar waar ik loempia’s eet, dacht dat ik elke week van Nijmegen naar Apeldoorn en weer terug fiets!

9) De lieve Franse film Romuald & Juliette op Netflix uit 1989, toen Black Lives Matter nog niet zo in was, over de president van een grote onderneming die bedrogen wordt door zijn vrouw en in de val gelokt en verraden door zijn collega’s en de schoonmaakster die hem gouden tips geeft en ondersteunt en er al 10 jaar werkt.

10) De nieuwe cd van Janis Ian: The Light at the end of the line, de laatste die ze zal maken, gisteren uitgekomen, er staat een interview met haar in Trouw vandaag. Dat je dat dan meteen kan beluisteren, hoe anders dan vroeger, dat je toen helemaal naar een platenzaak moest gaan en dan nog kijken of het wel kon van je zakgeld. Zo lang ken ik  haar al, nog geen 17, zoals een van haar bekende nummers gaat. Ik heb al haar lp’s en ook een latere cd waar ze live speelt. Het is zo’n vertrouwde stem, die tegelijkertijd met mezelf ouder is geworden. Wat fijn dat ze kritisch is gebleven, maar tegelijkertijd ook nog steeds vol hoop. Het laatste liedje op de cd heet: ‘Better Times Will Come.

vrijdag 21 januari 2022

Wolven in schaapskleding

Het is vast geen toeval dat de van oudsher protestantse krant Trouw, op één pagina bericht over het wegmoffelen van het seksuele misbruik in de Katholieke Kerk en de misstanden en het wangedrag in ‘The Voice of Holland’. Priesters konden 30 jaar lang hun gang gaan, in de Voice is er al  10 jaar lang sprake van grensoverschrijdend seksueel gedrag van middelbare mannen richting jonge vrouwen, John de Mol legt de verantwoordelijkheid daarvoor bij de vrouwen, want er zijn genoeg loketten om je te melden, maar ze doen het niet. Gelukkig reageren vrouwen daarop nu massaal: de vrouwen van zijn eigen bedrijf Talpa en ook drie vrouwen uit de politiek: de minister van justitie en veiligheid spoorde vrouwen aan om aangifte te gaan doen, en de staatssecretaris van Media en de minister van Sociale zaken: er moeten gesprekken komen met de omroep en ook met mediamagnaat John de Mol. De gehoopte vernieuwing in de politiek en zo richting het maatschappelijk veld, komt dus nu gelukkig concreet van vrouwen. 

Zie hier het zeer schrille contrast met de Katholieke Kerk. Uit de aard van de zaak, waar alleen mannen werkelijk aan ‘Het Heilige’ mogen komen is dit instituut achterhaald en kan ik alleen maar hopen dat het snel ten onder zal gaan. Ik zag een webinar ‘Op weg naar een synodale kerk’ speciaal voor de KNR, de Konferentie Nederlandse Religieuzen, er keken 250 mensen, sommigen met een groep. In het klooster, zo stel ik me dat voor, in de tv-kamer. Het heeft mij dagenlang bezig gehouden. 

Ik zag mezelf terug in de tijd: toen ik mij verbonden voelde aan kloosters en je willens en wetens dan denkt dat het toch goed is om in te groeien op één religieuze plek, je dus kiest uit de talrijke opties, ook buiten het christendom, want ‘Het Heilige’ laat zich niet vangen. Dat ik dacht: de kloosters hebben altijd aan de periferie van de katholieke kerk gefunctioneerd, een prima plek. Dus ik herkende de hoop dat met dit in gang gezette ‘Synodaal Proces’ dat er misschien werkelijk wat zou veranderen. Het Synodaal Proces is in gang gezet door de Paus, die oproept dat werkelijk iedereen en van onderaf haar stem laat horen en spoort aan om te luisteren naar elkaar. De bisschop kan dus niet meer met een formeel verhaal verslag doen in Rome van zijn bisdom: uit het nieuwe document moet blijken dat hij naar iedereen geluisterd heeft.

O, wat zou ik graag daarin willen geloven, ik kan mijn eigen heimwee voelen en dat ik ook jaren mezelf in slaap heb gesust met: geduld en vertrouwen, en de kerk is niet  het instituut in Rome, maar is er in het hier-en-nu, op jouw eigen plek. Maar het zijn drogredenaties. In het webinar spreekt er een vrouwelijke hoogleraar Canoniek Recht, die in Rome was, en dit synodale proces bewaakt. Ha!, denk je dan wat goed en fijn, een vroúw op deze post. Om vervolgens te weten: er is een mondiale kerk met een eigen bankwezen en een eigen rechtssysteem: in feite al een gedrocht want wat heeft dit met ‘het Heilige’ te maken, waar geen enkele vrouw dus aan mag komen? Vrouwen kunnen zich niet als geheel organiseren en  kunnen niet aandringen op een verandering van koers.

De Katholieke Kerk laat in het groot en als mondiaal instituut  zien, wat er in alle segmenten van de samenleving ook gebeurd is: waar mannen zich kunnen  wentelen in macht, daar kan de man als roofdier lustig zijn gang gaan. En ze zijn des te succesvoller daarin als ze zich kunnen verhullen in de jas van warmte, een verbindend en inspirerend figuur zijn, verzoenend, vrolijk makend, troostend, begeleidend enzovoort. Ali B en Bill Cosby: twee mensen waaraan je je graag optrekt, ook omdat zij uit een minderheid komen. Toevallig was er gisterenavond ook een documentaire van Louis Theroux : ‘Saville Revisited’ over de tv- en radio-persoonlijkheid Jimmy Saville, die lachend naast de premiers Thatcher en Tony Blair en de Queen staat. Louis Theroux fileert daarin ook zichzelf. Hij maakte ooit al een documentaire over hem, maar zag toen niet wat nu toch zo duidelijk is: dat Saville het grote geheim van seksueel misbruiker te zijn, onzichtbaar kon houden door zijn innemende charme.

En precies dát zag ik in het webinar gebeuren: eventuele sceptische geluiden over dat synodale proces binnen de kerk werden nu al de doofpot ingesust met: heb vertrouwen en…geloof. ‘Kom maar, heb geloof in jezelf, heb geloof in jouw eigen talent, ík heb geloof in jou, ik kan jou verder brengen in dat wat het dierbaarst is voor jou, ik breng je naar je bestemming, daar ben ik voor, hier ben je veilig…en mag ik je nu dan aanraken? En ik stuur je een ‘Dick-pic’ en kijk tegelijk gezellig oude series met mijn vrouw op de bank, ik lok je een studio in en omhels de koningin en help medecoach Anouk toen zij in de eerste lockdown niet weg kon uit Marokko, ik wil je bloot zien in de sacristie en daarna voer ik de heilige eucharistie op en hou ik een mooie overweging, het woord Gods.

Dat je geraakt wordt, in dat wat ook het meest intiem en kwetsbaar is. Hoe het mogelijk is, dat John de Mol denkt dat Rietbergen geen macht had, terwijl hij de bandleider was; het muzikale bed opmaakte, waar al die deelneemsters hun talent in hoopten te wiegen…. Zoals in de Katholieke Kerk, het geloof, je overgave aan Het Heilige en daar vorm aan willen geven, in handen is bij degenen die je dit bij voorbaat ontzeggen … Het is van een wreedheid waarvoor het makkelijker is om je ogen te sluiten, het te ontkennen, zoals een dodelijke ziekte in je lichaam, waarvan je heel lang niks merkt en wat je ook zo wil houden. Ik hoor nu het liedje in me van Rod Stewart: ‘Sailing’. Dat verlangen…

dinsdag 18 januari 2022

Kruispunt. De Morgenster. DIVA

Ik moest de afgelopen week en nu ook nog, een beetje dóórlezen. Dat komt omdat ik boeken bij de bieb had besteld van recente datum en dan zijn het 'sprinters'. Ze komen tegelijk aan, dat heb je niet in de hand, en ze moeten na twee weken terug. 

Ik lees nu Kruispunt / Crossroads  van Jonathan Franzen, een dikke pil van 572 bladzijden, al lang in de Boeken Top10 en een wereldwijd bestseller. Terecht, vind ik tot nu toe: je leest de levens van de familie Hildebrandt in 1971 en de belofte is dat je daarin al weerspiegeld ziet, hoe het in onze huidige tijd is. Ieder staat op een kruispunt: vader, pastoraal werker die niet meer precies weet of hij gelooft wat hij verkondigt, lonkt ernaar om vreemd te gaan met een jonge weduwe in de kerk, zijn vrouw heeft zich altijd aangepast aan hem, maar heeft een traumatisch verleden dat zij verborgen heeft gehouden; gaat ze zichzelf nog ontwikkelen?, puberzoon Perry heeft de marihuana ontdekt en dealt daar ook in, zakt hij nog verder weg in het criminele circuit? Zus Becky is een populaire geliefde cheerleader op school maar ontdekt de hippiecultuur, aanvankelijk overgoten in een christelijk sausje en oudste zoon Clem denkt erover om in Vietnam te gaan vechten. Het leest vlot weg en je voelt er de thema’s in die nu spelen.

Eerder moest ik  De Morgenster lezen, 666 pagina’s, van ook al zo’n schrijver die bij mij bedwelmend werkt omdat hij zo fysiek en in detail, met veel natuur observaties, schrijft: Karl Ove Knausgård. Ook hier volgde ik een aantal personages die allemaal in een klein dorp bij een bos leven. Het is zomer, maar veel te warm, het water in het meer is lauw, nog nooit gebeurd, grote zwermen vogels foerageren en er verschijnt een extreem helder ster aan de hemel, zo vreemd, de ene ziet het als een teken van een naderende ondergang, de andere juist van hoop en krijgt er nieuwe energie en inzichten van. Ook hier, net als in Kruispunt, een predikante Katherine, die worstelt met de gewoontegetrouwe rituelen die structuur bieden en troostend zijn, terwijl ze tegelijkertijd  zich afvraagt of al die  mooie woorden nog ergens naar verwijzen, en er is een man in het bos die er in een klein huisje leeft en voornamelijk leest, natuurlijk een beetje herkenbaar voor mij…

's Avonds zocht ik die oude film op, waarvan ik toevallig zag dat deze op Netflix te zien is: DIVA. Deze blijkt al uit 1981 en maakte in het Filmhuis destijds een gigantische indruk op mij. Nu viel mij meteen op, dat er toen nog geen computers bestonden en dat er eigenlijk vanaf het begin thriller- en misdaad-elementen in zitten, terwijl voor mij de focus lag op die operazangeres, de diva, die zo prachtig een aria zingt, die clandestien wordt opgenomen door een jonge postbode die hartstochtelijk fan is en haar witte jurk steelt uit haar kleedkamer. En er is een jong Chinees meisje, die platen steelt en rolschaatst in een hal-achtige ruimte met hangmatten, waar haar vriend woont die zen-achtig mediteert bij een bewegende zee in glas en puzzelt. 

Misschien dat ik op zoek ging naar deze film omdat daar mijn eigen oorsprongen in zitten, zoals die beide dikke boekenpillen ook het heden mengt met vroegere tijden. Want waar ik eigenlijk op zoek naar was in de film, als afwisseling van dat vele intense lezen, was de wandeling die de postbode maakt, op muziek van Satie, met deze operazangeres in de nacht en de heel vroege ochtendschemering in Parijs…Parijs, de stad waarin ik voor het eerst een hotelkamer betrok met mijn eerste geliefde, die qua voorkomen eigenlijk wel een beetje lijkt op deze postbode, zag ik nu… Die wandeling heeft ook iets van het ontwaken, op de drempel van een nieuwe wereld: naar volwassenheid, het gevoel dat er nog zoveel te ontdekken is, de verwachting en het verlangen dat de droom naar poëzie en harmonie,  werkelijkheid kan worden…

Ik vond het gisteren dus terug in de film en vond het even mooi als vroeger en nu pas kijk ik op YouTube, raar dat ik er nooit aan gedacht heb dat het daar wellicht aanwezig zou kunnen zijn. Maar het is er en heet: Diva - Sentimental Walk. Die stoeltjes in Jardin de Luxembourg… ze brengen mij terug hoe graag ik daar jaar na jaar naar terugkeerde… Parijs de stad van de tedere liefde.

zondag 16 januari 2022

Mist. Maestro. Voice of Holland

Er staan nu beelden op mijn netvlies waarvan ik hoop dat ze beperkt zullen blijven tot in dit jaar: door de mist lopen mensen met bekertjes warmte in de hand, gehaald bij een van de ‘coffee-to- go verstrekpunten. Ze keuvelen en flaneren door een grijs Sonsbeeckpark en het is te koud om op de bankjes te gaan zitten. Bij het Deelerwoud aan de rand staat het vol   geparkeerd met auto’s: er moeten heel wat wandelaars in de mist door het bos schuifelen. Ik weet het bijna zeker; zonder de gedeeltelijke lockdown in deze Coronatijd zouden zij allen zich laven te midden van licht en  drukte, de warmte, de gezelligheid van een café.

Dit weekend fietste ik op de Zaterdag door een dichte mist met gemiddeld drie meter zicht naar Kranenburg voor de boekenclub. Ik fietste de Waalbrug over bij mijn stad en zag deze geheel niet liggen. Alles in nevelen gehuld, ook de rivier eronder zag ik niet stromen. En vandaag terug en nu kon ik iets verder zien, maar de wereld bleef grijs met flarden van stemmen, toen ik zelf wel op een bankje neerzeeg. Kleine stemmige inkijkjes wat mensen beweegt, het klonk geanimeerd, gelukkig.

Dit tv-seizoen kijk ik voor het eerst naar talentenshows: ik viel in de derde aflevering  van Maestro en zag net hiphop-artiest, rapper Sor, 23 jaar, die ook nog kampt met doofheid,  winnen van Simone Kleinsma. Wat een genoegen: een vrouw en een zwarte man in de finale en dus ook aardig wat zwarte mensen, zijn supporters, in de concertzaal, zo duidelijk komend uit een andersoortige cultuur. Het blijkt dat zijn manager hem heeft opgegeven met het doel om klassieke muziek, die op de hoogste sport staat van de muzikale ladder, te verbinden met hiphop, die ongeveer helemaal onderaan staat qua waardering.  En dat je voor het eerst ziet dat een dirigent ergens één is met de muziek die in haar innerlijk woelt en leeft en muzikaliteit zich niet laat vangen in een hokje en dat het dan mogelijk is dat over te dragen naar een orkest.



En dan is er de Voice of Holland. Eerder keek ik weleens en dan ongeveer de laatste acht weken, wanneer er live-shows zijn met de tien finalisten. Dit jaar had ik net besloten om vanaf aflevering 1 te gaan kijken, Sophia Kruithof won twee jaar geleden en haar stem is nog mooier geworden. Ik volg haar op Instagram, van de ene kant nog zo gewoon een tiener, pasgeleden op vakantie in Tenerife en ze heeft haar rijbewijs niet gehaald, maar dan zingt ze haar laatste gecomponeerde liedje ‘Perfume’, waarvan ze dan op Insta weken van tevoren zegt dat ze het ‘rete-spannend’ vindt, omdat het haar meest persoonlijke liedje ever is. En dan komt er een heel andere sfeer uit haar tevoorschijn. In een ander liedje,  ‘Run Away’ zingt ze: I must  start believing,  believing there is magic in me.

Ze is gecoacht door Anouk die al na drie seconden haar stoel draaide en Anouk heeft vandaag op Insta aangekondigd dat ze ermee stopt, na de tweede aflevering. Het hele programma is stopgezet. Want ook daar, na de sportwereld, de filmindustrie enzovoort blijken er mannen rond te lopen waaronder de muzikale bandleider, die ook de man is van Linda de Mol, met seksueel overschrijdend gedrag, ik hoop dat het Sophia niet is overkomen,  en alles is onder het tapijt geveegd en verborgen gehouden voor de medewerkers: Anouk noemt het nu een corrupt zooitje. Wat een menselijk drama op de kleine rechthoekige decimeters van het tv-scherm dat bedoeld is om te amuseren. Zou dit het einde zijn van de grootste talentenjacht-show van Nederland? Zoveel mist en nevel, terwijl  je hoopt op authenticiteit.

vrijdag 14 januari 2022

Hangmat

Niks zo lekker als in een hangmat liggen. Dat zwevende en dat je rug er net goed in bolt en als je wilt liggen je voeten wat omhoog en anders kruip je erin als in foetushouding en wieg je jezelf een beetje, of met je benen opgetrokken en dan een boekje lezen. Ik heb al tientallen jaren een hangmat in mijn tuin in de stad, de eerste teruggenomen van een reis in Sri Lanka, waar deze meer dan een maand tussen twee palmbomen aan zee hing en ik er voornamelijk de sutra’s van Boeddha las, vers gekocht in een van de winkeltjes bij de machtig mooie tempels in Kandy.

Het was er eentje met een netwerk, dus eigenlijk lag je ook in de gaten, maar dat deerde mij niet. Maar toen deze in Nederland op was en ik die verving voor een katoenen, lag dat toch prettiger en behaaglijker. Dat is misschien ook weer zo, omdat het in Nederland kouder is dan in de tropen en stoffen beschutting dan prettiger is dan het open net. Want, o ja, dat kan ook nog: je erin rollen als in een cocon.

Afgelopen zomer aasde ik erop om er misschien ook eentje in mijn bostuintje te hangen. Maar waar en hoe? Er is een grote eikenboom aan de kant en dan zou er een paal kunnen in het gras en dan heel lange touwen. Maar ik wilde geen paal in het gras, dat verstoord ook de rust. Dan bleef een hangmat-standaard over en het voordeel daarvan is, dat je deze ook nog kunt verschuiven, naar gelang de stand van de zon. Maar ik vond het te duur, ik had daar toch geen meer dan 130€ ervoor over, en ach, ik was ook meer dan tevreden met een handdoekje op het gras.

En nu was het winteruitverkoop bij bol.com en bleek dezelfde hangmat-standaard voor de helft van de prijs aangeboden te worden. En ook een hangmat was nu goedkoper. Dus ik sloeg mijn slag: een rood-witgestreepte hangmat en ik stelde me voor dat ik de hangmat ook binnen kon gebruiken en dat de houder zo licht was dat ik deze dan wel even naar de slaapkamer of schuur kon brengen, als ik er weer genoeg  van had. Dus gisteren, na een wandeling door een mistig bos, dat heeft ook wel iets, kwam ik bij de pakkettenkast in de verwachting dat ik het zó mee kon nemen. Maar het pakket bleek héél zwaar, dus ik moest eerst een steekwagentje halen, en weer terug en dan steekwagentje ook weer terug enzovoort.

Ik had gedacht in lichtgewicht tentconstructies: mijn tent waarin ik kan staan, zit ook gewoon in een handzame draagtas. Maar de hangmathouder bleek van staal gemaakt te zijn. Ook wel logisch achteraf dat het niet van licht aluminium gemaakt is, het moet tenslotte wel een mensen-gewicht kunnen dragen… Wat nu? Ik had mijn zinnen er al opgezet om deze binnen uit te proberen, ik kon echt niet wachten tot het lente wordt. 

Dus nu heb ik een hangmat binnen. En het kan dus alleen via de terrasdeuren naar buiten, even opbergen in de schuur is er niet bij. Mezelf kennende zal deze dus binnen blijven staan totdat het weer zo mooi is, dat deze in de tuin kan… Maar het is geweldig! Liggend verdwijnen de caravans om mij heen en zie ik alleen maar bomen. En ik luisterde op de radio naar de 27-jarige cellist Edgar Moreau met Bloch,From Jewish Life II; Supplication van de cd Transmission, op Spotify te beluisteren. Wiegend in de hangmat; hemels! 

woensdag 12 januari 2022

Het camping-gevoel

In de dertig jaar dat ik beheerder was in diverse wijkcentra in de stad, bij elkaar heb ik mij kunnen verdiepen in vier verschillende plekken, elk met een eigen ‘sociale kaart’, was er een terugkerend refrein: ‘Ik ga naar de camping’. Overal waren er bezoekers die door de week veel in het wijkcentrum kwamen en in het weekend naar de camping gingen. Of de vrouw was door de week al op de camping. Of ze kwamen terug van de camping voor de wekelijkse kaartavond of de bingo. Of zijn hobby was vogeltjes kweken en zij zat het liefste op de camping. Enzovoort.

Nu pas zie ik wat dat betekende: een absolute vrijplaats, het gezellig met elkaar en anderen hebben. Want hier kom ik mensen tegen die met weemoed zeggen, dat het nu geen camping meer is, hier, waar het nu ‘recreatie-park’ moet heten. Ze herinneren zich de spontane BBQ’s bij de kantine, dat er mensen uit de omgeving ook hier naar toe kwamen omdat het zo gezellig was. Ooit is het hier begonnen met tenten en caravans kriskras in het bos en dit bos is voor menselijke bewoning klaargemaakt voor Molukkers die na de onafhankelijkheid van Indonesië naar Nederland kwamen. Een soort van vluchtelingenkamp dus, nog  voor de grote wereldwijde migratiestromen van nu…

Achter de caravan naast me, is nu een graafmachine bezig. In de zomer sprak ik nog met deze oude man, die hier zijn gezin heeft zien opgroeien, tezamen met alle buren in zijn straatje en hij zei toen dat hij wilde blijven totdat hij het fysiek niet meer aankon. En nu is hij toch vertrokken… Dezelfde graafmachine was eerder in deze week ook bezig op een plaats achter mijn achterbuurman. Daarvan weet ik, dat er een jong gezin zou komen, die eerst een plek hadden in een ander deel en ook zij kent het hier vanaf toen ze zelf jong was, haar ouders staan verderop. Dat gezinnetje was hier ook, maar of ze ook terugkomen? Kunnen ze investeren in een totaal nieuwe plek, of zijn ze ook afgedropen? 

Ze redden het niet, veel oude bewoners van het bos… Voor mij is het voordelig om een internet en tv-aansluiting te hebben voor 30€ per maand, omdat je de kosten met zovelen deelt, maar wat moet je ermee als je het nooit gehad hebt, er ook geen behoefte aan hebt als je hier bent, maar het wel verplicht wordt? Dan kan het misschien niet meer… zei een vrouw me, met alleen AOW en een klein weduwepensioen. En ja, de plek is hier fantastisch, in het bos op het einde van de wereld, maar de gezelligheid is verdwenen…

‘De mensen met geld nemen het hier over, die hebben het voor het zeggen’. Ook dat is  een terugkerend refrein dat ik 30 jaar lang in de wijkcentra hoorde. En ik zag het in het wijkcentrum ook gebeuren: hoe mensen met de kleinste beurs weggejaagd werden. En hoe doe je dat op een geciviliseerde wijze? Welnu, er was eerst een nultarief, zodat buurtbewoners gratis een zaaltje konden huren voor hun handwerkclub of een carnavalsvereniging had zelfs hun honk in de kelder van het wijkcentrum, veel knutselen en ’s middags een biertje drinken aan de bar. Maar de ‘barfunctie’ in de wijkcentra werd opgeheven, alle barkrukken weg, en de kan koffie tegen een schappelijk prijsje moest ineens per consumptie worden afgerekend, nog wel onder het horeca-niveau, naar allengs kroop het wel die richting op. En mensen moesten maar zaalhuur gaan betalen en anders maar thuis met elkaar gaan breien. Alsof je in een klein arbeidershuisje met zijn achten fijn kan zitten.

Op tv zie je nu de horeca-ondernemer en de winkelier in de winkelstraat vechten voor hun bestaan. Maar al eerder is de leefwijze van hen met weinig geld volledig afgegraven. Ook de plek van mijn boshuisje, was ooit een rommelige plek, omgeven met drie meter hoge dennenbomen, waar een oud echtpaar een caravan had. En vóór hen waren het hier twee tent-plekken. Wég. En ik kwam ervoor in de plaats. ‘Well, something’s lost but something’ gained, in living every day zingt Joni Mitchell in ‘Both Sides Now’. Ja, het leven gaat door, altijd. 

zondag 9 januari 2022

Balletschool Elly Charlotte van Dijk

Het is al enige jaren een traditie geworden om op zondagochtend op de radio te luisteren naar ‘Het Zondagochtend-Concert’, live vanuit Amsterdam, van 10-11u een kleiner ensemble in de Spiegelzaal en daarna een concert in de Grote Zaal. Het is opwekkend om het geroezemoes van het publiek te horen, de sfeer van verwachting en het je voorstellen dat al deze mensen vroeg in de ochtend zijn opgestaan om zich in mooie kleding naar het Concertgebouw te begeven. En natuurlijk sinds Corona, voel je dan ook mee, dat de zaal ineens leeg is, de enkele musici die wel spelen dan voor zichzelf applaudisseren, en de eerste keer na de lockdown dat het weer wel kon voor publiek, was het zó euforisch en jubelend: een moment dat ik echt ervaarde: mensen hebben andere mensen nodig om te delen en schoonheid te vieren: mijn ‘kerkgevoel’, voor op de zondag.

Wanneer de presentator in 10 minuten tijd door de trappen van het gebouw van de Spiegelzaal naar de Grote Zaal loopt, dan zet hij muziek op, die anticipeert op wat komen gaat. En nu gebeurde het bijzondere, iets wat muziek kan en ook geuren: ik was plotseling in dat bijgebouwtje naast de kerk aan de Jacobuslaan in Nijmegen, nu allang afgebroken en plaats gemaakt voor een gezondheidscentrum, waar ik op Zaterdag op balletles zat. Het was op de balletschool Elly Charlotte van Dijk en het moment is, dat ik in de kleedkamer was waar ik mijn zwarte leren balletschoentjes met elastiek aandeed en dan de zaal inging. Dat half-glanzend zeil op de vloer, de bar aan weerszijden, laag licht door de ramen, andere kinderen om je heen.

De ene klas ging naar buiten en de andere naar binnen en ik denk dat zij onderwijl dus elke week dit muziekje opzette: de Sonate voor piano van Haydn in C, nr 40 en ik zie nu dat deze ook Allegro Innocente heet. Wat is er toepasselijker om met deze muziek als balletjuffrouw al die kinderen om je heen, in hun zwarte balletjurkjes met elastieken bandjes en rokje eraan genaaid om je heen te zien huppelen, druk babbelend , alvorens je ze zo meteen tot zwijgen maant en je hun plié's, de 1e, 2e, 3e positie enzovoort aan de bar laat oefenen?

Ik was helemaal niet goed in ballet, té gedisciplineerd, denk ik, dat lichaampje dat exact zó moest doen en zijn als hoorde bij de de passen. Maar ik was er wél dol op. Het hoort tot mijn meest dierbare jeugdherinneringen: de voorstellingen in een afgeladen Schouwburg, vol ouders en familie en daar oefende je dan maanden voor, elke zondag in een gymzaal van een school die zij daarvoor had afgehuurd. Drie keer heb ik meegedaan, een avondvullend programma waar alle leerlingen van haar school aan meededen en in de tussentijd, voordat je zelf opkwam,  liep je in de kleedkamers en je moest met je groep in de trappenhuizen wachten voor opkomst en hoe dichterbij het podium, hoe stiller je moest zijn.

Het eerste jaar waren het kinderliedjes, ‘Tussen Keulen en Parijs’ was het liedje, waarop mijn groepsdans gemaakt was, de tweede keer was ik een viooltje in een bloemenbed en het ging over een fee in een mooie tuin, die alle bloembedden om haar heen tot leven wekte. En het derde jaar was ik landloper in een schilderij, waar een tovenaar alle schilderijen  uit de lijst liet komen. Voor de rest, buiten je eigen dans om, stond je dus stil in de lijst en keek je de donkere zaal in, waarin ik me verbeelde dat ik de bril van Moeder zag oplichten. Landloper zijn, met zo’n stok en een zakje en rondzwerven in de natuur; dat gevoel van vrijheid heeft zich sindsdien in mij genesteld. 

Wat heel bijzonder was die Elly Charlotte van Dijk, gewoon maar in een provinciestad in het land. Maar haar dansschool gaf wel toegang tot de nationale dansopleiding, ik herinner me dat ze enige ster-leerlingen had. Eigenlijk net zoals in de film Billy Elliot. Na jaren ben ik er toen afgegaan, ik werd tiener en ging toen kort op jazzballet bij haar school, maar dat was het ook niet helemaal.  Maar mijn zusje ging ook op klassieke ballet, en toen zat ik in het publiek, een jaar was ze een muisje rondom een grote kaas. De creativiteit van Elly Charlotte van Dijk ging maar door, ze herhaalde zichzelf niet. De schouwburg was niet meer beschikbaar, het verhuisde naar de theaterzaal van het cultureel centrum. Wat leuk, dat deze herinneringen er nu zomaar zijn, door muziek.

zaterdag 8 januari 2022

Over verhalen van Jens Christian Grøndahl

In dit blog vind ik het terug: ik ben fan geworden van de schrijver Jens Christian Grøndahl in 2009 middels het boek Veranderend Licht. Nu zie ik dat dit vooral komt door zijn lucide beschouwende waarnemingen van de ‘ik’ die mijmert en zichzelf zo door het leven draagt. Maar Grøndahl heeft zichzelf vernieuwd, heb ik nu ontdekt in zijn laatste verhalenbundel uit 2021: Dagen Als Gras. De personages mijmeren niet meer over zichzelf en de wereld, ze leven ‘gewoon’ en Grøndahl vertelt wat ze  zoal  meemaken. 

Soms zit je in een helicopterview en krijg je een beeld van het liefdesleven van een actrice van toen zij jong was en nu bedaard en als rijpe wijn, zoals in het verhaal ‘Edith Wenger’. Een ander verhaal heeft de stijl van een detective: een man verdwijnt aan zee en de rechercheur kampt met het gegeven dat zijn  vrouw met zijn kinderen hem plotsklaps heeft verlaten in ‘Ik ben de zee’. De titel van het verhaal onthult tegelijk de poëtische onderlaag, die zonder extra woorden er dan toch in verweven zit. Er is een verhaal van een predikante, in haar eerste baan, waar de mensen in die eerste gemeente haar aansporen om iemand te vinden en zich verwonderen dat zij nog alleenstaand is, ze is immers zo’n leuke vrouw. Maar zij weet dat ze zich niet makkelijk laat gaan, totdat ze een onhandige man ontmoet in haar vakantie in Berlijn, die beeldend kunstenaar is. Maar het word geen happy end: in vijf weken tijd bloeit de liefde en gaat die ook weer en het verhaal heet: ‘Vaarwel’.

En dan is er ‘Villa Ada’: een verhaal dat in Rome speelt, die begint met de zin: ‘Onze zoon was 15 toen hij ons verliet’. En jij, als lezer komt in een huwelijk dat niet meer werkt, waar beide niet het vermogen hebben om patronen te doorbreken, dan verdwijnt de zoon die in een oude villa in Rome zijn nieuwe thuis heeft gemaakt, te samen met illegale vluchtelingen, er komt een media-hype waar men het opneemt voor deze ongedocumenteerden die zouden moeten blijven en als alles voorbij is wonen ineens zijn vrouw en zijn zoon ver van hem vandaan.

De verhalen zijn… als een reportage, je ziet de verstrengeling van de personages met hun functie, wie zij geacht worden te zijn, hun persoonlijke leven en emotie en een  maatschappij die duwt en trekt en eigenlijk heel erg bepaalt wie iemand kan zijn en wie iemand wordt. Het lijkt een verwerking van de ervaring dat je aanvankelijk denkt dat wat je meemaakt en hoe je denkt, dat dit zich afspeelt in het persoonlijke, particuliere domein en dan ineens zie je dat je ook en wellicht vooral een deel bent van een groot krachtenveld om je heen, op alle fronten en in alle lagen.

Tenminste: zo lees ik Grøndahl nu en zie daarin dat dan de tijd van heldere zelfreflecties een fase zijn in een proces naar een groter geheel. Ik herken dat wel enigszins. Vroeger kon ik eindeloos denken over van alles op een enigszins filosofische en beschouwende wijze: Waarom, waarheen, waartoe, wat nu? Tegenwoordig leef ik gewoon en denk niet zoveel meer na. Of misschien doe ik dat wel, maar valt het me niet meer op omdat je meteen jezelf en oude gedachtegangen tegenkomt, je hoeft ze niet meer te verzinnen of te ontwikkelen…

Zo meteen op de fiets om de booster-prik te gaan halen. Áls die verstrekt wordt. Ik ben benieuwd. Want na de bevestiging van de afspraak stond er dat ik een mail kon verwachten met instructies e.d. Maar ik heb niks ontvangen. Zul je zien, dat als ik het nu niet krijg, ik ga klagen dat alles toch maar slecht geregeld is door de overheid en het je wel erg moeilijk wordt gemaakt en dat dit het vertrouwen schaadt. Als alles zo meteen oké is, zal ik geneigd zijn te zeggen dat het weliswaar niet volmaakt geregeld is, maar het toch allemaal wel meevalt en de machinerie wel draait en dat er overal foutjes worden gemaakt. Een voorbeeld zoals in deze nieuwe verhalen van Grønddahl: ik word zomaar, door de omstandigheden om mij heen, verontwaardigd of mild. 

PS: Ik zit in de observatieruimte na de boosterprik met Moderna. Het is erg rustig en ik ben content.

donderdag 6 januari 2022

Wintergasten, en het poppetje ‘vreugde’

Fijn om weer de zon  te zien opkomen tussen de bomen, terwijl er een dun vliesje ijs op het  water stond en het gras zacht knisperende onder mijn voeten. Gisteren een heldere sterrenhemel. En ik draag het beeld  met mij mee, dat ik in de Hoge Veluwe wandelde, van het pad af, en terechtkwam in het gebiedje waarin de zomer, altijd wild te zien is. Nu stond  ik er zelf dus middenin en zag dat er een schuilhutje gebouwd was met een camouflage-net over de dunne spleet waar je een verrekijker  op zou kunnen zetten om alles nog dichterbij te halen. Het meest grappige was dat ik er struinde en dat in de verte een hert mij aan het volgen was. Vlaktevoren zag ik een donkere stip en die draafde ineens weg, was het een wild zwijn!

Een verrekijker, ergens middenin, om beter te kunnen kijken en scherper waar te nemen: Het programma Wintergasten met Janine Abbring had deze rol, de afgelopen dagen. De eerste uitzending was op 27 december en toen elke avond één en ze zijn alle vier nog 10 dagen te zien vanaf de uitzenddatum. Wat alle vier de gasten, respectievelijk wetenschapper Yuval Noah Harari, performance-kunstenaar Marina Abramovic, schrijver Colson Whitehead, en beeldend kunstenaar Grayson Perry gemeen hebben, is dat zij bewust niet in een bubbel willen leven en bereid zijn eigen geblazen zeepbellen zelf te doorprikken. Het leverde echte gesprekken op omdat Janine Abbring met haar goede voorbereiding soms net de juiste vraag stelde door iets uit de achterkamer van iemand op te diepen, zodat de ander ook verrast werd. Het minst lukte dat bij Marina Abramovic, die gewoon zelf graag haar verhaal uit haar jeugd vertelde en zelfs een keer zei: Laat mij uitpraten! Het zij haar vergeven, haar laatste performances bestaan juist in het zoeken van de stille ontmoeting met willekeurig elk ander.

Wat me bij is gebleven in het gesprek met Yuval Noah Harari is het stukje uit de animatiefilm die hij laat zien, waar alle gevoelens in ons, zoals vreugde, angst, verdriet, woede, jaloezie enzovoort als poppetjes om de voorrang strijden en dat wij daar zelf weinig controle over hebben. Het plot is,  dat vreugde denkt de belangrijkste te zijn, als het ware de kern van wat wij ‘vroeger’ dan onze ziel zouden noemen, maar dat is niet zo, meent hij, ze zijn allemaal evenzeer aanwezig. Ik ben het daarmee eens, je moet het allemaal in jezelf gewaar worden, maar ik denk wél dat het mogelijk is, om zelf een poppetje te versterken, te voeden, ruimte te geven en zo zou ‘vreugde’ wel de boventoon kunnen voeren. Yuvals grootste levensfeit dat hem doet zeggen dat een mens zichzelf niet kan kennen is, dat hij zelf pas relatief laat in zijn leven erachter kwam dat hij homoseksueel  is, terwijl dat zo’n belangrijk en wezenlijk gegeven is. Het zegt mij, dat er inderdaad heel veel weerstand kan zijn van al die andere poppetjes in je, om die ene te laten verschijnen: zo complex is het mensen-leven wel…

Grappig was dat zowel Yuval als Grayson Perry over hun langdurig liefdesrelatie zeiden, dat het niet zo is dat er ergens een ideale ‘soulmate’ is, elkaars  perfecte puzzelstukje dat naadloos past: je doet het met iemand die goed genoeg is, en dan is het voor beide vervolgens heel hard blijven werken, elk ogenblik opnieuw, en niks voor lief nemen. De partner van Grayson is psychotherapeute en volmondig zegt ze, dat hij daar veel plezier van heeft. Zij: dat is Claire met wie Abbring praatte, want  al als kind trok Grayson graag vrouwenkleren aan, lang voordat hij het woord ‘travestiet’ kende. Grayson Perry was voor mij een ontdekking; hij maakt grote wandkleden en potten, hij ontwerpt veel van zijn kleurige kleding zelf, maar werkt ook graag samen met beginnende ontwerpers. Er zijn veel filmpjes van hem op YouTube en ik hoop ooit werk in het echt te zien. Ik heb mijn kans gemist, hij was in 2016 in het Bonnefanten Museum en vriendin W. was zelfs, geloof ik, bij de opening, omdat haar zus er conservator is. Ik weet nog dat zij enthousiast foto’s liet zien, dat triggerde toch te weinig, ik ben niet gegaan. Het is dat bruisende brein dat ook zomaar emotie en kwetsbaarheid laat zien in die sprankelende Claire, die mij nieuwsgierig maakte. Claire beleeft de wereld milder dan Grayson als man in een ruitjes-blouse, dan hangt er meer somberheid. Welke poppetjes in je geef je vrij spel? …

En dan Colson Whitehead: wat een sympathieke en warme man, weer zo’n schrijver die mij totaal is ontgaan, terwijl hij ook schrijft over de geschiedenis van de slavernij in Amerika, een ‘hot item’. Hij put ook uit ‘comics’, de voorlopers van de graphic novel , tv-series als de ‘Twilight-zone' en David Bowie is zijn held omdat deze steeds weer zichzelf nieuw uitvindt. Colson benadrukt het wezenlijke belang om verhalen te vertellen, maakt niet uit waar en hoe, en daarin te leven: fictie als bewaarder van zowel onze verlangens en dromen en herinneringen. Ik las van hem ‘The Underground Railway’: zoveel gruwelijke details die slaven hebben meegemaakt: daar zijn mensen toe in staat, gedreven door begeerte, lust, expansiedrift en dat alles als gewoon gesanctioneerd in de toenmalige samenleving. 

Ja, het zijn die poppetjes die overal onverwacht aanwezig kunnen zijn, zoals een wild zwijn en een hert, Wintergasten op de tv en aan huis, zoals er nog altijd een bosmuisje meestal onzichtbaar hier binnen rondscharrelt. Een keertje vloog ze weg van de tafel, broodmager, dat wel, de keuteltjes die ik in de ochtend vind worden ook steeds kleiner. In feite ben ik bezig om haar uit te hongeren... Nou ja, milder gezegd: haar aan te sporen om ergens anders een domicilie te vinden…  Ja, zo besluit ik dit voor poppetje ‘Bosmuis’. En in mezelf wil ik blijven gaan voor het poppetje ‘Vreugde’.

zondag 2 januari 2022

All about love

Het geeft wel een soort van tevredenheid om op één dag, één boek ongeveer van kaft tot kaft te hebben gelezen. Het markeert zo’n dag en geeft het iets unieks. En nu is het boek dat ik vandaag las ook best wel passend bij deze dag: de tweede dag van het nieuwe jaar en een zondag, en het boek was: All about love, new visions van bell hooks. Mooi toch, een boek dat vertelt over de ervaring van liefde die er alleen is als de communicatie wederkerig is, zonder macht, zonder een leider en een volger, in dit nieuwe ronde jaar met wederkerige cijfers: 2022.

bell hooks schroomt niet om liefde die écht is en dus ook altijd transformerend is, ‘spirituele liefde’ te noemen, al vond ze dat hoofdstuk tegelijk het moeilijkst om te schrijven. Het geloof in de liefde die onder  alles zit, die aan ons vooraf gaat, waaruit we kunnen putten, die is divine, goddelijk dus, en door daar telkens naar terug te keren en ernaar te verwijzen, wordt liefde vitaliserend en zal deze altijd energie geven.

Je zou al gauw kunnen zeggen: fijn, dat is weer zweven en heel gratuit, hoe moet dat dan eruit zien en hoe blijkt dit dan? Gewoon maar in een tussenzin zegt ze, dat de meesten van ons in een westerse samenleving, gericht op materie en welvaart, denken dat wanneer we zorg geven aan elkaar en een beetje affectie en aandacht, er dan sprake zou zijn van een liefdevolle relatie. Nou nee, zegt ze, want daarmee is zo’n relatie gewoon ingebed in een maatschappij die denkt in goederen, voor-wat-hoort-wat en de partners hebben dan alleen als criterium: haal ik er genoeg voor mezelf uit, wordt ik er beter van, geeft deze relatie mij aanzien en word ik nu voor vol aangezien? Want dat is wat telt in een maatschappij waar materie en denken in winst en verlies belangrijker is dan echte betrokkenheid en verbinding.

In haar ogen kan er in een relatie, en dan gaat het niet alleen om een romantische relatie, maar om alle interactie tussen mensen,  nooit sprake zijn van een status quo, want dat impliceert een verdeling van de macht. Maar macht sluit liefde uit. Ooit meldde ik in mijn gedachten over liefde: Liefde is geen pakketje dat je van de ene aan de ander geeft en waar je dan gaat wegen of de pakketjes even zwaar en groot zijn, het is geen goederenvervoer. Het was een theologische scriptie dus ik stelde voor om het christelijk gebod om elkaar lief te hebben, te veranderen in: ‘We beheren elkaar’. Je buigt je met elkaar, naar elkaar en zo, over elke zaak die je tegenkomt, die je dan samen beheert en zo al doende ook elkaar beheert. Dus liefde is altijd in beweging en transformeert elk klein eigen ikje: je bent bereid en het gaat eigenlijk vanzelf, om af te zien van eigen gewoontes en zo kom je uit je comfortzone.

Enfin, dat klinkt natuurlijk heel vaag … Het boek van bell hooks is al 20 jaar oud, maar het bracht mij terug naar eigen kerngedachten en het is altijd fijn om een zielsverwant te treffen. Haar analyse zit heel kernachtig ook in dat nieuwe liedje van Adele I Drink Wine: ‘We are in love with the world, but the world just wants to bring us down, by putting ideas in our heads that corrupt our hearts somehow’. In alle gebieden, van werk tot privé, worden we gedegradeerd tot objecten en worden we gemeten of we wel genoeg van nut zijn, winst maken, productie leveren… We zijn zo cynisch geworden dat we denken dat het nou eenmaal zo is en zo hoort. Maar… máár, en toch, en toch…