Jackson Browne heeft Covid-19, zoals ze het in Amerika noemen, de officiƫle naam van het Corona-virus. Ook hij behoort bij mijn muzikaal-emotionele geheugen. Ik vond hem daarbij ook nog eens aantrekkelijk: sluik half lang haar, een kuiltje in zijn kin, grote puppy-ogen. En nu heeft hij een liedje waarvan ik nu al weet dat dit me voor altijd aan deze Corona-tijd zal doen denken: A Little Soon To Say. Hij klinkt zoals lang geleden op zijn eerste platen: 'For Everyman', 'The Pretender', 'Late for the sky', een melancholische stem, een tekst en melodie die meteen blijft hangen en de groeven bespeelt van lang geleden.
I came for inspiration
I came looking for grace
And found my reflection
In every passing face
(...)
I wanna see you holding out you’re light
I wanna see you light the way
But whether everything will be allright
It’s just a little soon to say.
Gisteren zat ik in de tuin in de zon, terwijl het geluid van motoren maar doorgingen, dat is de A73 met harde zuidwesterwind, begreep ik later en Brit Dekker had het ook gehoord bij haar paarden zei ze die avond bij Op1 en had gedacht: als daar ongelukken uit komen, dan is er weer een IC-bed meer bezet, haar moeder werkt op de IC. Daarmee verwoordde ze wat ik ook de hele tijd onbewust had gedacht.
Een ander beeld met muziek ging ook de hele dag met mij mee. Een man die met het uitzicht op New York achter zijn piano The Rose zingt van Bette Midler. Op Instagram #Songsof comfort. In zwart-wit; alsof je ook kijkt naar iets wat al verleden tijd is. Maar het is het hier-en-nu, midden in de brandhaard van de epidemie nu. En dan is dat dus de kunst: toch te blijven zingen en dan ook nog die hoopgevende tekst van The Rose, een liedje dat ook al sinds mijn puberteit met mij meegaat.
Just remember in the winter
Far beneath the bitter snow
Lies the seed
That with the sun’s love
In the spring
Becomes the rose.