vrijdag 22 november 2024

Winterwandeling


Opstaan, rolgordijntje naar boven, zien dat het gesneeuwd heeft en ook alweer aan het dooien is, gauw-gauw mijn dikste winterkleren uit de doos halen, kop koffie naar binnen slurpen, naar buiten.
Hertensporen, de eerste zijn die er loopt, die ploffige wattensneeuw aan stammen en twijgen. 


Sporen en structuren op de grond, dikke en dunne bomen.


Het wordt allengs lichter; ochtendzon door de bomen. Sneeuw begint te druppen en glijdt soms als kleine pakjes naar beneden.


En welk liedje past bij deze stemming, zo’n wandeling waar details en fijnzinnige lijnen te zien zijn en ook weer zó voor je neus verdwijnen? Ik zit weer binnen, het regent nu en het is bewolkt, het witte toverbos is alweer weg.


‘Let your mercy spill…and bind us thight…’

donderdag 21 november 2024

Eerste sneeuw


 Mooi, gisteren, die eerste sneeuw van het jaar en het wisselende kleurenpalet in anderhalf uur tijd.


Hoe er dan stipjes in de sneeuw komen, door de regen en de druppelende kracht van het water versneld weer een uitzicht geeft naar de hemel.


woensdag 20 november 2024

All creatures great and small

 


De engelen van Paul Klee hebben verschillende gezichten en zijn soms wat ambigu, het is allemaal niet zo eenduidig.
Zoals veel van ons menselijke handelen; dan denk je het goede te doen, maar dan komt daar toch niet het perfecte plaatje uit.
Je maakt bijvoorbeeld met veel moeite je kruipruimte helemaal droog, kleine bijdrage aan het klimaat, blijkt het dat er nu ratten onder je vloer leven, die dit een heerlijke warme plek vinden. 
In New York zijn tijdens de corona pandemie veel meer  auto’s verkocht dan gewoonlijk;  elektrische en allemaal met nieuwe leidingen eronder die van soya gemaakt zijn en niet zulke waar petroleum doorheen moet, en nu blijkt de rattenbevolking van naar schatting drie miljoen, op een inwonertal van meer dan acht miljoen, bovengronds te komen in de straten, voor hen is het een nieuwe bron van voedsel.


De zin all creatures great and small schoot mij te binnen. Mensen zijn niet de enige bewoners op de planeet. Kwam deze regel niet uit een gedicht?…Ja, en het is ook op muziek gezet en het wordt ook gezongen in de kerken. Niks mis mee, het is fijn als het woord ‘God’ gebruikt wordt in een context van schoonheid, respect, zachtheid, positiviteit. Dat het verwijst naar een wereld die opbouwend is.


De dichter Mary Oliver plaatste dit gisteren op Insta. Zo wil ik ook wel aan God denken en deze eren. 
Hopen dat we als engelen kunnen zijn, die zacht neerdalen op de aarde. 


dinsdag 19 november 2024

WCNSF. Gebed voor de aarde


 Ik kwam de term gisteren pas voor het eerst tegen op Insta: WCNSF: Wounded Child No Surviving Family. Het wordt gebruikt door de hulpverlening en Artsen Zonder Grenzen in Gaza. Een nieuw categorie ‘mens’, die nog een heel leven voor zich heeft… Zonder een bloedverwant meer om haar heen. Al zoekend blijkt dat deze term helemaal niet nieuw is, maar al sinds vorig jaar November in gebruik is.
Hoe zal het verder gaan met deze kinderen? Wat voor erfenis zullen zij aan de wereld geven, wat voor vruchten zullen ze gaan dragen? Je kunt alleen maar hopen dat zij onderweg toch genoeg liefde zullen ervaren, dat zij zich ergens toch gedragen weten en dat het geen haat en wraaklust en angst zal zal zijn dat hen zal leiden, wanneer zij straks degenen zijn die de wereld mee vorm geven…
Er gebeurde mij, tot mijn eigen verbazing, iets vreemds tijdens de bijeenkomst met de projectgroep. Iemand las een lied voor en daarin werd tot in detail opgesomd wat er allemaal mis is in deze wereld. De hele waslijst vol ellende. Ik kreeg een knoop in mijn maag en bij elke alinea méér,  ik kreeg buikpijn. Helemaal op het einde van het lied wordt er dan aan God gevraagd: laat dit stoppen; een bede.
Ik zag een gemeenschap voor mij, die dit lied zong. Allemaal welbespraakt, want anders kun je niet in detail benoemen wat er allemaal mis is, in de eigen warme, ook letterlijk, bubbel. Zo’n opsomming kún je toch niet met droge ogen aan je voorbij laten gaan?  Want daarna gaat een ieder weer de eigen gang in een leven waar er géén oorlog, bedreiging, honger en geweld is. 
Misschien ook wel; geweld achter de eigen voordeur, misschien is er ook doodsdreiging; pijn en verdriet om ziekte en onmacht…Maar toch. Het doet er ook niet toe, ik kon mijn buikpijn daarmee ook niet zomaar wegwerken. 
Met eentje praatte ik na, terwijl anderen een wandeling gingen maken. ’God’ kwam als het ware té laat voor in het lied…Als je dan over God praat, dan ‘moet’ het in één beweging, in één taalslag met wie wij nu zijn. 
Taal is ook een vorm van handelen, dat was mijn belangrijkste vondst die ik deed in mijn theologiestudie. 
Het woord ‘God’ geeft dan de mogelijkheid om onze eigen beperkte grens te doorbreken. 
Zij dacht aan een gebed dat de Paus bij zijn encycliek Laudato Si, dat over de schepping gaat, had bijgevoegd. Dat was wel te pruimen vond ze. Ja, ik meende het ook eens voorbij te zien hebben gekomen. Ik zoek het nu op en ja, zo kan het voor mij wél. Dit is het eerste gedeelte daarvan.
Ik hoop dat die kinderen in Gaza, dit uiteindelijk op hun eigen wijze, ook kunnen stamelen.



maandag 18 november 2024

Hattem


 Ik fietste 56 km naar Hattem, voornamelijk door weilanden en herfstbos. Wat een mooi, klein vestingstadje aan de IJssel, met stadsrechten uit de 13e eeuw.


Ik ontmoette daar mijn ‘projectgroep’, die ik ken vanaf mijn eerste jaar theologie, da’s toch bijzonder, om elkaar te kennen van piepjong, zoekend, vragend, studerend, werkend, naar nu allemaal grijs en op ééntje na, met pensioen en vorige week heb ik mijn AOW aangevraagd.


We gingen naar het museum van Jan Voerman, senior en junior, die hier gewoond hebben. De oude vooral bekend om zijn gezichten op de IJssel en de koeien in de weilanden en mosterdpotjes met bloemen. De jonge heeft heel veel Verkadeplaatjes gemaakt voor de verzamelalbums van Jac Thijsse: Senior was gehuwd met de dochter van de Verkadefabricant.


De jonge Voerman schildert fris en prachtig, hij zegt erover zélf even bloem en plant te worden tijdens het maakproces. Dan wordt hij wellicht ook even een sneeuwlandschap met verse sporen daarin.


Daarna ging iedereen even haar eigen weg: de ene was al linea recta naar de  B&B gegaan om te relaxen, een andere ging haar achterna om te kijken of de thee al was gezet, eentje ging alle boodschappen doen, eentje ging wandelen naar de B&B en ik ging nog even flaneren in Hattem, waar ik Sinterklaas zag, die met een Volkswagen busje zijn intocht had gemaakt.


Er was ook nog het Anton Pieck Museum. De aquarel die hij op 10 jarige leeftijd maakte, verraadt voor mij zijn grote talent. Achter al die karakteristieke prenten die hij maakte, vergeet je bijna dat onder elk een proces schuilt van schetsen, aquarelleren, bedenken hoe en wat; ook als je de wolf met de zeven geitjes voor de Elfteling tot leven brengt.
Er hing ook nog een andere illustrator; Marius van Dokkum, die acht prentenboeken met Opa Jan maakte, allen met een humoristische ondertoon. Die Opa Jan met zijn balanceervermogen in allerlei situaties…Wellicht het streven van een ieder in deze groep. Theoloog zijn is ook geïnvolveerd zijn in een onzichtbare wereld, die je op de één of andere wijze tijdens je leven ten gelde hebt gemaakt. Er zit een soort van missie-element in minstens je professionele handelen…


Uiteindelijk blijkt het vaak te gaan om de kwetsbaarheid en machteloosheid van elk mens en niemand verwacht meer iets van een almachtige God.

vrijdag 15 november 2024

Smoke


 Erg leuk om weer oude films te kunnen bekijken. In mijn stadshuis heb ik een aardig grote dvd-verzameling en daar heb ik dus meer dan drie jaar lang niet naar omgekeken. Maar in mijn boshuisje kan ik onder de tafel nog heel veel dvd’s kwijt, dus ik nam deze week een grote tas mee. Wél een gesjouw, 2,5 km door het bos, maar nu voelt het als een privé-bioscoopje, ik kan weer vooruit. En ik bekeek Smoke, een film waaraan ik in New York spontaan dacht, omdat ik in een zelfde soort buurt als in de film sliep.
Het speelt zich af in 1990 en het was grappig om te zien dat sommige dingen nu nog exact hetzelfde zijn. De sfeer in de straten, er rijden nog dezelfde oude schoolbussen, de metro ratelt over hetzelfde spoor. Maar de Twin Towers waren er nog, de skyline is nu véél voller, de gele taxi’s en andere auto’s zijn vervangen door modernere varianten. Én roken was geheel vanzelfsprekend; de titel van de film verwijst naar de rook van sigaren en sigaretten en veel speelt zich af in zo’n winkeltje, waar je ze kunt kopen,  Auggie is er de eigenaar.
Het is een mooie, gelaagde en ook poëtische film, waar ook een kerstverhaal van Paul Auster in is verwerkt, en een van de hoofdpersonen is ook een schrijver, die Paul heet. Het gaat over vriendschappen en relaties die de stormen van het leven doorstaan en het openstellen dát het mogelijk is: écht contact en uitwisseling van wat je ten diepste bezig houdt. Heel anders dan de instrumentele wijze waarop tegenwoordig aan veel ‘vriendschappen’ vorm wordt gegeven: rondom een gezamenlijke interesse, dat samen ondernemen en als de hobby verdwijnt, verdwijnt ook de vriendschap. Dan heb je je dus nooit laten raken door die ander, zó dat je trouw wilt blijven aan elkaar…
Maar dit terzijde: hiér gebeurt het wel. Op het einde van de film heeft Paul, de schrijver, gespeeld door William Hurt, heel snel een kerstverhaal nodig voor de New York Times en Auggie, gespeeld door Harvey Keitel, heeft er wel eentje, zegt hij, écht gebeurd. Het is de wijze waarop hij zijn camera heeft verkregen, waarmee hij al jarenlang elke dag, op hetzelfde tijdstip en op dezelfde plek, een foto maakt van zijn winkel op de hoek. Hij vertelt het als hij een lunch getrakteerd krijgt en de schrijver luistert en is geraakt, maar laat ook merken dat hij denkt dat Auggie het misschien verzonnen heeft en hij dus ‘alleen’ een heel goede verhalenverteller is. Auggie geeft hierover geen uitsluitsel.
Maar dan komt de eindscene, in zwart-wit, en dan weet je als kijker dat het echt gebeurd is: dat hij de Kerst vierde met een blinde oude vrouw en ze samen net deden of hij de teruggekeerde kleinzoon was;  de jongen die in zijn winkel een blad met blote dames stal. Het wordt begeleid met het rauwe lied van Tom Waits: Innocent When You Dream


Ook dat oude liedje hoor je dan: Smoke gets in your eyes. In het begin van de film een anekdote, hoe je het gewicht van rook kunt wegen en er wordt de vergelijking gemaakt, dat dit zo licht is, als dat de ziel zou kunnen zijn.Ik vraag mij af het idee voor de film 21 Grams (het gewicht van de ziel), hier is begonnen.



Altijd meerdere identiteiten in één mens

Dit is de sfeer van de politie en de openbare ambtsdrager in New York, zoals ik ze in die 7 weken al dan niet met opzet heb vastgelegd. Joviaal en ontspannend tegen het publiek, toevallig voorbij lopend, zelf in een rustig moment op hun mobieltjes kijkend of een koffiepauze nemend met de thermoskan op straat. De gesluierde vrouw die ik vaak in het loket van de metro zag zitten, in mijn buurt, hier waarschijnlijk net uit haar werk, of ernaar onderweg. De politie die je gewoon kunt zien, zoals zij in het dagelijks niet werkende leven ook zijn: met tatoeages, eigen kapsels en sieraden, ik heb er ook eentje met een hanekam gezien.
De boodschap en hun gedrag is: wij zijn hier de orde handhavers, we regelen wat we moeten doen, voor jullie veiligheid, maar we zijn net zo goed één van wie we allemaal hier zijn: divers en iedereen uniek.
 Maar in Nederland wordt het een wet dat deze niks meer mogen laten zien van hun identiteit. Kan nu een gemeente dat zelf beslissen, zoals Den Haag, waar hoofddoeken, keppeltjes, kruisjes, Davidsterren etc. wel mogelijk zijn, volgend jaar mag het landelijk niet meer. Nederland sluit zich met de onervaren, eendimensionale, eenogige -cycloopachtige rechtse regering steeds meer op in zichzelf. De boodschap moet van hen zijn: wij zijn autoritaire handhavers, we zijn anoniem, we hebben geen gezicht.
Terwijl het de Joodse denker Levinas was, die zei, dat je pas in het gelaat van de andere, toekomt aan menselijkheid.


De grond waarop de samenleving in New York wortelt is het bewustzijn dat bijna iedereen er oorspronkelijk een gast is. Dus je verleent gastvrijheid aan elkaar. De autochtone Indianen werken nu veelal aan de bouw van de wolkenkrabbers. Je bent niet één identiteit, maar altijd meerdere. 
Burgemeester Marcouch gebruikte in een les op een school in Arnhem, in het kader van de week van respect het beeld van een boom