maandag 7 april 2025

Zien en geloven


Ik ging naar het Rijksmuseum Twente in Enschede omdat er een tentoonstelling is, die zéér lovende recensies heeft gekregen: Zien en geloven; over de zintuigelijke ervaring als onderdeel van het geloof in de Middeleeuwen. Het viel mij een beetje tegen, maar dat komt waarschijnlijk door eigen theologische achtergrond. Ik kwam niet op een nieuw inzicht, ik hoopte natuurlijk op een nieuwe overrompeling. Ja, het christelijk geloof is in feite zéér zintuigelijk, alleen al dat je bij de katholieken als hoogtepunt elke week het lichaam en bloed van Jezus eet en drinkt. 
 Wel grappig om ineens te realiseren dat het vertellen van een heel verhaal in één pagina, dat in de graphic novel traditie pas gaandeweg is uitgevonden, hier al in een 14 e eeuws schilderij aanwezig is. Je ziet de hele kruisgang van Jezus, vanaf het moment dat het kruis hem op de schouders wordt gelegd, tot en met gekruisigd en wel in lendedoek. Tja, en wat valt er dan op? Het zijn allemaal mannen die hem dat aandoen en de rijke lieden op paard, de vrouwen, met name zijn moeder Maria, zie je machteloos huilen en Veronica is te zien die op haar zweetdoek een afbeelding van zijn gezicht krijgt.


Opvallende andere dingen voor mij: Een groot houten ezel van Jezus die Jeruzalem inrijdt op wat Palmpasen is gaan heten: zou dat echt in de 14 e eeuw door de straten gerold zijn? Kleine babywiegjes met het kindeke Jezus, een gebruiksvoorwerp waar nonnen mee ‘speelden’. Opvallend ook; de fysieke afbeeldingen over het vagevuur en Jezus die vanaf een laddertje naar beneden komt vanaf het kruis en letterlijk zijn bloed in de kelk op een altaar spuit, de mannelijke clerus eromheen.
 Een mooi kleinood, dat in de zak meegenomen zou kunnen worden van ivoor: drie Maria’s bij het graf, uit ca 1050. 


Het aansprekende verhaal van de reus Christoffel die zonder het te weten Jezus als kind het water overdraagt en die de beschermheilige van de reizigers is geworden en je beschermt tegen gevaren.


Leuk, hoe die enge wereld dan wordt afgebeeld. De vraag voor mij werd ineens;  wie zág al deze schilderijen eigenlijk? Niet de ‘gewone mens’, die nog in de modder en de stank leefden. Was het toegankelijk aan de muren van kastelen van de hoge adel enzo? En dan natuurlijk in de kerken en kloosters. In het ‘eenvoudige’ Kapucijnenklooster in Velp-Grave, waar ik jarenlang een kamer had, was het tjokvol met mooie beelden en schilderijen.
Ik hou van alle beeldende verhalen in het christendom.Voor mij nieuw was, dat er beelden van albast gemaakt werden omdat dit een zachte steensoort is, die de temperatuur van het lichaam aanneemt. Op de tentoonstelling lag er een stuk, dat je kon aanraken. Dat gaf de merkwaardige sensatie dat dode steen ineens aanvoelt als levend.