
Maar de film begint helemaal niet in Venetië, maar in een koud dorp ergens in Denemarken, in een kerk! Een onzekere, wat droevige jonge dominee moet er een slecht funktionerende collega vervangen in een zo goed als lege kerk. Al prekend slaat de vertwijfeling in zijn ogen toe: wat dóe ik hier, waar slaat dit op? Hij blijkt een half jaar tevoren zijn vrouw verloren te hebben, hij is een eenzame ziel, zoals dat heet.
Het hele koude dorp heeft zulke eenzame zielen. Een vrouw die voor haar halfgekke bedlegerige vader zorgt. Een kapster die een moeder heeft die aan de alcohol is en als een zwerfster steeds geld bij haar komt lenen. Een man die zo heel graag een vriendin wil hebben, het lukt maar niet met al dat daten en ondertussen is de serveerster van het plaatselijke restaurant verliefd op hem, de manager van een sporthal met grote dromen. Ze ontmoeten elkaar allemaal op een cursus Italiaans die in een verlopen cultureel centrumpje gegeven wordt.
De film is gemaakt volgens de DOGMAregels: geen achtergrondmuziek, een camera uit de hand, heel dichtbij gefilmd, alles echt op locatie, alsof je er als kijker bijstaat en meeloopt. Zulke dorpjes, zulke locaties, die mensen in hun allerdaagse kloffies, ja, dat komt me bekend voor. En tenslotte komt Venetië met haar oude stenen en bruggetjes en straatjes ook heel dichtbij. Op de plek waar twee elkaar de liefde verklaren en elkaar eindelijk vinden, daar heb ik zelf gestaan.