maandag 22 juni 2009

Weven

Terug uit Oerol middernacht, gereisd gedurende de langste dag van het jaar, een Midzomernachtsdroom... Zo heette een voorstelling van Karin Kroft en zo prachtig was Oerol ook weer. Vanochtend vroeg eruit, weer midden in een teamvergadering met broodjes rosbief en kaas, eitje en kroket, gauw naar huis, de eerste was erin en hup naar mijn nieuwe aanwinst in de straat: het straatbiebje, even een blogje schrijven.

Ach er was weer zoveel moois dat ik bijna niet kiezen kan, wat ik graag in mijn blog bewaard zou willen... Misschien doe ik het dit jaar maar met de herinneringen alleen, zoals ik ook al jaren geen fototoestel meer meeneem, nergens naar.

CIRCULANDO, met de voorstelling Casa Abrigo: zes oude vrouwen in lange witte gewaden, die door woud en ven je een weg wijzen langs verroeste deuren, en kriskras opgestapelde torens van stoelen door een bomentunnel van licht waar ze op stro zachtjes schommelen. Langs tafeltjes en stoeltjes met hoopjes wit zand daarop waarin ze trappen en het door hun handen heen laten gaan. Draden die gesponnen worden en die ze, opgerold tot witte bollen, in manden meenemen langs oude kronkelige takkenbomen vol bellen. Dan kom je bij een enorm weefgetouw gespannen langs een duinrand, hun thuis?

Ze baren na dwalen en weven zes jonge vrouwen, die weer zwanger zijn van iets nieuws. Alles nog in stilte, ze wenken alleen of je mee wilt lopen hun wereld in en plots breekt daar de stem door en zingen ze op wonderlijke instrumenten tussen een trapnaaimachine en een snaarinstrument in, weemoedig iets wat op een wiegliedje lijkt, saudade.

Het spel van de schimmen: het begint ermee dat er op een verlicht venster een tekening wordt gemaakt van een vrouw door een schaduwhand en het eindigt met silouettenwalsjes onder een witte tent, het doek dat zij met gigantische touwen tevoorschijn trekken over het weefgetouw heen; een tijdelijk huis waarin ze gaan dansen. Eerst met elkaar en dan met hun oude zelf, de oude vrouw. En zij worden opnieuw weer heel oud...

Een wereld ver achter de bergen, op een verborgen plek, waar niemand vermoedt dat daar mensen zijn. Draden, dromen weven, tijd weven, nieuw leven als in coconnen spinnen, herinneringen. De draad van Ariadne en haar geliefde mocht niet omkijken, want zou dan verstenen. Als spinnen weefden ze de draden uit hun mond.

Een voorstelling die buitelt van associaties, poetisch. Bij mij haakt het aan een laag in mezelf waar je zonder veel woorden betekenissen weeft, waar oud en nieuw altijd met elkaar verstrengeld zijn, waar zonder ophouden het leven zichzelf weeft.