Gisteren had ik een rare dag. Ik zou T. bezoeken en wandelde weer , maar nu in de lentezon, langs de landelijke Maas, met in de verte stuwwal-achtige contouren. Thuis had ik een boek uit de boekenkast meegenomen, nog uit de erfenis van Moeder van haar boekenclub. Aangekomen bij T. deed ze niet open. Ik besloot te wachten op een tuinstoel, had ze het er niet over gehad dat ze naar de kapper ging?
Ik sloeg het boek open Perfecte stilte van Thomas Verbogt. Geboren in mijn stad, bij mooi weer kom ik hem regelmatig tegen, ook flanerend in de stad, al schijnt hij hier niet meer te wonen. Heel korte hoofdstukjes, in heel eenvoudige, bescheiden, achteloze taal. Het boeide meteen. De hoofdpersoon, een jongen, verliest op jonge leeftijd zijn beste vrienden. Valerie en Simon. De laatste was spoorloos verdwenen.
Maar waar was T. ?Er verscheen een jongeman, de buurman zo bleek. T. was onverwachts is het ziekenhuis opgenomen, de vorige avond: bloedvergiftiging. O. Wat erg. Het verdwijnen uit het boek voelde welhaast fysiek, werkelijk, ineens. Ik wandelde dus weer naar huis. Las eerst verder op het bankje voor de kerk van het gehucht. Het was er doodstil. Een vrouw duwde een heel oude vrouw in een rolstoel voorbij. Dat was het.
Ik wandelde vlak langs de oevers van de Maas. En regelmatig, bij de stam van een boom in de zon, stopte ik en las ik verder in het boek. Valerie bleek zich van een dak gestort te hebben. Nee, zelfmoord mocht het niet heten, zij was voorbij gegaan. De hoofdpersoon gaat op zoek naar haar ouders. De moeder woont nu alleen, vader is opgenomen in een verpleeghuis.
Hij zoekt de vader op, die als bijnaam de Monnik heeft gekregen van het verplegend personeels, omdat hij zo veel stil is. Hij was een zeer levenslustige man, volgens de moeder, zo vitaal, maar alles is veranderd, toen Valerie 'voorbij ging'. Dan plotseling een monoloog van de hoofdpersoon tegen de Monnik op zijn kamer. Dat hij de waarheid kent, dat hij het zelfs gezien heeft ... incest dus. De hoofdpersoon, zelf ook vertrokken na tien jaar, uit een relatie die als idee vooral een relatie was, hij zegt tegen Monnik, niks te zullen zeggen tegen zijn vrouw, om de laatste jaren van haar leven niet te vergallen.
Het hele boek is doordesemd van afscheid en verlies en plotselinge verdwijning. Zoals uiteindelijk ook de dood aanvoelt van iemand die tot het laatste zo helder van geest was: Moeder dus. Ik las in haar aantekeningen haar antwoord op de vraag welk personage haar het meest had aangesproken. Er staat: op p.112: de moeder van Valerie die zegt: Ik bouwde een muur van woorden om me heen, dat is het enige wat ik kon, ik kon er verder niet over praten...
Ja, ook dat was Moeder. Ook zo zijn haar kinderen. Zo moeilijk om werkelijk gewoon te praten over je gevoel. Het leven zit vol onverwachte verdwijningen en ik blijf hopen dat mijn woorden geen muren opbouwen, maar die afbreken. Woorden en stilte, elkaars tegenpolen. Maar een 'perfecte stilte', zoals de titel van het boek is, is nooit goed. Die twee woorden kunnen eigenlijk niet samengaan, want stilte IS gewoon, zonder kwalificatie. Ik hoop ook dat ik T. binnenkort weer hoor en dat we gewoon met elkaar kunnen praten.