Dit liedje zong ik ineens op het strand, dat doet goed, als je zomaar eerst in het wilde weg aan het neuriĆ«n bent, en dan wordt het eerst een onbekende melodie en dan vormen zich ineens woorden in je hoofd, en blijkt het dit te zijn. Ik wist de meisjesnaam niet meer, dacht aan ‘Elise’. Dat zij Sarah, het hier zingt, die later Sam werd, geeft het nu een extra lading.
En aan deze foto dacht ik, die ik gisteren maakte, zittend op oud beton bij water, tegenover de vrouwengevangenis op Guiddeca. Dat er spiegeling is, en stil water met wellicht een diepe grond, roest en verval…
En dit jongetje maakte helemaal alleen rondjes over het pleintje, in gezelschap van een poes. In een andere uithoek kwam ik een meisje tegen, die de achterpoort naar haar huis opende, ze was even verbaasd dat er een mens in de buurt was, en toen glimlachten we naar elkaar en verdween ze.
En dit is de zee en het strand, zoals ik het net verliet, wellicht was ik er voor het laatst, dit jaar. De zee en het strand zullen blijven, eb en vloed zal komen en gaan.