Vanochtend vroeg weer naar La Mequita gegaan. Het werkt een beetje in je brein als die zwart-wit tekening die tegelijkertijd een oude en een jonge vrouw is, afhankelijk hoe je kijkt. Ik zag een kathedraal prominent aanwezig ineens, hoe er aan de zijkanten zijkapellen zijn gebouwd, pilaren weggekapt voor de sacristie in het midden en tussenkapellen. Barok plastiek tegen de fragiele zuilen aangeplakt, gotische bogen erin geplamuurd.
Maar met een ander oog zag ik La Mesquita, Arabisch voor 'daar waar de mensen een buiging maken voor God', de moskee. In de Mihrab, het heiligste der heiligen, de 99 namen van God in byzantijns mozaiek en de schelpvorm, symbool voor leven dat zich ontsluit en onstaat, omringt met bloemen- en rankenmotieven.
Ik ging op een bankje zitten en sloeg mijn Psalmenboekje open. Welke Psalm zou mij toevallen?
Psalm 100:
Juicht de Here gij ganse aarde,
dient de Here met vreugde,
komt voor zijn aangezicht met gejubel.
Erkent dat de Here God is,
Hij heeft ons gemaakt en hem behoren we toe,
zijn volk de schapen die hij weidt.
Ga met een loflied zijn poorten binnen,
zijn voorhoven met lofgezang,
loof Hem, prijs zijn naam,
want de Here is goed,
zijn goedertierendheid is in eeuwigheid,
en zijn trouw tot in verre geslachten.
Ja! Daar kan ik wel mee leven. Deze Psalm is uit te spreken op deze plek, zoals dat ook kan in de oude Joodse Synagoge erachter, waar Psalmflarden in het steen in het hebreeuws gebeiteld zijn. In plaats van De Here kun je met even groot gemak Allah zeggen. De mis begon en ik hoorde zingen, het klonk naar: Todos de nos est Senor: Alles over ons, is de Heer. La Mesquita, dat als een dadelwoud gebouwd is, las ik, zodat de Arabieren zich hun thuisland konden herinneren, zong zich los van christelijke of islamitische betekenissen.
Ik typ dit in de bibliotheek erachter. Als ik naar buiten loop, kijk ik naar het uitzicht van het plaatje van het blogje Lente in Cordoba... Daar ga ik de verdere dag nog van genieten.