
Moet je er wel twee mensen voor hebben. Stel dat je wederkerig zo'n brief schrijft en ontvangt. De ene is veel beter met taal, dan de andere. De ene krijgt weer de vlinders in de buik, de andere niet... pijnlijk. Onhandig op een papiertje gezet: 'Ik hou van jou en ik blijf je trouw', de eenvoud die kenmerk zou kunnen zijn van het ware, dat kan het makkelijk verliezen van bloemrijke taal en bewoordingen, ingesloten liefdesgedichten en wat al niet meer.
Mischien komt het in de krachtverhoudingen van een liefdesrelatie ook nog eens vaker voor, dat degene van die simpele taal, niet degene is die weg wil. Dat degene die heftig met een bombardement aan woorden van start gaat, degene is, wiens kruit verschoten is.
Nu ik er wat langer over nadenk: doe maar niet, zo'n verlate liefdesbrief, doe maar gewoon leven in het hier-en-nu, doe maar gewoon altijd bij elkaar blijven, tot de dood je scheidt, dat blijft het ideaal. (Zucht)