Ik kan nooit meer vergeten dat Moeder op een dinsdagochtend overleden is. Tussen de spulletje die op het laatst op haar tafel lagen en die ik meenam, vond ik het pillendoosje van Dinsdag. Voor de middag zitten haar pillen er nog in. Die waren niet meer nodig... Dat doosje roept erg bij mij het besef wakker, dat elke dag er ééntje is, dat die ertoe doet, want het kan ook jouw laatste zijn.
Ook roept het de banaliteit van alle dagelijkse handelingen op. Er is zóveel dat je dagelijks doet en doen moet, dat kan niet anders, je vindt het maar gewoon... Maar er komt een dag dat anderen kijken naar dat leven van je, jouw spullen moeten opruimen, in zoveel dingen zien wat voor jou van belang was, waar je aan gehecht was, wat je nooit hebt weg kunnen gooien. Erna: dan kijk je intenser dan tijdens.
Erna: dan is de tijd stil komen staan, er komt nooit meer wat bij, je hoeft nooit meer te hopen op verandering, verbetering, een vervolg. 'Tijdens': dat is alles zolang je leeft. 'Tijdens' roept werelden en gevoelens wakker die ervoor zorgen dat je minder kijkt naar dat ene moment, gestold in de tijd, van het hier-en-nu. 'Erna' kijk je ook weer anders dan tijdens', ontdek ik'.
Moeder heeft voor bijna al haar kinderen een houten wijndoos, waar drie flessen in kunnen, beschilderd en ingetekend. Ik geloof voor de vijftigste verjaardag van een ieder? Daarop allemaal dingen en symbolen die zij vond dat bij jou pasten. De dunne deksel van mijn doos was in tweeën gebroken en gisteren heb ik die weer aan elkaar gelijmd.
Nu pas zie ik hoezeer ze daar ook haar verlangen naar verbondenheid in heeft uitgedrukt. Op de deksel staat aan de ene kant mijn tuin getekend, de bamboe, het vijvertje, het boeddha-beeldje achter. Maar aan de rechterkant heeft ze haar eigen huis getekend, met het dakterras. Erboven stroomt de Waal, en die waterstroom is er ook aan de andere kant van de grote letter K, de eerste letter van mijn achternaam.
Ja, ik wist wel van Moeders verlangen naar meer nabijheid. Ze verzuchtte eens tegen me, dat ze ervan kon dromen, dat ik achter haar zou komen wonen, op dezelfde verdieping. Ook toen raakte me dat. Maar het zorgde er tegelijk voor dat ik daar ook afstand van moest nemen. Nu zie ik dat pillendoosje: geen pilletjes meer nodig.... Ze heeft haar kinderen als het ware meegenomen, in de vijf staartvleugels van de vogel die naar het licht vloog. Maar wij zijn achterbleven. En ooit, in de toekomst, ben je zelf wellicht degene die elke dag zo'n pillendoosje verstrekt krijgt.