vrijdag 19 februari 2010

Verlichting

In onze taal zijn een paar moeilijke woorden. Het zijn tegelijkertijd eigenlijk de allermooiste woorden. Omdat ze zo moeilijk zijn. Ik noem ze: God, Allah, De of Het Eeuwige, Universele Liefde of Mededogen. Ze staan allemaal voor hetzelfde. Voor dat wat we vermoeden, soms ervaren, een horizon waar we naar lopen die telkens weer wijkt.

Over Universele Liefde en Mededogen, daarvan zeggen we dat het wel mooie woorden zijn, maar tegelijkertijd niet geschikt voor alledag. Ze worden verbannen naar de reli-hoek. En uit die hoek komen ze ook. Het zijn de woorden waarom president Obama tóch de Dalai Lama heeft ontvangen, al is China daar fel op tegen. Dus zo onschuldig zijn die woorden, die uit het boeddhisme komen, dus niet. Al lijken ze ze dat wel.

Ze lijken dat, omdat de woorden God en Allah veel beladener zijn. Tenminste: voor de verlichte rationalisten onder ons. Soms wil ik die woorden zelf ook afschaffen. In naam van beide wordt zóveel leed gebracht: van seksueel misbruik in de christelijke kerken, op alle fronten en niveaus en waarschijnlijk in de katholiek kerk, bij verwrongen priesters die zich geen raad weten met hun seksualiteit , het meeste. Maar ook de bijna verbanning van dominee Klaas Hendriks bij de protestanten, valt onder dat, in naam van God, gebrachte leed.

Klaas Hendriks zegt eigenlijk juist iets heel gezonds en levenwekkends: God bestaat niet, God gebeurt. Daar waar mensen goed zijn voor elkaar, elkaar met respect en mededogen bejegenen, open zijn, zich niet verschuilen achter hun eigen muren van eigenbelang en enge, kleine persoonlijke gevoelentjes en ideetjes, dáár gebeurt God.

Dat gebruik van het woord God, dat hebben we juist ten zeerste nodig. het is ook de God die vroeger vanzelfsprekend de filosofie droeg: Al het denken en filosoferen was ingebed in de omhelzing Gods, zou je kunnen zeggen. Maar de filosofie is tegenwoordig ook bang geworden voor het woord God. Dat zie je bijvoorbeeld in het boek van Joke Hermsen Stil de tijd (zie blogje Vlindertijd)

Zij zoekt naar tijd die alles stil legt, die langzaam is, waar men kan verwijlen en wachten. Ze haalt haar inspiratie ook bij Rilke, Simone Weil, de filosoof Peter Sloterdijk. Die verwijzen uiteindelijk wel, ieder op een eigen wijze, naar dat Eeuwige, dat woord God. Maar Hermsen vermijdt het angstvallig. Terwijl je er bijna niet om heen kunt, als je anders met tijd om wilt gaan: dan kom je ook terecht bij kloosters en tempels en meditatie...daar doet men bewuste pogingen om te verstillen...

Enfin. Wie bang is of een hekel heeft aan het woord God, die komt bij nadere reflectie uit bij weerstanden in het eigen zelf. Wie God buiten dit zelf wil houden, en zich verschuilt achter geloofsleer, dogmatiek en de regels van de kerk, die is helemaal ver van Huis, van het echte huis waarin je je geborgen weet bij God. Jezus zei het al: Het Koninkrijk Gods is IN Jezelf. Niet ergens anders. Boeddha spreekt van Verlichting. Ik hoop dat deze verlichting de rationele verlichting van het westen, opnieuw verlicht, dat maakt het leven licht.