Ik moet er toch maar een blogje aan wijden, want het blijft nu in mijn hoofd zitten. Ik was naar bovenstaande tentoonstelling. Met de provocerende aanhef: Niet komen kijken! Blijf weg! Thema: de nieuwe preutsheid. Achteraf vraag ik mij af, wat een tentoonstelling met werk van kunstenaars nou eigenlijk toevoegt. Aan die praktijkervaring: dat het jaren geleden heel gewoon was, dat vrouwen met ontblote borsten op het strand lagen, en dus niet op het naaktstrand , en dat er dan een jaar komt dat je om je heen kijkt en bijna niemand het meer doet en je zelf ook geen zin meer hebt om bij een minderheid te horen.
‘Iets’ is er dus veranderd. Noem het nieuwe preutsheid, maar met een ander perspectief is er ook sprake van een andersoortige lichaamsbeleving, waar o.a door social media het lichaam geseksualiseerd is geworden, onderwerp van erotiek met een strikt schoonheidsideaal en de roep om aantrekkelijk te moeten en willen zijn in de ogen van de hele buitenwereld.

Deze thematiek snijdt alleen maar hout, bij de kunstenaars die daadwerkelijk de ervaring hebben gehad, dat hun werk waar bloot in voorkomt geweigerd werd, of afgeplakt door een anoniem iemand, of er een verzoek kwam van de buurt om iets te verwijderen. Dan voel je even het verschil met vroeger: dat verkiezings affiche van de PSP hing ooit gewoon voor de ramen en op verkiezingsborden. Wanneer tepels nu onzichtbaar moeten zijn en het gehavende lijf van een oudere vrouw niet om aan te zien is, ja…dat is hetzelfde als de ervaring op het strand. Het schilderij van de vrouw met het open kruis (afgeleid uit de film Basic Instinct) is gestolen; wellicht geniet iemand ervan, die geen geldelijke middelen had om het aan te schaffen? Kan ook, en dan heeft het helemaal niks te maken met het thema.

Verder leek de tentoonstelling vooral zijn eigen gelijk te willen halen, door juist te gaan bevestigen dat het uitzonderlijk zou zijn om het lichaam tot onderwerp van de kunsten te maken. Hoezo kon je er ‘stoute doosjes’ kopen, wie vindt het stout om een naakt lichaam af te beelden in oude sigarendoosjes? Ik niet, maar de kunstenaar zelf wel, wellicht. Er waren ook kommetjes te koop, afdrukken van borsten, je kon er ook één van jezelf laten maken. De oorsprong is, dat iemand graag een herinnering had van haar geamputeerde borst. Dat is wel een mooie actie, maar nu lagen ze naast sleutelhangers en bij die stoute doosjes. En daarmee daalde het in waarde en werd het associatieveld van ‘een kostbaar en mooi iets, je eigen borsten’, tot een gebruiksvoorwerp.
Er hing meer werk van Els Crum, zoals deze naakte vrouw, die zo overduidelijk haar lichaam aanwezig laat zijn, door een verborgen ander. Het heet Openbaring 3 ‘Gij zijt mooi mijn liefste’ Dan laat je een ander schoonheidsideaal zien dan de zoetige,verhullende plaatjes van vrouwen, die verleidelijk voor de ogen van mannen je aankijken.
Dus: best een krachtig schilderij, maar geheel misplaatst of eerder van een raar randje voorzien, als deze hangt op een tentoonstelling over preutsheid…Van haar zijn ook die ‘stoute doosjes’ en de vrouw met het open kruis. En dit schilderij, dat Juffrouw Ellie heet. Waar je je kunt afvragen of feministische vrouwen zouden gaan protesteren, als het door een man geschilderd was.
Alles blijft dus in the eye of the beholder…En in dat kader vond ik het vaginabord wel verfrissend. En sleutelhangers met korte ‘scheldwoorden’ met letters uit het scrablespel best geinig. Of een kruisbeeld met vrouwenborsten, die je even doen realiseren dat het nooit een vrouw had kunnen zijn die gekruisigd werd, om in kerken een prominente plaats te krijgen, met daaronder al die mannelijke priesters en de rest van de clerus. En de foto’s van de kunstenaar als trotse amazone, zelfbewust met gouddraad bij haar geamputeerde borst, zijn een verademing.

Ik was op deze kleine tentoonstelling verzeild geraakt door vriend T. Zijn ‘crossdressers’ zijn ook levensgroot in de St Stevenskerk opgesteld geweest, waar er vrijwilligers bij waren die het werk zoveel mogelijk hebben willen afschermen van de ‘gewone bezoekers’. Wat vooral iets zegt over de mentaliteit van deze vrijwilligers, maar niks over de reden waarom ze daar hingen. Daar was juist de oproep en de uitdaging, de vraag aan willekeurig wie, om verder te willen kijken. Kijk goed, en je ziet juist de kwetsbaarheid, het verlangen van een mens om gezien te worden.

De organisator van deze tentoonstelling, Jac. Splinter , gebruikte in zijn inleiding bij dit werk het woord ‘gênant’. Waarmee hij laat zien, dat hij er niks van begrepen heeft en hij het vermoeden op zich laadt, dat hij deze tentoonstelling vooral voor zichzelf heeft georganiseerd. Hopelijk om een stap verder te zetten en erachter te komen dat het er niet om gaat om de grenzen van het fatsoenlijke af te tasten, want wie zit daar eigenlijk op te wachten? Mooi zou zijn, als hij een open blik zou kunnen krijgen, dat niks gênant is, als je het zelf kunt verwelkomen.