vrijdag 9 mei 2008

417

417 : dat is het aantal Joden dat in de tweede Wereldoorlog uit Nijmegen zijn weggehaald om nooit meer terug te komen.
Alle namen werden voorgelezen op 4 Mei, voor de "grote" dodenherdenking in de stad.
Tot nu toe was dit gedeelte mij ontgaan. Ik vond het indrukwekkend.
Zoveel bekende Joodse achternamen: Bernstein,Cohen, Frank, Salomon: Families die allemaal in Nijmegen gewoond hebben en wier namen ik nooit eerder in deze contreien heb gehoord...En nooit meer zal horen, behalve in deze kontekst.

Het barst ineens uit de voegen van de media: Israël, want de staat is 60 jaar oud. Ik lees intervieuws met Israëliers uit verschillende lagen van de maatschappij, de Palestijnse standpunten komen weer voor het voetlicht...en ik hou zéér gemengde gevoelens. Alle perpektieven zijn invoelbaar en ook allemaal een beetje waar, natuurlijk.
Een gordiaanse knoop. Wie ontwardt de kluwen?

Ik heb altijd gedacht:
Een volk dat in zijn culturele erfgoed de notie heeft, een uitverkoren volk te zijn, bizonder in de ogen van God, laadt als een ijzeren wet, haat op zich.
Omdat dit nooit waar kan zijn.
Het is té makaber om dan te zeggen dat je dan je eigen graf delft, want elke dode was er één teveel.
Maar toch...Wie ziet mij nog zitten, als ik almaar roep dat ik het meest bizonder ben?
Dat ben je alleen maar in de blik van de verliefde. Verliefdheid gaat over en liefde vraagt om wederzijdse erkenning. Hoe moet dat dan, als de éen zich toch een beetje meer voelt dan de ander? ...