Fijn om weer de zon te zien opkomen tussen de bomen, terwijl er een dun vliesje ijs op het water stond en het gras zacht knisperende onder mijn voeten. Gisteren een heldere sterrenhemel. En ik draag het beeld met mij mee, dat ik in de Hoge Veluwe wandelde, van het pad af, en terechtkwam in het gebiedje waarin de zomer, altijd wild te zien is. Nu stond ik er zelf dus middenin en zag dat er een schuilhutje gebouwd was met een camouflage-net over de dunne spleet waar je een verrekijker op zou kunnen zetten om alles nog dichterbij te halen. Het meest grappige was dat ik er struinde en dat in de verte een hert mij aan het volgen was. Vlaktevoren zag ik een donkere stip en die draafde ineens weg, was het een wild zwijn!
Een verrekijker, ergens middenin, om beter te kunnen kijken en scherper waar te nemen: Het programma Wintergasten met Janine Abbring had deze rol, de afgelopen dagen. De eerste uitzending was op 27 december en toen elke avond één en ze zijn alle vier nog 10 dagen te zien vanaf de uitzenddatum. Wat alle vier de gasten, respectievelijk wetenschapper Yuval Noah Harari, performance-kunstenaar Marina Abramovic, schrijver Colson Whitehead, en beeldend kunstenaar Grayson Perry gemeen hebben, is dat zij bewust niet in een bubbel willen leven en bereid zijn eigen geblazen zeepbellen zelf te doorprikken. Het leverde echte gesprekken op omdat Janine Abbring met haar goede voorbereiding soms net de juiste vraag stelde door iets uit de achterkamer van iemand op te diepen, zodat de ander ook verrast werd. Het minst lukte dat bij Marina Abramovic, die gewoon zelf graag haar verhaal uit haar jeugd vertelde en zelfs een keer zei: Laat mij uitpraten! Het zij haar vergeven, haar laatste performances bestaan juist in het zoeken van de stille ontmoeting met willekeurig elk ander.
Wat me bij is gebleven in het gesprek met Yuval Noah Harari is het stukje uit de animatiefilm die hij laat zien, waar alle gevoelens in ons, zoals vreugde, angst, verdriet, woede, jaloezie enzovoort als poppetjes om de voorrang strijden en dat wij daar zelf weinig controle over hebben. Het plot is, dat vreugde denkt de belangrijkste te zijn, als het ware de kern van wat wij ‘vroeger’ dan onze ziel zouden noemen, maar dat is niet zo, meent hij, ze zijn allemaal evenzeer aanwezig. Ik ben het daarmee eens, je moet het allemaal in jezelf gewaar worden, maar ik denk wél dat het mogelijk is, om zelf een poppetje te versterken, te voeden, ruimte te geven en zo zou ‘vreugde’ wel de boventoon kunnen voeren. Yuvals grootste levensfeit dat hem doet zeggen dat een mens zichzelf niet kan kennen is, dat hij zelf pas relatief laat in zijn leven erachter kwam dat hij homoseksueel is, terwijl dat zo’n belangrijk en wezenlijk gegeven is. Het zegt mij, dat er inderdaad heel veel weerstand kan zijn van al die andere poppetjes in je, om die ene te laten verschijnen: zo complex is het mensen-leven wel…
Grappig was dat zowel Yuval als Grayson Perry over hun langdurig liefdesrelatie zeiden, dat het niet zo is dat er ergens een ideale ‘soulmate’ is, elkaars perfecte puzzelstukje dat naadloos past: je doet het met iemand die goed genoeg is, en dan is het voor beide vervolgens heel hard blijven werken, elk ogenblik opnieuw, en niks voor lief nemen. De partner van Grayson is psychotherapeute en volmondig zegt ze, dat hij daar veel plezier van heeft. Zij: dat is Claire met wie Abbring praatte, want al als kind trok Grayson graag vrouwenkleren aan, lang voordat hij het woord ‘travestiet’ kende. Grayson Perry was voor mij een ontdekking; hij maakt grote wandkleden en potten, hij ontwerpt veel van zijn kleurige kleding zelf, maar werkt ook graag samen met beginnende ontwerpers. Er zijn veel filmpjes van hem op YouTube en ik hoop ooit werk in het echt te zien. Ik heb mijn kans gemist, hij was in 2016 in het Bonnefanten Museum en vriendin W. was zelfs, geloof ik, bij de opening, omdat haar zus er conservator is. Ik weet nog dat zij enthousiast foto’s liet zien, dat triggerde toch te weinig, ik ben niet gegaan. Het is dat bruisende brein dat ook zomaar emotie en kwetsbaarheid laat zien in die sprankelende Claire, die mij nieuwsgierig maakte. Claire beleeft de wereld milder dan Grayson als man in een ruitjes-blouse, dan hangt er meer somberheid. Welke poppetjes in je geef je vrij spel? …
En dan Colson Whitehead: wat een sympathieke en warme man, weer zo’n schrijver die mij totaal is ontgaan, terwijl hij ook schrijft over de geschiedenis van de slavernij in Amerika, een ‘hot item’. Hij put ook uit ‘comics’, de voorlopers van de graphic novel , tv-series als de ‘Twilight-zone' en David Bowie is zijn held omdat deze steeds weer zichzelf nieuw uitvindt. Colson benadrukt het wezenlijke belang om verhalen te vertellen, maakt niet uit waar en hoe, en daarin te leven: fictie als bewaarder van zowel onze verlangens en dromen en herinneringen. Ik las van hem ‘The Underground Railway’: zoveel gruwelijke details die slaven hebben meegemaakt: daar zijn mensen toe in staat, gedreven door begeerte, lust, expansiedrift en dat alles als gewoon gesanctioneerd in de toenmalige samenleving.
Ja, het zijn die poppetjes die overal onverwacht aanwezig kunnen zijn, zoals een wild zwijn en een hert, Wintergasten op de tv en aan huis, zoals er nog altijd een bosmuisje meestal onzichtbaar hier binnen rondscharrelt. Een keertje vloog ze weg van de tafel, broodmager, dat wel, de keuteltjes die ik in de ochtend vind worden ook steeds kleiner. In feite ben ik bezig om haar uit te hongeren... Nou ja, milder gezegd: haar aan te sporen om ergens anders een domicilie te vinden… Ja, zo besluit ik dit voor poppetje ‘Bosmuis’. En in mezelf wil ik blijven gaan voor het poppetje ‘Vreugde’.