Het Spoor had een leuke aanbieding: dagkaarten voor maar 9 euro, herfstwandelingen naar Rotterdam en de Kennemerduinen. Ik had nog een paar lege dagen en besloot er twee te kopen. Dus ben ik onlangs, eerst naar Rotterdam vertrokken en de dag daarop naar Amsterdam. De duinen heb ik niet bereikt, maar ik wandelde er wel 14,5 kilometer, zo gaf de stappenteller aan, een app (jawel wat een modern woord voor mij), die ik zowaar op Sammie gedownload kreeg.
Rotterdam: dat is niet mijn stad, zo bedacht ik opnieuw, me vergapend aan de wolkenkrabbertjes tegen de blauwe nazomerluchten en die er als paddestoelen uit de grond zijn geschoten.Het is een rare stad, zo duidelijk zonder organische groei, architectuur die er met een heftige gooi neergeworpen is, om allure en dynamiek tevoorschijn te toveren. Amsterdam: ja, daar voel ik me thuis, daar kuier ik en kuier ik en drink er kopjes thee uit mijn thermosfles op bankjes bij een gracht of op het hoofdstedelijk Museumplein.
En ja, natuurlijk bezocht ik er ook musea: kort maar, want de zon buiten trok me meer. Een uitgebreid bezoek aan het Rijksmuseum moest maar wachten voor in de winter, maar in het Stedelijk Museum zag ik een mooie tentoonstelling met tekeningen van Lawrence Weiner. De kunstenaar die taal en woorden tot kunst gemaakt heeft: een kunstwerk hoeft bijna geen fysieke realiteit te hebben bij hem. Dus bij zijn 'tekeningen' denk je al gauw: ik wou dat er een boek van was, voor thuis in mijn leesstoel.
Maar in Rotterdam dacht ik het omgekeerde:' geen boek kan ooit weergeven wat ik hier beleef, door oog in oog te staan met deze schildereijen'. Ik was bij Kokoscka: Mensen en beesten, nog tot 19 januari te bewonderen, heel erg de moeite waard. Zijn naam ken ik al heel lang: vanaf 1984, zo zag ik thuis, waar ik een catalogus heb van een tentoonstelling uit Parijs: tekeningen en aquarellen van Klimt, Kokoschka en Schiele.
Gustave Klimt: die ben ik toen meteen gaan bewonderen, ook zijn heldere en kleurige schilderijen, en ook Egon Schiele: die met strakke lijnen tekent, zó dat je jaloers wordt en zelf zo zou willen kunnen tekenen en daar ook zin in krijgt. Kokoschka viel toen wat weg: het was wat difusser allemaal en struinend in mijn kunstboeken vandaag, zie ik ook dat er helemaal geen reproduktie van werk van Kokoscka in voorkomt.
Maar nu heb ik hem ontdekt. Hij is de eerste geweest die portretten maakte in een lege ruimte: géén voorwerpen of landschappen, alleen maar kleur. Kleur, verf, die het aura, de sfeer van die mens weergaf. Hij heeft een Kunstschool van het Zien geleid: schilders moesten leren kijken, dan kwam de rest van zelf. Hij schilderde ook beesten, o.a. een mandril.
Die kleurige aap: dat is hijzelf, zo zegt hij. En kijk: wie zó naar zichzelf kan kijken, die heeft de wereld iets te bieden: het relativeren en tegelijkertijd beamen dat je het centrum bent van het universum. Jij bent de wereld: er zit een ongelofelijke kracht in mensen om iets van de wereld te maken, zo zegt hij in een interview: Kokoschka, de optimist.