
Het viel me tegen. Het verhaal van de mooie jongen Tadzio en de oude, zieke Gustav von Aschenbach op het Lido en in een van de pest besmette Venetië is zwaar aangezet met Griekse en mythische motieven, het doet ouderwets en oudbollig aan. Voor het eerst zie ik dat een film Death in Venice (1971), van Luchino Visconti, het verhaal in beeldvorm dus, met de muziek van Mahler, de literatuur veruit overleeft. Schoonheid tegenover verval, puur en zuiver leven tegenover de vele gedaanten van de dood; Venetië en het strand van het Lido in beeld gebracht zoals het nu nog te zien is: nog altijd, en zo zal dat blijven, gaat de zon vanachter onder en kleurt het strand en de zee in vele pasteltinten.
Kleur! Dat hoort bij de lente en deze eerste heerlijke dagen met zon en een blauwe lucht. Ik pakte, alweer vroeg in de ochtend, een dichtbundel uit de kast, een beetje instinctief, zomaar, het werd Eenzang Twee van Elly de Waard. Lente-water-Venetië; mijn 'binnenstad', het kwam allemaal samen. Ik sloeg de bundel open en las:
IK trok een hemd aan zo blauw
als de vroegste
ochtend; ik trok een broek
van zeeblauw water aan, de
fijnste coupe en werd gewaar
hoe lucht en water
aan mijn lichaam bloeiden
en voelde dat mijn
huis mijn beide voeten
was die moeten gaan.