woensdag 31 oktober 2012

Gouden wikkel

Het is toch wel een schattig bericht, daar in de linkeruithoek van de krant: Aangespoeld schildpadje aangesterkt naar huis.' Naar huis! En waar kwam het dan helemaal vandaan? Uit de Golf van Mexico. Het Kemps schildpadje is vorig jaar in december aangespoeld en woog nog maar 1,7 kilo. Het is verzorgd in Sea Life in Scheveningen en weegt nu weer zijn normale gewicht: 5 kilo en hij heet Flip. Een echte konijnennaam, maar Flip gaat straks dus  het vliegtuig in, neem ik aan, en daarmee is er weer eentje van het kleinste en meest bedreigde schildpaddensoort gered. Hoe Flip in Nederland kwam is voor de deskundigen een raadsel. Nou gewoon gezwommen dus, lijkt mij.

Zou hij nou zometeen weten dat ie weer thuis is? Zou hij zijn eigen zee herkennen en wie weet zijn familie en zijn soortgenootjes? De wereld lijkt dan toch weer een plaats waar dingen met elkaar verbonden zijn, door de wilsbeschikking van mensen. Iemanden hebben besloten, dat dit de juiste weg is: weer aan laten sterken, bijna een jaar lang, en dan terug naar huis brengen. De aarde, een plek, een thuis voor velen, mensen, dieren, bomen, alle organismen...

'Het ene moment snorkel je door dat prachtige koraal, al die kleuren, die vissen en het volgend moment zit je doodmoe op een bankje in Schiphol", zei L. 'En dan ineens bedenken dat het er ALTIJD is, het is er gewoon, al dat moois, nu ook .' Ik geloof dat dit de kern van meditatie is: elke keer een verbinding maken met al het mooie op de aarde. Je bewust zijn dat je daar een deel van bent, of het nu de grootsheid en de kleurenpracht is van de Grand Canyon of van een enkel herfstblad. Of je nu de wereldzee en het koraalrif inkijkt of in eén enkele heldere waterdruppel.

Ik heb een dik boek vol foto's: The National Geographic Image Collection. Die bestaat al sinds de 19e eeuw en bevat ondertussen meer dan elf miljoen foto's, opgedeeld in vier thema's: Expeditie/ Natuur/ Mens en Cultuur/ Wetenschap en Klimaat. Elke foto is een uitzicht naar een andere wereld, die tegelijk de jouwe is. Duizelingwekkend.

Ondertussen is het deze week Fairtrade-week en heb ik door een aanbieding een kadodoos met drie repen Tony's Chocolony in mijn bezit. Die repen hebben de juiste grote en zwaarte in een lekker, knetterend, kleurig lettertype en doen denken aan de chocoladerepen van Wllie Wonka in Sjakie en de Chocoladefabriek, waar een gouden wikkel in verborgen kon zitten. Het zijn slaafvrije repen, waar geen kinderarbeid of slavernij aan te pas is gekomen. De maker en naamgever Teun van der Keuken , journalist van o.a. het progamma Keuringsdienst van Waarde en zoon van filmmaker Johan van der Keuken, heeft zichzelf in 2004 zelf voor de rechtbank gesleept, omdat hij medeplichtig was aan slavernij als hij een reep chocolade at .In 2007 verklaarde de rechter Tony's Chocolony 100 % slaafvrij.

Op zoek naar de gouden wikkel... Flip vindt zijn thuis terug, het koraalrif is er nu ook, chocolade en zoveel andere dingen zijn slaafvrij verkrijgbaar. Maar wil je dat wel? ... Je bent niet op zoek naar een gouden wikkel die je toegang zal geven tot een droomplek en waar je hebt af te wachten tot die je toe valt: Die wikkel is hier in Nederland, een land vol welvaart en vrede, voor iedereen zelf te maken. Blader maar in een mooi plaatjesboek, dan ben je er ook.

dinsdag 30 oktober 2012

Rood pannetje

Nou heb ik met een pannetje door de stad gelopen, 16 cm doorsnee staat er op de achterkant, rood geëmailleerd van buiten en wit van binnen, met zo'n zwarte rand. Drie vingers pasten door het handvat heen en allengs voelde ik me steeds meer een kind, zoals je vroeger kleurige taartvormpjes had in de zandbak en het heel gewichtig leek om daar gebakjes van te maken. Maar dit is een echt pannetje, zoals ik ooit in het echt voor het eerst  thee zette in mijn tienerkamer,  in een geëmailleerde koffiekan met dezelfde kleuren en daarop stond een tekeningetje gedrukt van dat naakte stelletje, hand in hand: Liefde is:... Dat was toen helemaal in,  en het antwoord was van allerlei onbenulligs, het enige woord dat steeds terug kwam was Samen....

Hoe kom je met zo'n pannetje te lopen? Welnu, ik wilde niks kopen, echt niet, ik liep gewoon te slenteren in de kringloopwinkel en toen zag ik dat pannetje. Alweer tijden geleden heb ik mijn  licht blauwe geemailleerd pannetje van hetzelfde formaat gruwelijk op het fornuis laten verkolen en ik mistte zo'n klein pannetje, dus het is waarachtig een goede aankoop. Dit rode pannetje brengt me in een soort van tussensfeer: tussen groot en klein zijn, echt volwassen zijn en terugkeren naar een wereld van kinderlijke fantasie.

Misschien is het de sfeer van de dvd die ik gisteren voor het inslapen zag, die nog als een sterrenregen uit zo'n toverstafje van een fragiel feetje een magische werking uitoefende. HUGO, geregisseerd door Martin Scorsese en bekroond met 5 Oscars.  Hugo is een jongetje dat alleen leeft in een treinstation in Parijs, tussen de raderen van de klokken, in de bovenwereld tegen het dak aan en hij windt dagelijk alle klokken op en kijkt door het cijfer 4 naar de buitenwereld, het is vlak na de eerste wereldoorlog.

Zijn dierbaarste bezit is een automaton: een robotachtige pop, die kapot is, maar als hij die zou kunnen maken, dan zou die kunnen schrijven. Zijn vader, die plotseling gestorven is, was daarmee bezig en Hugo denkt dat er een verborgen boodschap van zijn vader in de pop besloten is, als hij hem maar tot leven kon wekken.... Daartoe heeft hij ook een opwindsleuteltje nodig, in de vorm van een hart en nu blijkt het meisje dat altijd de winkelier bezoekt die kapot speelgoed repareert en waar Hugo van boven steeds naar kijkt, dat sleuteltje bij zich te dragen.

Deze winkelier blijkt George Mélies te zijn en die heeft echt bestaan (1861-1938): hij was een van de eerste illusionisten en filmmakers: hij beleefde de ontdekking van de film van de gebroeders Lumière en de verrukking om van filmbeelden verhaaltjes te maken. Sprookjesachtige, magische verhaaltjes, zoals een lachende maan die ook op een placemat staat waarvan ik eet,  met sci-fi en surrealistsche grapjes en truuks,  waar men na de ellende van de eerste wereldoorlog niet echt meer in kon geloven. Hij blijkt de schepper van de pop.

Om kort te gaan: het volgen van de  tijd... de magie van beelden... geen thuis hebben en weer een thuis krijgen... dromen die werkelijkheid worden... lopen met een rood pannetje door de straten, waarvan de deksel af en toe zachtjes klepperde, alsof het opstond op een vuurtje en ik er straks een heerlijke maaltijd uit zou kunnen toveren... de magie van het onbekende, van wat nog ontdekt zal gaan worden, eens, ooit, in de verte.

maandag 29 oktober 2012

Schaduwstad

Wat een merkwaardige gewaarwording: ik zag op de voorpagina van Trouw van vanochtend een foto van drie werklui midden in New York, die ijzeren platen aan het bevestigen waren boven de ventilatieroosters van de metro om te voorkomen dat de ondergrondse overstroomt. Er komt een orkaan aan, Sandy, het gaat over evacueren, de zaklampen en water zijn  al uitverkocht en de kop is: OP VIJF HOOG LOPEN WE GEEN GEVAAR, TOCH? En ik denk: Kiki Strike met haar Intriganten hebben toch niet weer toegeslagen?

Kiki Strike, Girl-Detective in Schaduwstad is een jongeren-boek van Kirstin Miller. Nichtje had het nodig voor een boekbespreking, dus ik heb het uit de bieb geleend. Een boekbespreking : dat is nu heel gewoon op 'lagere scholen', net zoals powerpoint-presentaties bij de spreekbeurt, en toen dacht ik: kan ik het net zo goed zelf even lezen. Annanka Bücherwalt, de vertelster, een meisje dat woont in een huis vol boeken, met ouders die nog nooit gewerkt hebben en zich alleen aan studies en boeken wijden, door de wilsbeschikking van haar overgrootvader die zijn fortuin ter beschikking stelde aan zijn nazaten om onbeperkt te kunnen studeren. Die Annanka dus, ontdekt onder New York een hele andere stad: Schaduwstad.

Ik had net gelezen dat ze, samen met Kiki Strike, een apart, stoer, doch bleek en klein meisje, ze lijkt wel niet echt, en een groep vriendinnen, ze noemen zich de Intriganten, in Schaduwstad allemaal schatten vinden. Die vriendinnen hebben allemaal hun eigen specialisme en daarom zijn ze door Kiki Strike uitgezocht om Schaduwstad in kaart te brengen. Eentje, Lucie geheten, is een specialist in het maken van bommen en explosies, en die had net een zware deur in schaduwstad opgeblazen en daarbij de waterleiding geraakt, zodat ze in allerijl moesten vluchten en een deel van New York en schaduwstad zelf onderwater staat en bovengronds begrijpt men niet wat er aan de hand is.

Die foto in de krant liep dus synchroon met mijn verbeelding en dat is gek:  Als de echte wereld ineens accordeert met de wereld van de verbeelding. Dat werd nog versterkt doordat ik een reisgids van NY erbij had gepakt: het is aanstekelijk hoe die meiden door en onder NY zwerven van Chinatown naar East End, en het perspectief van kinderen die er wonen en ronddwalen van block naar block is verfrissend, haaks op een toeristen- of bussiness-perspectief.

NY is zo'n stad waar ik dus nog nooit geweest ben, maar in mijn verbeelding al aardig werkelijk is. Misschien is het de tweelingstad van Venetië, waar ik wel al drie jaar op een rij was en die ik 'de stad van mijn brein' noem : Als ik er ronddwaal voel ik me in mijn eigen brein. NY is dan meer de stad van mijn verbeelding, vol varieteit en diversiteit, die dat brein voedt. Schaduwsteden dus, zoals er ook schaduwlevens zijn, waarvan je zou willen dat die meer aan de oppervlakte en bovengronds komen. Daar heb je dan wellicht een bommenmaakster voor nodig, die niet bang is voor overstromingen.

zondag 28 oktober 2012

Onbekende kanten

Altijd leuk om een onbekende zijde van mensen te leren kennen. Ik fiets weg uit mijn eigen zonovergoten plantsoen vol herfstbomen en zie in de verte een dame met een hondje aan komen wandelen. Hé, dat is toch niet?... en dan is ze al een eindje van huis...En ze is het wel: Door, de allergrootste lolmaakster en kakelkont in het wijkcentrum, altijd in voor een grapje, een schuine bak, altijd op-en-top gekleed, in vrolijke rood en witte noppen met een zwart minirokje, bijvoorbeeld, en mooie panty's en leuke elegante schoentjes, en ze is toch al over de zeventig ofzo. Haar man is een stille en glimlacht alleen als Door druk doet.

Daar liep ze dan met haar kleine witte hondje, helemaal alleen en ze was pas aan het begin: ze zou nog helemaal tot aan de tennisvelden, en dan half door de weilanden en dan omgekeerd terug. 'Dan ben je wel een aantal uren onderweg!' zei ik. 'O, kind ik doe dit zo vaak, dit is het allerliefste wat ik doe, ik doe dit zo graag, heerlijk, ik weet niks fijners, en dan dat zonnetje dat schijnt, heerlijk! Dat is echt genieten!' Dat had ik nou helemaal niet verwacht.

Toen ging ik naar de opening van een tentoonstelling van F. die ik al jaren ken van de meditatie. Hij doet de deur open en leest soms een stuk tekst voor, als R. de mediatie begeleidt,en hij deed dat twee weken geleden voor het eerst met mij, toen er geen zusters bij de meditatie waren. Ik gaf hem de tekst, hij gaf mij de uitnodiging: De abstracte Prenten in Galerie de Natris. Bijzonder: hij maakt samen met Josée Wuyts de prenten: van zijn hand zijn de meer bewegende, donker en lichte lijnen, J, legt er rasters van kleuren overheen, en dan hij weer, en soms beginnen ze gelijk aan dezelfde prent en dat al 20 jaar.

Ik zag licht en donker, rust en beweging, structuur en laten gaan, diepe en oppervlakte, mooi en iemand krijgt ineens een andersoortig profiel. F. vertelde dat hij de meditatie en het klooster echt nodig heeft, hij gaat bijna dagelijks ook naar de vespers, want anders zou hij echt verloren raken in de chaos. In de prenten zie je er sporen van terug. Twee ervan hadden een begin gehad in de Sionsabdij in Diepenveen: die donkere vlekken met dat lichte, wees F. aan.

Zo zie je maar weer, hoe er altijd meerdere kanten zitten aan mensen. Bij de ene veel meer stilte dan ik ooit had kunnen bedenken en bij de andere een gedisciplineerde ets en tekentechniek waar de drukte van de wereld in structuur wordt gebracht.

zaterdag 27 oktober 2012

Twee liedjeszangers

Soms, nu dus, weet ik niet waarover ik wil bloggen, want er zijn altijd zoveel dingen tegelijk, die zich in mijn hoofd afspelen. Ja, voornamelijk in mijn hoofd, daar is de wereld aardig ruim, terwijl ik mij ruimtelijk meesttijds verplaats binnen een straal van een paar kilometer.
Maar ik denk nu aan de twee cd's die voor het oprapen lagen in de bieb en die ik meenam; twee zangers en liedjesschrijvers, die al vanaf mijn tienertijd meegaan: de nieuwste van Leonard Cohen, Old Ideas geheten en Paul Simon, Songwriter, een door hemzelf samengestelde compilatie van wat hij vanaf 1964 tot 2011 zijn belangrijkste liedjes vindt. Het begint met een nieuwe,  prachtige uitvoering van de klassieker Sound of Silence, hij alleen met zijn akoestische gitaar. Hoe het woord  'stilte' alle betekenislagen krijgt, aangeslibd door een heel leven.

Leonard Cohen vertegenwoordigt mijn donkerder zijde van het puberteitsleven: Like a bird on a wire... dat doet zijn slepende stem en ook op deze laatste cd is dat zo. Tegelijk heeft hij iets Dieps en Mystieks?... ik weet het niet, ik associeer het ook telkens weer met iets zwaars joods-christelijks. Een liedje wat me meteen pakte is Come Healing, met de begintekst: O gather up the brokeness / And bring it to me now / The fragrance of those promises/you never dared to vow / The splinters that you carry / The cross you left behind / Come healing of the body / Come healing of the mind. Zwaar en donker gezongen, natuurlijk, en daar heb je weer dat kruis, dat de woorden zoveel betekenislagen geeft.

Paul Simon zingt ook over God en zijn Zoon, maar zo heel anders, in zijn ritmische lyriek.  Hij houdt het licht en roept iets van verte op in Love and Hard Times uit 2010. Op You Tube kun je hem zien, in alle bijna broosheid van een oudere man...God en zijn zoon verdwijnen van de aarde, want 'There are galaxies yet to be born, creation is never done' en de liedjeszanger gaat van iemand houden, lijkt die liefde ook weer te verliezen en dan eindigt het liedje met ook een dubbele betekenislaag: Thank God, I found you...

Ik verkies Paul Simon dus boven Leonard Cohen, misschien vooral omdat in deze compilatie ik vooral voel, hoe zijn woordenstroom gedragen wordt door een stroom van ritme en muzikale lijnen. Uiteindelijk komt er ook van alles binnen, als je zijn repertoire alleen maar zou neuriën. Dat lukt niet met Leonard Cohen.

Maar het is ook de eindconclusie van Paul Simon in zijn laatste liedje, waar ik van harte mee instem, als ik kon zingen: I'm just a raindrop in a bucket / a coin dropped in an slot / I am an empty house on Weed Street / across the road from the vacant lot / you know life is what you make of it / So beautiful or so what.

vrijdag 26 oktober 2012

Life-soap

Sinds ik de enige beheerder ben in 'mijn eigen' kleine wijkcentrum, voel ik me soms in een dorp wonen, waar je dan een BN-er bent. Boodschappen doen in de AH is ook groeten naar de bedrijfsleider en door het overdekte winkelcentrum lopen, is minstens één keertje groeten naar een bekende. Volgende week maakt de gemeenteraad een ronde door de wijk, ze komen ook in het wijkcentrum, waar de nu actieve activiteitencommisssie mag gaan vertellen over hun eigen ontplooide  initiatieven van de afgelopen tijd en ik ben er ook als gast uitgenodigd door de wijkmanager. Want als beheerder was ik er sowieso al.

Een poosje geleden vroeg B. mij lachend:" Hoe zit dat Mirjam, die man met de etalagebenen, die er telkens is als je alleen bent, heeft ie soms een oogje op je, hij is niet weg te slaan! Nou heb ik hem al een paar keer gezien, terwijl het allang sluitingstijd was!'  Nou, zei ik, nee hoor, niet dat ik weet,  hij is lid van de activiteitencommissie, hij komt zomaar langs en ik ben zo aardig om iemand niet direct de deur uit te kijken, ook al is het al wat later'.

Gisterenavond kwam hij ook onverwacht langs, tijdens de kaart-avond. Met twee dartborden, want dat is het nieuwste idee: om een dartclub op te richten en bij de AH waren ze toevallig in de aanbieding. Dus wij borden uitpakken, pijltjes bekijken, hij uitleggen hoe en wat, weer naar de winkel voor reserveonderdelen. weer terug. Na de cappuccino zei hij: nou dan ga ik maar weer...of heb je nu tijd? ... Zal ik je dan het dobbelen uitleggen?

 Ik wil graag op de maandagmiddag een gezellige spelletjesmiddag, afgelopen maandag heb ik ge-mens-erger-je-niet, met G., die prompt Donderdagmiddag weer binnen kwam: 'Zullen we weer een potje?... Maar ik stond op het punt om naar huis te gaan.

Enfin; dobbelen dus, het soort spelletje waar ik verslaafd aan kan raken, zoals ik héééel lang   geleden een poos verslaafd was aan yahtzee. Maar  in de drukte van het spel voelde ik ineens een merkwaardige stemming om me heen. Alle kaarters leken wel een beetje uitgelaten en ik zag de lachende blikken die over en weer geworpen werden. O, gut, nee toch, ze zullen toch niet met zijn allen denken dat...het de goede weg opgaat tussen T. en Mirjam? ...

Binnenkort zal ik het wel weer horen: Hé Mirjam, hoe zit dat, hij kwam op zijn paasbest binnen en jij zag er ook al zo leuk uit! Toevallig had H. in het begin van de avond complimentjes zitten maken  en iedereen er om heen riep toen: Zeg je dat ook wel tegen L.?  (zijn vrouw). Ja, hoor, elke dag, riep hij. Life-soap, zoals die oude Amerikaanse  tv-serie Cheers, die zich afspeelt in een café en dat nog altijd herhaald wordt.  Of  dichter bij huis:  Het Schaap met de Vijf Poten.

donderdag 25 oktober 2012

Jimmie Durham

Het gaat helemaal vanzelf: ik lees iets over een kunstenaar van de  dOKUMENTA (13)  en ik word weer helemaal enthousiast en voel de energie van de dOKUMENTA weer om me heen.  Deze keer is het Jimmie Durham die nog tot 18 november een groot retrospectief heeft in het M HKA in Antwerpen met de mooie titel 'Een kwestie van leven en dood en zingen'. In  het tijdschrift FRIEZE, contemparary art and culture, oktober 2012, een groot interview met veel foto's van ander werk van hem.

Eigenlijk ben ik een doorsnee 'conservatieve'  kunstbelever. Mijn eerste reactie is vaak: wat is dit? , wat moet je ermee? Iets moet dan triggeren om verder te willen kijken. Bij Durham zag ik als eerste een videofilmpje die boven de kassa van het Ottoneum, het natuur-historisch museum in Kassel was gemonteerd. Je ziet hem in een lange zwarte jas een ouderwetse koelkast met grote stenen bekogelen. St Frigo, stoning the fridge' (1996) heet het. 'Wat een verspilling van materiaal', denk ik dan allereerst, om me pas veel later bewust te worden hoezeer het moderne bestaan van een koelkast afhankelijk is en hoezeer voor Jimmie Durham, steen, stenen een soort transformatie-materie betekenen tussen natuur en cultuur.

In FRIEZE foto's  van een auto bij een bergmeer  die voor de helft van boven ingedeukt is door een grote langwerpige rots (Stone Top (nest) 2003) , een houten plank vol etenswaren die gemaakt zijn van stenen: een plak bacon, een rol salami, suikerklontjes in een kommetje, een stuk pizza, pecorinikaas. Maar ook: 'petrified cloud" (een witte wolkiige steen), petrified road (steen dat lijkt op asfalt). (The Dangers of Petrification 1998-2007). Elke keer weer word je betrapt op het bijna onvanzelfsprekend geworden gegeven dat jij zelf uit natuur en cultuur bestaat en alles wat je eet en  alles waar je bent en hoe het moderne bestaan van velen zonder auto een onmogelijkheid is.

Maar zo is het, zegt Durham, van oorsprong Cherokee-indiaan, de natuur is overal, ook in de stad, we worden allemaal gewoon verkouden en krijgen koorts ook temidden van het beton, en omdat die natuur overal is en wij er een deel van zijn, daarom is het concept van 'verschillende naties' onzin. Weg met alle naties, het begrip 'natie 'is uitgevonden door de blanken, die hiermee hun status quo in de wereld willen behouden Hier spreekt Durham ook als activist. Jimmie Durham plaatst daarom op allerlei plekken in de wereld houten stokken van twee meter met persoonlijken notities daarop en woorden in kleurige labels van sleutelhangers: A Staff to mark The Center Of The World, zo heten ze en als je ze overal plaatst, dan is het dus overal 'het centrum van de wereld'.

Op de dOKUMENTA (13) liep je een lege kas binnen, bloedjeheet op dat moment, het was zomer, met in het midden daarvan een vitrinekast. Daarin Exhibit A: een steen, een van de eerste gebruikte menselijke werktuigen en Exhibit B: een gebutste, gebroken kogel die in de tweede wereldoorlog zijn doel gemist heeft:  'The history of Europe' heette het. Poëtisch (Durham is naast kunstenaar ook schrijver) en optimistisch, zoals paste in deze dOKUMENTA. Hij plantte ook een appelboom in het Karlaue park.

Het is die ingewikkelde en tegelijk prikkelende verstrengeling van wat elk mens is en elke omgeving: altijd zowel natuur als cultuur, waar Jimmie Durham je voortdurend op wijst en dat houdt je wakker en scherp, al is het maar om telkens weer het bijna vanzelfsprekende te bevragen, zoals hij zelf ook doet:

A thought for the day
Pigs like beer.
I read in the newspaper.
Pigs like beer.
No reason not, but
How much should they get?
And, do they get rowdy,
Or sick like Englishmen?
Should beer for the younger
Pigs be rationed? Forbidden?
How might I stop these thoughts?

woensdag 24 oktober 2012

R. Crumb

Ik probeer altijd extra mijn best te doen als ik me gruwelijk irriteer aan iets. Nee, dit klinkt te braaf. Het is eerder dat ik ooit een ijzeren wet ontdekte die bij mij werkt: als ik me echt  irriteer aan iets of iemand  dan kan ik er beter goed naar kijken, want dan komt er een moment dat ik mijn irritatie begrijp en daar leer ik dan wat van. Soms is dat zelfkennis:  je irriteert je aan iets wat jezelf ook vagelijk hebt.  Soms is het iets van een doorzicht naar een groter verband. De irritatie blijkt dan zeer plaats-tijd gebonden, alsof je naar een vlek kijkt op een leuk T-shirt en je niet meer naar het hele patroon kan kijken.

Dit had ik dus met de tekenaar R. Crumb. Het eerste wat ik van hem zag vond ik ronduit vulgair, wanstaltig, niks voor mij. Hij tekent vrouwen met grote dolgedraaide ogen, worstige rollichamen, ze doen dom, ze zijn dom, vleselijk, hijgerig allemaal heel vrouw onvriendenlijk dus en dan maakt ie in zijn strips grapjes van eenzelfde soort kaliber waarvan ik dan alleen maar dacht: moet dat nou?

Maar hij heeft recentelijker het hele Bijbelboek Genesis getekend, daarbij de letterlijke tekst volgend. Eens kijken wat hij daarmee doet. Als je gebonden bent aan die tekst, dan moet je er toch wel iets serieus van nemen. Of niet? Sowieso verwonderlijk dát hij zich werpt op een dergelijk project. Wat wil je nog met zo'n boek Genesis?

Omdat het de hele tekst is, zonder weglatingen en heel realistisch getekend, Crumb heeft er op gestudeerd hoe de nomadententen waarin men woonde eruit zagen en het landschap, realiseer je je veel beter, wat voor een soort gek verhaal het in feite is. Is dit nu de basis van die hele Bijbel? De aarstvaderen doen aan overspel, listen en bedrog en de krachtige vrouwen hebben vaak een spilfunctie en een sterke wil en doen net zo hard mee om hun zin te krijgen.

Als er staat: 'Abraham ging liggen bij zijn vrouw' bijvoorbeeld, dan zie je wat het is: twee blote mensen die neuken. Het verhaal waar Abraham door God opgedragen krijgt om zijn zoon Isaac te offeren, de berg op, en die te slachten als een lam op hout, dan  kijk je met de ogen van Isaac: zijn angst en de blik van waanzin in de ogen van Abraham, staan in schril contrast met Isaac, die wanhopig Abrahams blik probeert te vangen. Belachelijk: een God die zoiets vraagt en God tekent Crumb dan ook als de ouderwetse man met die hele lange witte baard.

Crumb blijkt dus heel goed te kunnen tekenen! In andere boeken zag ik mooie portretten van zwarte musici en hij heeft  Mr. Natural geschapen, die aan meditatie doet, heel grappig, hij zit in de woestijn en dan aan een zandweg, de hele menselijke beschaving komt voorbij, van de paarden met wagentjes tot en met de straaljagers en de flatgebouwen en op het einde is alles weer als vanouds: de leegte. Uiteindelijk heb ik maar een boekje van hem gekocht: The sweeter side of R. Crumb uit 2010 en daarin tekent hij ook landschapjes, de scherven van de favoriete  theepot die gevallen is, een kat zoals die boven je kan hangen, met het pootje naar je gezicht, zijn stralende vrouw Alina, zonder wie hij niets is, meldt hij daarbij.

Toch fijn, om daarmee iets van R. Crumb in mijn geheugen te laten beklijven en de heel verschillende stemmingen en werelden die hij tekent zeggen me nu dat hij iemand is die goed naar de menselijke werkelijkheid heeft gekeken en ja, die is nu eenmaal banaal, vulgair, vol agressie,  lust en discriminatie... maar ook al het andere waar wij ook van dromen.

(On)zalige bossen

Aaaaah!, hoorde ik mezelf hardop roepen in de stilte van de Onzalige Bossen boven Dieren. Het was de eerste rood-met-witte-stippen paddenstoel van de herfst die ik ontwaarde. De hele herfst  al was ik me het bewust: ik heb die nog niet gezien. Jarenlang lag mijn werkplek vlak bij een bos en daar liep ik dan in,  na of tussen twee diensten in. Zodoende zag ik de vliegenzwam al vroeg: begin Oktober en dan was voor mij de herfst begonnen. Ik miste dit markeringspunt dit jaar.

In de bossen waren overigens veel paddenstoelen en vanochtend in de krant stond dat dit een nieuwe taak is van boswachters: illegale pluk betrappen met een pistool op zak (jawel !)  en pepperspray. De daders zijn veelal dames van over de 60, die zich heel onnozel houden en soms de broek naar beneden doen en net doen of ze aan het plassen zijn. Ik zie zoiets helemaal voor me.

Wat heel mooi was waren de spierwitte dunne platte parapluutjes op de grote dode takken. Ze leken wel van fijn porselein met aan de bovenkant een glanslaagje van glazuur. 'Glaced with rain': dat was het, en ik dacht aan het gedicht van William Carlos Williams: So much depends upon,/  a red wheel barrow/ glaced with rain/ beside the white chickens. Variaties genoeg: 'zo veel hangt af van witte rijtjes paddestoelen, glaced with rain/ op donkere takken in het beukenblad', bijvoorbeeld.  Het blijft een geheimzinnig en krachtig gedicht,  vind ik, haiku-achtig,  omdat 'íets' erin zó waar is en een andersoortige wereld open breekt.

Waarom die Bossen 'Onzalig' heten: geen idee. Ik vind ze juist zo zalig. Het is er werkelijk stil (behalve in de weekends...) omdat het overloopt in de Veluwezoom en wat het er zo bijzonder maakt, zijn de hoogteverschillen. Er zijn hoge aarden wallen, waardoor je als het ware in een verdiepingsdecor loopt: boven de fijne lariksbomen, omgeven met al een gelige waas, daaronder de dikke donkere beukenbomen met al dat bruine ritselend blad, dat  licht naar beneden glooit, daartussen door, in de verte,  de donkere silhouetten van sparren. Er is een prachtige rij beukenbomen aangelegd, die je op-en-af als een omgekeerde zigzg beklimt en weer afdaalt. Wellicht is dat 'onzalig" voor velen, bedenk ik nu.

Ook in de breedte steek je regelmatig brede beukenlanen over: het waren de oude koningswegen , aangelegd in de 18e eeuw. Zo reed het koninklijke jachtgezelschap met vervolg door de bossen heen van de ene pleisterplaats naar de andere. Ik liep er in mijn eentje op deze zalige, zonnige dag. En dan aan de rand van de hei, als je de Posbank bereikt, in het riet in de late middagzon, eind Oktober nog een tukje kunnen doen,  menslief wat wil je nog meer: Zalig!

maandag 22 oktober 2012

Volmaakte ochtend

Wat was het een volmaakte ochtend. Zachte herfstzon gefilterd door de nevelen en een uitzicht zover je maar kon kijken, over de bossen richting Berg en Dal en het Reichswald op de zesde verdieping van de flat van M, voor de ochtendmeditatie. Konden we hier maar zitten, verzuchtte M, maar dat kan niet bij de reling en binnen zaten de drie anderen al op de kussentjes, zo bleek. Ik sprak de Zegewens bij Psalm 33 uit (zie eerder blogje) en ik dacht: dát is het, dit durven uitspreken, deze zijde van de werkelijkheid claimen, je eigen maken, het is een keuze en het valt je toe, tegelijk...

In mijn tuin rook het naar de scherpe geur van de grote gele bolchrysant op het terras, vogeltjes fluiten sudderend en lieten zich in de kale boventoppen van de bamboestengels in de hoogte wiegen. Herfst! op en top, alle kleuren geel, oranje en rood aan de bomen en de struiken in het plantsoen en ook nog dat bijna transparante groen, alsof de blaadjes al bijna vergaan zijn en besluiten om nog alles wat groen is te geven aan de ragfijne nervenstructuur van die blaadjes.

En ondertussen harkte ik wat blad weg van het kleine 'gazonnetje', dat bijna geen gras meer heeft en bladerde ik op het terras van het ene boek in het andere, die ik allemaal in Amsterdam gekocht heb. Ik had wel 15 kilo aan boeken mee terug,  de dikke Antoholgy van het werk van Claes Oldenburg, woog alleen al zo'n 7 kilo, schat ik en zo ook de twee boeken van  Dokumenta 7 in Kassel. 1982, was het en de curator Rudi Fuchs besloot om een regatta te maken met veeklkleurige schepen, een tapijt wilde hij weven, vooral binnen de muren van het net gerenoveerde Fridericianum. De poezie van elke individuele kunstenaar in een sfeer van rust, dat zocht hij.

Maar onvergetelijk zijn de 7000  'eiken' gebleken, dat wil zeggen langwerpige basaltstenen , die Joseph Beuys aan de voorkant van  het Fridericanum, buiten,  neergedonderd had. Hij plantte ook levende eiken, en elke Documenta nadien refereert hier weer aan, zo ook op dOKUMENTA 13: bomen blijven en groeien, langer dan een mensenleven.  Geen Verwaltung, maar Verwaldung was zijn motto. En ondertussen zag ik een bruin eikenblad op mijn gazonnetje, overgewaaid van de eikenboom bij het fietspad.

Wat wil een mens nog meer? ... Je een wezen voelen, een levend organisme, gemaakt van licht, gedragen door een warme omhelzing, die de wereld soms zomaar even is.

vrijdag 19 oktober 2012

Blauwe troffel

Ik ben weer even verstoken van het internet, terwijl er weer over van alles te bloggen is. Het lijkt Kassel wel. Maar ik heb geen zin om ervoor te gaan betalen, dus daarom dit kort bericht. Amsterdam is mooi in de herfst, het is een seizoen verder dan de laatste keer toen ik er was en de straten vol lagen met 'lentesneeuw', de dunne witachtige vliesjes waar de zaden van de elzenbomen in gewikkeld zijn. Het intense groen van het voorjaar, dat is elzengroen en nu is het elzenoranje en geel op een dag die aanvoelt als een lauwe nazomerdag.

Het nieuwe  Stedelijk museum gezien, mooie grootstedelijke allure. Ik heb in de boeken, struinend door de boekhandels nieuwe mensen ontdekt en dat kan me lyrisch maken: Claes Oldenburg, die kunstenaar die heel gewone gebruiksartikelen vergroot en neer zet in veelal een stedelijke omgeving.Misschien de eerste kunstenaar die ik ervaren heb, zonder ooit zijn naam geweten te hebben. Zijn grote blauwe troffel staat nu in het Park van de Hoge Veluwe maar ik heb het leren kennen als tiener op een Sonsbeeck-tentoonstelling. Wellicht de eerste keer dat via een kunstwerk, je verbeelding een vlucht neemt. Een kennismaking met een wereld-die-anders-wordt, omdat je ineens zo klein wordt en die troffel behaaglijk groot, je kunt er tegen aan leunen.

De aandacht van Oldenburg voor gewone dingen. Het zorgvuldig kijken om ze uit te kunnen vergroten vanuit het idee dat kunst niet tussen de muffe muren hoort van een museum maar er voor iedereen zou kunnen zijn. Hamburgers vergroot, tandpastatubes, schrijfmachines, lucifers, stukken van een fiets verspreid in een park en half onder de grond, zachte muziekinstrumenten, een grote schroef bij het Boymans van Beuningen, in Rotterdam. Hij zegt: ik maak stillevens, net zoals de schilders vroeger, maar met materialen van nu en wat ik nu zie.

Ik begeef me vandaag met opzet in de drukte van de winkelstraten, zat in het zonnetje op het pleintje bij het Spui bij het Lieverdje en ik kijk, kijk, kijk. De tram die regelmatig voorbij dendert, een koets met witte paarden en een bruidspaar, zoveel verschillende soorten mensen, friet etend, broodjes met mozzarella, boodschappentassen vol inkopen, trendy brillen, vele talen.

En ik denk aan de stilte van het klooster. Altijd dezelfde bruine habijten en dezelfde grijze kapsels, op één zuster na. En ik denk aan mezelf in de kapel en verwonder me soms en snap dan niet waarom ik me daar zo werkelijk op mijn plaats voel. Maar misschien is het dit: De drukte van mensen is heerlijk, maar wie zelf stil is, blijft daarin ook een buitenstaander, iemand die toekijkt en in een klooster is dat anders. Dan deel je mee in de stilte, je deelt samen dezelfde stilte en daarin wordt je opgenomen. En soms kun je dan alles laten gaan en dan wordt je weer net zo erg een kind, zoals wanneer ik tegen die grote blauwe troffel van Claes Oldenburg aanleun.

woensdag 17 oktober 2012

Borgen &Lewis

En ondertussen kijk ik ook een beetje later op de avond naar de tv. Nou, niet de gewone tv, want daarvan heb ik me laten afsluiten, maar dvd's van tv-series, is mijn nieuwe ontdekking. Dat is lichtelijk verslavend, want je kijkt al gauw meerdere afleveringen vlak achter elkaar zodat je helemaal mee gezogen wordt in een wereldje. De eerste voorwaarde voor mij is, dat ik iets heb met de hoofdpersonen.

Dat was een poosje Lewis, de oude assistent in zijn jonge jaren van inspecteur Morse, maar nu zelf hoofinspecteur met een wel heel leuke assistent, om wie ik regelmatig moet grinneken: een jonge kerel die ooit theologie heeft gestudeerd en dacht om priester te worden. Héél belezen en cultureel onderlegd en hij speelt gitaar, in de loop van de tijd van een mengeling van Jazz met oude madrigalen, naar folk en een mix van nieuwe stijlen. Alles speelt zich als vanouds af in Oxford en dat ademt met al die oude gebouwen natuurlijk ook iets van kloosterlijke sferen. Lewis, ooit gelukkig getrouwd, is zijn vrouw verloren bij een auto ongeluk en best wel af en toe een beetje eenzaam en er hangt een erotische spanning tussen hem en zijn patholoog -anatoom. Ziehier het wereldje waarop het goed inslapen is.

De laatste dagen ben ik op Borgen. Ik loop natuurlijk gigantsich achter, want ik heb wel ooit opgevangen dat dit een groot kijkcijfercanon was. Hier volg je de eerste vrouwelijk premier van Denemarken, zo'n vrouw die je meteen sympathiek vind omdat ze wel een drive heeft, maar niet persé op macht uit is. Misschien vind ik haar man nog wel leuker, oftewel hun huwelijk: ze hebben een leuk sexleven en maken daar grapjes over. De politieke kant vind ik verbazingwekkend en ik vraag me af of het in het echt ook zo gaat: een koehandel waar met groot gemak het bouwen van een snelweg weer wordt ingeruild voor een uitsteltermijn van een milieubelasting om 'rechts' te behagen.

Lewis gaat rustig en gestaag voort van zaak naar zaak, zich wel thuis voelend in hoe zijn leven geworden is, maar wel met een beetje een soort eenvoudige melacholie om zich heen omdat hij alleen is en zijn vrouw mist: het doet soms aan het single-zijn van Morse denken, maar het is natuurlijk anders. Zijn theologie-assistent is degene wiens kijk-op-de wereld nog regelmatig op de kop wordt gezet.

Bij Borgen zie je die vrouwelijke premier langzamerhand steeds meer verstrikt raken in de ''vuile 'wereld om haar heen. Voor het eerst een leugen verkopen, toch weer haar sluwe spindoctor in de armen nemen, die ze eerst onstlagen had omdat ze niet houdt van oneerlijke mensen. Hier is deze spindoctor met al zijn bombarie, een beetje de alenige zielepiet. Die houdt nog steeds van zijn ex, een journaliste, wier ster rijzende is, als anchorvrouw van de dagelijkse nieuwsshow op de tv. Zouden ze elkaar toch nog krijgen? En blijft dat fantastische huwelijk van de premier wel in stand? Met dit soort vragen slaap ik dan in.

De ruil

Gisterenmiddag lazen we dan dé zin waar het thema van de eerste brief van Clara van Assisi aan Agnes van Praag om draait, helemaal op het einde, als een soort slotconclusie: 'Ja, het is een lofwaardige RUIL, het aardse voor het hemelse te verlaten, het hemelse in ruil voor het aardse te winnen, het honderdvoudige te ontvangen voor het ene, en het zalige leven voor altijd te bezitten.' Ik vroeg of iedereen in één zin deze vier werkwoorden wilde gebruiken: verlaten-winnen-ontvangen-bezitten. Met de vraag erbij: wat betekent zo'n ruil voor jou, wat ruil jij?

Ik ben me ervan bewust dat ik dan best veel vraag. Je vraagt toch aan mensen of ze iets willen delen van het meest persoonlijke proces en ervaring die hun leven is gaan bepalen. Want die RUIL verwijst naar een soort dynamiek, je ruilt niet met de gewone voorwaarden van: voor-wat-hoort-wat, je ruilt niet twee dingen die van ongeveer dezelfde waarde moeten zijn, maar anders, je ruilt... ja, wat ruil je?

Wat verlaat je? Opvallend voor mij was dat meerdere zusters, dat verlaten een te grote en te zwaar woord vonden, ze hadden het liever over 'loslaten'. En dat terwijl zij, in godsdienstige termen allang geleden 'de wereld verlaten hebben'. Maar nee, je doet zoiets en dan denk je nog altijd in je leven, wat doe ik nou, wat heb ik gedaan, wat stelt dit alles voor? Iedereen zei ook, met geheel verschillende toonaarden en op geheel eigen wijzen, dat er uiteindelijk ook niks te bezitten is. Je blijft juist met lege handen achter. Of met geopende handen, waarin je alles kunt ontvangen.

Ja, het is raar om wel iets van de dynamiek van een ruil te kunnen herkennen in je eigen leven, en tegelijk zien dat dit voor een ieder dus iets geheel verschillends en iets anders kan zijn. Er is niet één recept of één handelswijze.Maar het heeft wel iets met groei te maken, dat ontstaat met 'heel het verlangen van je geest', zoals Clara in de volgende regel vooruitkijkt en dat Agnes wenst: dat ze groeien mag.

Ik zou zeggen: er zit een groeiprogamma in elk mens en al groeiend, doe je het ene en laat je het andere. Wat, dat maakt een ieder zelf uit, dat is allerindivdueelst en allerpersoonlijkst. Zoals voor de ene de daad van verlaten iets was wat eindelijk gelukkig  mocht, en het voor de andere iets heel hartverscheurends en pijnlijks was.

Maar de dynamiek van de ruil: van wat bekend en voorgegeven lijkt, laten gaan, uit de tredmolen stappen, zodat er ruimte onstaat voor creativiteit, creatie, creeëren, groei, dus, ja dat is een mooi thema: die ruil en wat ruil jij?

dinsdag 16 oktober 2012

102 minuten

Adembenemend. Letterlijk voor allen in New York die daarbij waren geweest en figuurlijk voor als je er naar kijkt: naar de beelden die gemaakt zijn door professionals en amateurs in de 102 minuten dat het eerste vliegtuig in de Twin Towers vloog tot en met het instorten van de tweede toren: daarna doodse stilte en een strakblauwe lucht waar eerst die twee torens de hemel in prijkten.

Vooral de onschuld van het nog-niet-weten: eerst de ene toren in brand, denken dat er een soort confetti naar buiten komt waaieren, maar het is al  het papier uit het gebouw, dat er iets uit het gebouw valt en iemand roept: Het is toch geen mens? De uitroepen: o, my God!, die arme mensen in dat gebouw en dan in eén moment het vaporiseren van de eerste toren, als zand naar beneden, vervolgens de enorme verblindende wolken van gruis en steen, alles dus, dus ook menselijk as, bedenk ik nu, waardoor heel Lower Manhattan verstikt raakt, de stroom van mensen die naar de Hudson gaat lopen. 'Instinctief', zegt een eye-witness later, 'wilde ik naar het water lopen.'

Een paar kilometer verder stond op Time Square toevallig een proffessionele cameraman die in close -up de reacties van mensen is gaan filmen. Zij zagen daar alles op grote schermen gebeuren, zonder het fysiek mee te maken. En dan zie je dat ook zo'n documentaire die 102 minutes that changed America, heet, niet zomaar een verslag geeft, maar de ramp in beeld brengt als een horror-story, compleet met een monster dat direct verslagen dient te worden: de terroristen. Dát zal de zin zijn van wat er is gebeurd: de uiteindelijke wraak van wat ons is aangedaan.

Ja, natuurlijk is het absolute horror als je dit op een doordeweekse dag overkomt en de daders moeten worden vervolgd, maar ik vond het opvallend dat deze agressieve reacties van mensen op Time Square uitgebreid aan bod kwamen, terwijl de vrouwen die naast zo'n meneer stonden,die riep om wraak en vermorzeling van de vijand,  zeiden: 'Dit is een tijd om elkaar op te zoeken en elkaar te ondersteunen waar dat ook maar mogelijk is,' niet de documentaire hebben gehaald, alleen de extra's.

Ik hoorde pas over de Twin Towers in de avond, bij de garderobe voor de Franciscaanse  leesgroep, ik had nog geen beeld gezien, maar beleefde de ontreddering en het bijna ongeloof van mijn mede leesgroepleden  en even ging het er toen over of we de leesgroep wel door moesten laten gaan. Haalt zo'n terreurdaad niet alle zin onder je bestaan weg? Wat moet je dan met zo'n brave leesgroep, verschuil je je dan niet voor de echte wereld ? klonk het.

Maar we deden het toch, zo'n Franciscaans verhaaltje lezen: omdat de wereld eigenlijk altijd gediend is met het samen delen van hoop  en verlangen naar vrede. Omdat in elk individu elk moment weer, elke minuut opnieuw,  de wereld een gestalte krijgt, mooi of lelijk, bitter of zoet.    

           

maandag 15 oktober 2012

Suikertand

Toen ik het boek uit had, ben ik meteen weer stukken gaan overlezen. Dat gebeurt niet vaak, maar hierbij moet je wel bijna: wat een knap boek, de nieuwe van Ian McEwan, van wie ik al lang fan ben; Suikertand. Mc Ewan heeft vaak een mengeling van genres door zijn verhaal, een beetje thrillerachtig, of horror-elementen die het spannend maken, maar op de bodem, of eerder als rode draad, zit meestal een relatie van twee mensen of meer:  en vaak is het een liefdesrelatie die onder spanning komt te staan.

Hij weet héél goed te beschrijven wat er in de innerlijke huishouding van een stel aan de gang kan zijn. Dat innerlijk en uiterlijk vaak helemaal niet synchroon lopen. Dat het rustige uiterlijk van de dagelijkse gang van zaken de beschermlaag is van dat wat er onderhuids broeit en broedt. Zo ook hier.

In Suikertand wordt Serena verliefd op een schrijver in opkomst. Maar zij is niet neutraal: zij is ingehuurd door de Britse geheime dienst om deze schrijver te charteren: ze hoort zogenaamd bij een stichting die schrijvers willen sponseren, door hun een riant jaarsalaris te geven, zodat zij aan het schrijven van een roman toekomen. 'Operatie Suikertand'zo heet het project. Die schrijver moet tegen het communisme zijn (het speelt zich tijdens de Koude Oorlog-tijd) en hopelijk ventileert die dit gevoelen in een roman.

Je krijgt een goed inzicht waarom Serena 'ja' zegt tegen zo'n opdracht: zelf op zoek naar werk  en maatschappelijk aanzien, de behoefte om uitzonderlijk en in ieder geval niet burgelijk te zijn, nog in de rouw over een verloren liefde, wel twee liefdes, wellicht. Je beleeft mee, hoe ze in haar prille nieuwe geluk, van heel verliefd-zijn, telkens overweegt om te vertellen waartoe ze is ingehuurd. En telkens schrikt ze er weer voor terug om de waarheid te vertellen, bang om alles te verliezen.

Uiteindelijk gaat het boek ook over lezen en literatuur. Over de verschillende wijzen waarop je leest en interpreteert. Hoe alles afhangt van het perspectief waarin je staat. Dat dezelfde tekst de ene lyrisch kan maken en de andere verveelt. Dat de wijze waarop je dus in het leven staat, uitmaakt hoe de dingen op je afkomen, wat zij uiteindelijk betekenen. Dat is knap: dat vorm en inhoud van dit boek naadloos op elkaar aansluiten, zoals een rits die je opentrekt of dicht.

zaterdag 13 oktober 2012

Voortgang

De voortgang in een klooster bestaat geloof ik uit een fijn netwerk van subtiliteiten, waarnemingen, elkaar aanvoelen en soms gaat dat dan mis. Vanochtend vroeg ging de telefoon. Het was zuster 'mijn naamgenote': 'Goh, ik wilde je even vragen, anders doe je meestal de afwas, maar nu was je weg, hoe zat dat? Ik wierp een blik in de keuken en zag jou al druk bezig, dus toen dacht ik, nou, dan kan ik verder met het brood, meestal wordt de avond-afwas gedaan door degenen die ook bedienen, behalve als een ander het overneemt, en nu heeft C het dus alleen gedaan.'

'Ja, ik was vroeg weg', zei ik, 'anders doe ik altijd de afwas, ook als ik de meditatie begeleid, maar nu waren  R en  C weg, dus ik wilde wel helemaal op tijd al in de kapel zijn om  de kaarsjes aan te steken en de muziek aan te doen, dat er al iemand in de kapel is als de eerste mensen komen. Anders is  R al in de kapel, ook als ik begeleid en dan doe ik wel nog een stuk afwas'. 'O, nou begrijp ik het!' reageerde  M terug,' ík dacht, ik bel maar even, dan weet ik het, nou tot vanmiddag dan, bij het dansen.'

Zo gaat dat dus: de ondergrondse communicatie. En dan is alles ineens anders, de zusters R en C naar Megen, en de broodzuster ook weg, die zuster M dus ook aan het vervangen was, naast haar gewone taak, je doet het net even anders en de 'flow' is onderbroken. Die ondergrondse samenwerking is geloof ik nog vitaler, dan dat wat je aan afspraken boven de grond, in het openbaar maakt, had ik gisteren al bedacht.

Want aan mijn deur werd een geweldig grote bos bloemen bezorgd, helemaal in mijn lievelingskleuren: roze rozen, oranje gebra's en vuurpijlen, purperen violieren, lichtroze kelkjes aan stengels, rood-met-gele lelie-achtigen, lichtgele aronskelkjes enzovoort. Van de opperste leidingevende van de wijkcentra. Met dank voor mijn inzet voor de acitiviteitencommissie van de Grondel, n.a.v de complimenten die ze  had gehoord had op de vergadering, deze week.

Dat was een spannende vergadering, waar één lid een beetje op zijn eentje een wethouder voor had uitgenodigd, en ik was bang dat de opwaartse spiraal een neerwaartse zou worden, als deze vergadering gebruikt zou worden om op zijn ouderwets links te fulmineren: Hoe iemand van een mug een olifant wil maken, wellicht om zelf op te kunnen vallen. Dus in de ondergrondse communicatie had ik al afgeraden dat die wethouder zou komen. Die kwam ook niet, bleek op de vergadering zelf pas, daarvoor in de plaats kwam deze Opperleidinggevende. 'Goede keuze' zei ik tegen haar, voor de vergadering... die dus op rolletjes liep, zó dat de voortgang in het wijkcentrum gewaarborgd is.

En voor de voortgang in het klooster, doe ik de volgende keer als vanouds weer de afwas.

donderdag 11 oktober 2012

Zegewens bij psalm 33

Moge je terug kunnen gaan naar jouw oerbegin
daar waar je gemaakt bent
uit liefde en licht,
naar het kloppend hart
dat open staat voor anderen;
trouw en aandachtig.

Moge je zingen en spelen
en muziek maken
vol overgave,
gekoesterd in een warme blik
in een grenzeloze ruimte van zon, overdag
en 's avonds toegedekt met een deken van sterren.

Stromen ven levend water in je
en zegen van God, de Levende:
Geluk.

De zegewens bij psalm 33. En ondertussen schalt het door de luidsprekers: La ballade des gents heureux.

MAUS

Kan dat, een stripverhaal over de concentratiekampen? Ja, dat kan, Art Spiegelman doet het in MAUS waar hij het verhaal van zijn vader vertelt, hoe die de kampen overleefde. Alle Joden zijn getekend als muizen, de Duitsers als katten, de Polen als varkens, de Fransen als kikkers, enzovoort. Het is in zwart -wit, met zware zwarte lijnen zoals bij een houtsnede en Spiegelman zegt zelf beïnvloed te zijn door Frans Masareel. De schuine beweging, de donker-licht dynamiek, het geeft een soort heftigheid die natuurlijk bij het onderwerp past.

Spiegelman en later zijn Franse vriendin doen ook mee in de strip: hij is daar zichzelf, die zijn vader interviewt en dan volgen de flashbacks. Dat geeft het een extra laag. Want Spiegelman vindt zijn vader helemaal geen aardige man, onverdraaglijk soms, en ergens zegt hij: Hij is preceies zoals het karikatuur van een Jood! Slim, gierig, een sjacheraar, sluw in het overal een slaatje uit willen slaan, ik wil dit niet, waarom is hij niet anders?

Zou er nu een generatie onstaan die het verhaal van de concentratiekampen allereerst uit deze strip haalt? Pas stond er in de krant dat de jongste generatie in Israel nog nauwelijk er iets van weet: ze denken dat het in de oertijd is gebeurd. Daarom is er nu een groep kleinkinderen die het concentratiekampnummer van hun grootouders op de arm heeft laten tatoeeren. Een meisje vertelt dat haar grootvader het eerst een vreseljk idee vond, maar toen hij het zag, moest hij hard huilen en was ontroerd.

Ik kan me dat voorstellen. Eerst denk je, gatverdarie, doe niet zo gek, ik wil dat niet, maar als je het dan ziet, dan word zo'n nummer, daar waar je ooit gebrandmerkt en gestempeld bent als een stuk vee,  ineens tot iets gemaakt wat gaat behoren bij het menselijke domein en niet bij die hel. Degenen die onstaan zijn omdat jij het hebt overleefd, zijn bereid om jouw gruwelijke geschiedenis met zich mee te dragen, midden in het gewone leven.

woensdag 10 oktober 2012

Tot wasdom

Gisteren heerlijk gewandeld rondom Ruurlo. Zonnig, herfstig en in de rondwandeling waren alle landschapjes te beleven die vriend E en ik de afgelopen 15 jaar ofzo doorlopen hebben in de Achterhoek. Stukjes geheimzinnig bos, een smal paadje tussen het riet, varens, bosbes-struiken en ander kruipgoed, het water van een rechte beek, waar nu een vissentrap in was aangelegd, de brede zandwegen, de open velden, de oude boerderijen... Maar ook nieuwbouwwijkjes, bestrating waar het op de oude routebeschrijving nog ongeplaveid is.

Het is zo'n soort wandeling zoals je welleens kunt bedenken dat het in je eigen brein is. Van alles wat: stukjes land nog niet bewerkt, andere stukjes al gerooid, stukjes vergeten, anderen zo ingericht dat er geen weg meer terug lijkt, stukken waarvan je hoopt dat ze altijd zo blijven...

De afgelopen weken zag ik de hele reeks In Thearapie, de laatste, met Peter Blok als therapeuut, die voor mij voor het eerst een rol neerzette waarin ik geloof. De vorige serie kon ik op eeen gegeven moment niet meer aanzien. Die therapeut die ook in zijn privé, steeds maar de therapeut is en waarmee geen fatsoenlijk gesprek te voeren was! Nu is hij een van de patienten en nu blijkt dat ook een deel van zijn probleem te zijn. Hij wordt zich dat bewust en op het einde wil hij zijn beroep aan de wilgen hangen. Lovenswaardig, maar wellicht te snel in zijn conclusie, maar hoe dat verder gaat, dat weet je dan weer niet.

Wie werkelijk een glansrol speelt, is Jeroen Krabbé. Hij speelt een oudere zakenman en vader van een dochter met wie hij een heel goede band heeft en die hij moet leren loslaten. Hij is het in zijn leven allleen maar gewend geweest om de leiding te hebben en controle te houden, zich in crisessiuaties staande te houden en te managen.  Hij lijkt die spanning nodig te hebben in zijn leven, hij kan niet anders, dat is wie hij is, zegt hij. Reden waarom hij toch in therapie is gegaan, zijn de onverwachte paniekaanvallen die hem plotsklaps overkomen.

In de therapie blijkt hij zijn oudste broertje verloren te hebben, die verdronk voor zijn ogen, terwijl deze een mooie steen voor hem uit het meer aan het opvissen was. Heel ontroerend is het moment waar de therapeut zegt: 'Het lijkt alsof je vanaf dat moment dat jongetje dat je toen was bent kwijtgeraakt. Dat jongetje dat wachtte op die mooie steen. Alsof dat jongetje er niet meer mocht zijn'. Nou en!, zegt Jeroen Krabbé, huilend, wat heb ik aan dat jongetje, die heeft me niet verder gebracht. Maar de therapeut zegt: misschien is het wel heel erg de moeite waard, om dat jongetje weer op te zoeken... en Jeroen dept zijn tranen en vertrekt en zal de volgende week weer terugkomen.

Door naar deze serie te kijken heb ik voor het eerst vertrouwen in wat therapie vermag. Bij een goede therapeut is het mogelijk om bij je echte kern te komen en die kern wil waarachtig leven, wil  tot bloei komen,  uit het corset van alle aanslibsels uit je leven. Je doet mensen pijn omdat er blinde vlekken zijn, die wel doorzichtig kunnen worden.  Ik vind dat een heel optimistische, zonnige visie op het mensdom en het is iets waarin ik ook geloof: Dat elk mens tot wasdom wil komen en in evenwicht en harmonie met zichzelf en anderen wil leven.

zondag 7 oktober 2012

Ondergrondse wereldmetro

De moeder van de Biënnale is Venetië, een tweejaarlijkse kunsttentoonstelling die ondertussen over de hele wereld is gekopieerd. Tot en met in mijn eigen provincie, de Biënnale Gelderland, die ik gisteren bezocht in het MMKA, het museum voor moderne kunst in Arnhem. Het thema is Condensed Reality: De wereld zien in een korrel zand, met in het achterhoofd het gedicht van Wiliam Blake: To see the world in a grain of sand and heaven in a wild flower hold infinity in the palm of your hand and eternity in an hour

Een best aangename tentoonstelling, waar ik in anderhalf uur doorheen gelopen heb. Het lijkt alsof het in de huidige tijdgeest past om dichtbij jezelf en de levende natuur te komen en om daarin het universele te zoeken. Ook de betekenis van tijd daarin, speelt een rol: hoe kan het dat een moment soms een eeuwigheid lijkt, dat je door hele tijdsperioden heen kunt gaan, maar dat er dan toch iets is wat blijft, als je bijvoorbeeld iemand in al die tijd niet gezien hebt? Of als iets verwoest is, maar toch voorgaat? Wat is duur en wat van waarde? De sfeer van de dOKUMENTA ademde door deze Biënnale Gelderland. Ik blijf in dOkUMENTA-sferen, maar zit nu 15 jaar eerder, bij Dokumenta X, 10 dus, in 1997, waar ik bij de Slegte 'The Book' heb gekocht, die politics met poetry probeert te verweven in een labyrint van tekst, foto's, collages. De betekenis van de stad als plek van samenkomst en verwoesting, wat het is om burger van een natie te zijn, terwijl er iets gaat gloren van het wereldburger zijn. Het boek bestrijkt de tijd van 1945-1997. 

Het is zó interessant! De tijd vlak voordat het Internet doorbrak, de tijd waarin men de wonden likte van de tweede wereldoorlog en de verschrikking van het Nazisme, de revolte in Hongarije in 1956, De Algerijnse burgeroorlog, Vietnam, de consolidering van wijken als Harlem in New York, de val van de Berlijnse muur, de vraag of het communisme een oplossing zou kunnen zijn. Dát staartje ken ik: in mijn studententijd heb ik daar nog hevig over geboomd. Wat kan kunst betekenen? was ook toen de Dokumenta-vraag. De noodzaak om terug te kijken, te hernemen, op zoek te gaan naar het menselijke vlak voor de Millennium-wisseling: hoe ben je het meest een mens en daarin authentiek? Kuddegeest is dodelijk gebleken, authenticiteit niet zomaar voor handen en overleeft het menselijke door je te richten op je eigen natie of op de wereld? Op de wereld, is het antwoord, maar hoe? Ziehier hoe de positie van Geert Wilders in feite behoort tot de oudheid. In 1997, nog zonder internet wilde men al de grenzen van de eigen natie doorbreken. Een van de kunstenaars op deze Dokumenta was Martin Kippenberg. Hij stelde zich een soort ondergrondse voor die onder en dwars door de wereld, de aardbol dus, heenging en hij bouwde daartoe allemaal metro-ingangen, die hij op de hele wereld op de meest vreemde plaatsen neerzette, bijvoorbeeld midden in de bergen van Zwitserland. En nu een dus, op het gras, ergens in Kassel. 

 Die ondergrondse wereldmetro vindt ik een wel heel materieel sprekend beeld van wat internet nu is. Tijd en plaats condenseren en maken wonderlijke ontmoetingen mogelijk. A la Blake: Hold infinity in the palm of your hand, and eternity in an hour.

zaterdag 6 oktober 2012

Mark Dion

In een oude Kunstform van jan/febr 1999 vond ik een interview met Mark Dion. Op de dOKUMENTA zou je bijna langs zijn werk heen lopen, want hij bouwde een zeshoekige eiken boekenkast in het Ottoneum het Natuurhistorisch museum. Een  nieuwe bestemming voor de al bestaande 530 driedimensionale ´boeken´die in de 18e eeuw gemaakt zijn. Deze 'boeken 'bevatten   de levenscyclus van 441 bomen en planten die er rondom Kassel zijn en de 'kaft 'is van de desbetreffende boomschors gemaakt. Ze zijn van was nagemaakt: het blad, de vrucht, de kale tak, kleine kunstwerkjes op zich. Dion voegde er zes nieuwe boeken aan toe, van bomen van de verschillende continenten.

Je kunt de boekenkast inlopen en er helemaal rondom lopen en op elke wand aan de buitenkant is in hout de boom ingelegd van de bomen van de verschillende continenten die Dion daarbij verzameld heeft. Het past precies in de hele sfeer van het museum, a la  het Teylers Museum in Haarlem, tjokvol wonderen der natuur. Deze boekenkast die blijft daar ook, gelukkig iets wat niet afgebroken wordt, nu de dOKUMENTA afgelopen is.

Door het interview zie ik de lijn waarin dit werk hoort, het verhaal dat Dion wil vertellen: al zó lang trouw aan dezelfde passie. Ik vind dat mooi aan kunstenaars met een missie, die zonder moralistisch en dogmatisch zijn, zich elke keer weer voor een nieuwe uitdaging zetten. Hoe ga ik me ditmaal verhouden tegenover mijn eigen thema?  Bij Dion is dat het voortdurende gesprek dat hij voert met de natuur. Wat voor plaats neemt natuur in, in het leven van mensen? Is het een toevluchtsoord, een plek van bewondering en je  terug trekken, een plek om dingen uit weg te halen? Hij zegt dat in het begin van de 20-e eeuw, de natuur en de dieren  tot een spektakel zijn gemaakt en dat dit ons nu nog beïnvloedt.

Hij wijst daarbij op het ontstaan van het circus, en de Amerikaanse circusdirecteur T. Barnum: dieren leerden kunstjes, ze werden vermenselijkt en Walt Disney heeft deze lijn voortgezet. In 1999 dus, maakte hij in het Ludwig museum in Keulen een installatie:Aangekondigd op een ouderwets circus affiche: `Rare atraction, the amazing zoological wonder, The transalvanian most furious monster...`Je loopt een van latten getimmerde tent met witte doeken binnen en daar is een opgezet  skelet te zien van een grote beer. Ik geloof dat ik het indertijd in het echt gezien heb en natuurlijk niks snapte van deze kunst.

Nu wel. Dion maakt installaties, videofilms enzovoort, hij zet elk middel in dat mogelijk is,  als reactie op wat hij in zijn omgeving ziet, hoe deze met natuur en dieren omgaat. Ironie is voor hem een heel vitaal stijlmiddel. Zijn favoriete schilder is Goya en  daarvan zag ik in mijn plaatjesboek een schilderij van de Hertogin van Alva uit 1795. Een dame in een witte japon in een leeg landschap, met aan haar voet een klein wit hondje en beide dragen een rode strik. Grappig en raadselachtig en ik begreep iets meer van Dion. Wát kan ik in woorden niet eens vatten.

In Kassel bouwde hij een boekenkast, waardoor de levende natuur rondom Kassel ineens omgeven is door de levende natuur van de hele wereld eromheen. Van eikenhout, in navolging van Joseph Beuys die ooit 100 eiken in Kassel plantte. Gewoon een heel mooie boekenkast, die daar permanent blijft, passend in één van de thema's van de dOKUMENTA , dat herstel en voortgang altijd mogelijk is.

donderdag 4 oktober 2012

Op adelaarsvleugels

In welke mate heeft een verbintenis een tikkeltje magie nodig? Iets wat onverklaarbaar is, maar je hart warmer maakt en sneller laat kloppen? Alle Romantiek drijft daar op. Maar romantiek is niet echt, is wegdromen, is vals. En toch... Gevoelens zijn per definitie niet redelijk.

Ik heb het hier over verbintenissen in de ruimste betekenis van het woord. Waarom begint iemand een aquarium, wat drijft een verzamelaar, waarom verbinden mensen zich met deze of gene, met dingen?... Maar natuurlijk houdt ik me vandaag bezig met deze vraag omdat het de dag van Franciscus van Assisi is en ik, wanneer ik de meditatie begeleid in de kapel bij de Clarissen, als er een nieuweling is, ik altijd zeg: 'Ik ben geen zuster, maar ik voel me wel verbonden met de Clarissen en van daaruit begeleid ik ook weleens deze meditatie.'

Gisteren zat ik in het donker in het halletje van het klooster te wachten op de bus. Er kwam een man met zuster B uit het spreekkamertje. Die man zat ook al bij de vigilie-transitusviering. Wat een aparte man dacht ik toen nog. Maar nu keek ik hem even in zijn ogen en ik riep uit: Ik ken jou! Jij bent A.! Hij keek me even onderzoekend aan en toen zei hij: Mirjam!Weet je nog toen we elkaar voor het laatst zagen? Wat daar toen zo bijzonder aan was?

Dat was ongeveer negen jaar geleden rondom Assisi, waar ik een groep begeleide en ik zei: 'Op adelaarsvleugels.' 'Ja, dat ook', zei hij, maar het bijzondere was dat ik toen de nacht ervoor van je gedroomd had!  Dat verzin je toch niet! Ik had het gelukkig nog aan M. (zijn vrouw) verteld, want anders zou niemand het geloven: 'Je raadt nooit van wie ik gedroomd heb, en dat terwijl ik haar al in geen twintig jaar gezien heb: van Mirjam K.' En toen wandelden we elkaar de dag daarop tegemoet!

Ik was dit stukje helemaal vergeten. Wél dat ik zocht naar de woorden van het lied: 'Op adelaarsvleugels', een lied van Huub Oosterhuis en dat ik het aan A en M vroeg en ze het meteen uit volle borst begonnen te zingen.

Zo'n droom: het vervulde me gisteren  met het warme, maar irrationele gevoel dat ik helemaal hoor bij die kleine man uit Assisi, F, geheten, want het was gebeurd rondom Assisi en enige dagen later in Assisi zelf, liep ik wat rond te zwerven, liep een heel klein kapelletje binnen, ging zitten en een gevoel van vernieuwing overspoelde me: 'Ja, alles begint elk moment opnieuw', dacht ik.  Later vond ik uit dat dit de plek was, waar Franciscus geboren was.

Zo verbind je je: op adelaarsvleugels, die je helemaal niet hebt als je achter op je rug kijkt.

Elkaars ziel behoeden

Vandaag is het Werelddierendag: ja dat wist ik altijd wel vagelijk. Dat Franciscus van Assisi daaraan ten grondslag ligt, wist ik dat?...Geen idee meer. We hebben het over pakweg elf jaar geleden. Want sindsdien is het voor mij de feestdag geworden van diezelfde Franciscus, sinds ik bij de 'Franciscaanse familie' hoor, zoals men dat zegt in deze kringen. 'Onze kringen' zou ik bijna moeten zeggen, maar dat gaat me ergens toch te ver. Ik geloof niet zo in het ons-kent-ons-sfeertje, ik voel me dan al snel benauwd worden.

Toch kan ik me ondertussen natuurlijk niet anders meer, dan me wél  franciscaans-minded  noemen. Toen ik vandaag in de kapel keek naar het icoon van dat kleurige kruis van Damiano, waarbij Franciscus vanuit het veld waar hij een vervallen kerkje in liep, dat kruis hoorde zeggen: 'kom, herstel mijn huis'en hij vervolgens met stenen ging slepen, dat kruis dat nu helemaal omkransd was met zonnebloemen en groene strengen bramenblad met een enkele rode braam...ja dan weet ik dat ik wel hoor bij de 'Franciscaanse familie'. Omdat ditzelfde kruis ook tegen mij sprak: 'Er is een weg door verdriet heen, ik sta met open armen" En toen wist ik nog niet dat het tot Fransicus gesproken had... En zo raak je hooked.

'Elkaars ziel behoeden', was het thema deze dagen, zo concreet als Fransicus en Clara van Assisi dat een leven lang gedaan hebben en waaover zoveel verhalen en legendes van doorverteld zijn. Door Thomas van Celano, De Drie Gezellen, Bonaventura, in de Fioretti, door al die eeuwen heen:  afgelopen jaar was het Clarajaar, omdat zij 800 jaar geleden gestorven is.

'Elkaars ziel behoeden: Hoe ze elkaar inspireerden, maar ook corrigeerden, elkaar steunden en troosten: een leven lang aandacht voor elkaar, elkaar volgend, zonder elkaar dagelijks te zien. En beide  ingebed in dezelfde vreugde voor het leven en dezelfde passie: nooit over een ander willen heersen, niks willen bezitten: al het goede teruggeven aan de Allerhoogste. God, De Heer, de Allerhoogste: dat was een heel gewone wijze van spreken, in die dagen. 

Want wat je zelf toevallig redelijk doet, is uiteindelijk niet je eigen verdienste, maar is  je ook zomaar gegeven. Je maakt je eigen talenten niet. Ik zie zo'n thema nergens in de hele christelijke wereld op zo'n wijze uitgewerkt: radicaal en speels tegelijk.

woensdag 3 oktober 2012

Scenes uit een leven



Soms heeft een dag iets geks. Ik begon de dag met een groot bewustzijn van de stilte en de ruimte om mij heen en schreef in de ochtenduren de meditatie voor psalm 33. Ik 'moet' over twee weken weer aan de bak, de zusters met wie ik het doe zijn dan weg naar Megen, want daar doet iemand professie en in Nijmegen in de kapel wordt het extra druk, want een groep die in huis is en ook al aan meditatie doet, wil dan heel graag mee doen. Ter aankleding van het zusterlijk gehalte in de kapel, zijn er ook twee andere zusters al gecharterd om mee te doen...en zo is dit achter de schermen.

Hé, zo, die meditatie is weer af en wat nu? Mijn stofzuiger begaf het enige weken geleden. Op de zaterdag toog ik naar de elektrawinkel maar werd niet goed van de drukte aldaar: de meute mensen wilde kennelijk nog voordat de belastingen omhoog gingen per 1 oktober, nog gauw een slag slaan. Ik ook aanvankelijk, maar toch maar niet, ik vluchtte weer weg.  Er stond maandag een paginagrote advertentie in de krant van een Bosch-stofzuiger, met meer dan 15 meter bereik: ja, die moet ik hebben, lekker kunnen stofzuigen zonder telkens met dat snoer te moeten klooien in weer een ander stopcontact.

Dus ik belde Zusje, want die hebben een kaart van de groothandel, waar die wellicht goedkoper is, kon ik toch nog een slagje slaan. Maar zusje is van het Grondige en het  Degelijke. Die vergelijkt eerst op sites allerlei merken en reviews en wilde dus het precieze nummer van mijn beoogde stofzuiger hebben, dan kon ze het nakijken. Ik wilde gewoon die 15 meter snoer... Enfin, stofzuiger gekocht, gebrom en lawaai in huis, het héle huis gestofzuigd, de kieren bij de traptreden, Alles. Wat een geweldige stofzuiger! Vooral de 15 meter snoer.

In de avond was het leesgroep in het klooster. Bonaventura: De kleine levensbeschrijving van Franciscus. Ook die had ik nog even, na de Stofzuigerbeurt voorbereid en kwam op het idee om naar al die stukjes tekst te kijken als naar scenes in een film, waar B. de regisseur van was. Ter illustratie pakte ik het boek met de fresco's van Giotto in de bovenkapel in de basiliek van Assisi mee in de tas. Al bladerend kwam ik erachter dat die fresco's aanvankelijk in het Latijn ook een onderschrift hadden uit de Levensbeschrijving van Bonaventura!

Het was een mooie avond. Ineens komt zo'n scene heel dichtbij jezelf als je vraagt of een ieder in eén zin wil zeggen, wat je over deze scene wil vertellen aan de mensen van nu. 'Volg je hart, volg je intuitie, doe iets Meteen, denk niet te lang na, durf radikaal te zijn, neem de tijd om het veld op te lopen, te wandelen, zoek rust, want vandaaruit onstaat al het goede, durf te bidden en te mediteren", klonk het. En het opzuigen van stof en vuil, dat het middenstuk van deze dag vormde, paste daar op de een of andere gekke wijze wel bij.

maandag 1 oktober 2012

Hel of hemel

Altijd als ik in Amsterdam ben, denk ik het tenminste eenmaal:  Wat heerlijk, dit is een stad in vredestijd'. Misschien komt dit omdat de stad zo overzichtelijk is, dat water en de oude grachtenhuizen, het heet tenslotte ook het Venetië van het Noorden, dat genoeglijke van al die bootjes, wandelaars en fietsers, cafeetjes en terrassen. Als daar ergens een verwoesting wordt aangericht, dan kun je dat bijna voelen in je lijf, zoals wanneer iets aan je geamputeerd wordt of als er ergens een wond is die pus geeft, zo stel ik me dat voor.

In de nieuwe roman van Leon de Winter VSV is het zover: het muziektheater wordt verwoest, er heerst chaos en paniek in Amsterdam en daarbovenop word er ook nog een Turks vliegtuig op Schiphol gegijzeld met 180 pasagiers. Allemaal bekende Nederlanders zijn in de roman aanwezig: Job Cohen die nog burgemeester is en het aanbod om lijsttrekker te zijn heeft afgewezen, Piet Hein Donner, Bram Moscowitz en zijn vriendin Eva, Leon de Winter zelf, die verlaten is door zijn vrouw Jessica en Theo van Gogh.

De laatste komt er als geest in voor en later als BE, Beschermengel, hij is in het voorgeborchte en rookt met 35 armen die hij niet meer heeft, zijn Gauloise sigaretten, de rook komt uit zijn oren en hij drinkt zeven glazen whiskey tegelijk.Je ziet het meteen voor je. Het boek heet dus VSV of daden van onbaatzuchtigheid en tot helemaal bijna het einde vraag je je af, waarom. Het boek leest als een trein en het heeft ook iets verheffends.

Hoe en wat kun je beter nog niet weten, maar Theo van Gogh die een engel wordt, dat zegt wel iets. Bovendien wordt Theo begeleid door een Francicaanse priester, wier hart op aarde aan een harde halve misdadiger is gegeven en Theo wordt zijn BE. De roman laat zien hoe de werkelijkheid door de wilsbeschikking van enkele individuen tot een hel of een hemel gemaakt kan worden. Helaas zo actueel als wat, want vanochtend sloeg ik de krant open. In Bangladesh zijn Boeddhistische tempels vernietigd, op de foto zie je één boeddhabeeld tussen de palmbomen en het as en de puin en in Alleppo in Syrie is de oude souk, uit de viertiende eeuw in brand gezet.

Oude plekken, waar zoveel generaties van mensen met hun eigen wel en wee gemediteerd of gewinkeld en doorheengelopen hebben: wie dat schendt, maakt iets van zichzelf kapot. Het worden een soort lidtekens van kogelgaten in dat éne lichaam, dat we volgens de apostel Paulus met zijn allen zijn.

Eindeloos veel mogeljkheden

1001Krabbels.nl - Vrouw
Hé, het is weer zo'n leuke dag met contrasten. Gymclub Veerkracht beleeft haar eerste les: 'holle rug maken en weer terug, een bolle... rechte armen naar voren draaien, maak grote cirkels... Het lijkt wel het begin van meditatie: 'wat niet gaat, gaat niet, maakt niet uit...' Dan klaterende muziek: It is a young world...van Ricky Nelson. Er wordt gelachen en gegrinnikt... Nou, nou... 'We gaan weer lekker door elkaar heen lopen': you talk too much... Zestiger  jaren  lazy rock, zo noem ik het maar even,  schalt door de gettoblaster.

En dan vanochtend was er de maandagochtendmeditatie. Ik blijf het een fijne manier vinden om de week mee te beginnen. De woorden krabbelde ik gisteren op, terwijl ik in het zand stond bij de rivier, na een zonnige dag die ten einde liep:

Het leven zelf geeft
eindeloos veel mogelijkheden
zoals de zandkorrels van het strand
je bouwt
een sprookjesslot of een luchtkasteel
een dam om het water weg te houden
een gracht om het binnen te laten.

Het zand waait mee met alle winden
wat wij bouwen
blijft een oogwenk, een ademtocht.
Het zand schuurt
in de kieren van de stilte.

Maar de stilte
wikklelt een mantel van mededogen
om mij heen
zodat ik behouden blijf
en wakker word in het zand
en altijd verder
wil bouwen
aan paleizen
van liefde en licht.