Deze zomer las ik bijna het complete werk van Haruki Murikami, dat zich kenmerkt door een sterk bewustzijn van een hier-en-nu, dat verweven is met surreële, sprookjesachtige en sci-fi elementen. In de schaduw daarvan ging er echter een totaal ander boek mee, dat ik gisterenmiddag in het laatste nazomerzonnetje in de tuin heb uit gelezen. Het heet Verbrande Schaduwen van Kamila Shamsie (1973), geboren in Pakistan en afwisselend wonend in London en Karachi.
Dit boek omspant de tijd van 1945, na het vallen van de bom op Hiroshima, tot en met een aantal jaren na de twee vliegtuigjes die de Twin Towers doorboorden, en beschrijft drie generaties van twee families. De ene een Engelse familie geworteld in de koloniale tijd van Delhi, de familie Burton en de andere gaat over de familie van een Pakistaanse man, ooit bediende en later huisvriend bij de Burtons en de Japanse Hiroko Tanaka, een jonge vrouw die Hiroshima overleeft met een verbrande en mismaakte rug.
Het is apart om zo'n boek over een tijdspanne van enkele maanden te lezen. Het is alsof de langgerekte tijd van het lezen de leeservaring van een lange periode geschiedenis van meer dan 60 jaar intensiveert. Het boek beschrijft de tragiek van het wederzijds onbegrip dat blijvend is, hoezeer elke generatie zoekt naar intimiteit en elkaar écht verstaan. Cultuurverschillen, maatschappelijke verschillen in rang en stand, temidden van een wereld die geheel en al, drastisch verandert in die 60 jaar: oost-west, de christelijk-Arabische wereld, Karachi-New York, dit alles bepaalt de hoofdpersonages die des ondanks ook allemaal zoeken naar universele warmte en verbondenheid.
Salman Rushdie noemt Kamila Shamsie een schrijfster met grote ambities en talent en ze is in 2000 gekozen in de 'Orange's list of 21 writers for the 21 century' . Ze was genomineerd voor de Orange Prize 2009, een prestigieuze prijs voor vrouwelijke schrijvers van over de hele wereld waarbij de winnares 30.000 pond krijgt uitgereikt.
Verbrande Schaduwen is een boek dat indruk maakt omdat het je bewust maakt dat je je niet kan opsluiten in een enge wereld van land-ras-of-godsdienst-grenzen. Iedereen heeft bij zichzelf een bird-eye-vieuw te ontwikkelen, om niet hopeloos vervreemd te worden van de wereld om je heen, en daarmee dus ook van jezelf. Zowel de wereld binnenin je als de de wereld buiten je, ontvouwen en bevatten een immense ruimte en Haruki Murikami en Kamilie Shamsie berichten daarvan, ieder op een eigen wijze.