vrijdag 30 september 2022

Seksueel misbruik in de kerk. O.a.

Leef je eens in, in de gevoelswereld van een priester. Dit is wie hij is: een vertegenwoordiger van Jezus Christus op aarde. Vaak dagelijks, (ik heb ooit vernomen dat dit vanuit de kerk wordt gestimuleerd, dat een priester dit ook thuis, elke dag doet; een privémis, aan een privé altaar), verandert hij brood en wijn in het lichaam en bloed van Christus. Hoogstpersoonlijk heft hij in alle eerbied dat lichaam dan de lucht in, het lichaam dat hij in zijn handen houdt. Hij mag jonge kinderen dat lichaam voor het eerst geven bij de eerste Heilige Communie, hij staat centraal op het altaar, jonge kinderen luisteren en vinden het een eer om een kaars naast hem te dragen. En ze weten dat ook bij hun doop, ze pas een echt mens zijn geworden, omdat ooit een priester, hen in de handen had.

Er zit iets diep vreugdevols in eten en drinken. Omdat het letterlijk leven gevend is. En samen eten en drinken is verbindend; er ontstaat de ervaring dat je bij elkaar hoort, het geeft kracht, je voelt dat er voor iedereen een plek onder de zon is. Dat juist dit ritueel; samen aan tafel gaan, zo’n centrale rol heeft in de katholieke eredienst…ja, het is universeel herkenbaar, zo is er een wereldkerk ontstaan. En altijd is de priester daarin centraal. Voor vrouwen is geen plaats in deze wereldkerk.

Dus leef je in, in een priester. Een gewoon mens, met menselijke verlangens, willen genieten, op zoek naar ontspanning, een leven dat ‘smooth’ verloopt. Mocht je weten dat je homosexueel bent: jouw roeping binnen de katholieke kerk geeft je veiligheid, je hoeft nergens, nooit een strijd aan te gaan voor een coming-out. De fundamenten van je bestaan maken jou bovenaards, verheven en anders dan de gewone stervelingen, je wordt met eerbied en respect behandeld, mensen en kinderen kijken tegen je op…Waarom zou je een kind dan niet tussen je lakens uitnodigen, met dezelfde vriendelijkheid? Waarom zou je die niet mogen strelen, strelen kan geen kwaad toch, dat is toch een liefdevol gebaar? En zo ontstond het gigantische seksuele misbruik in de kerken, waar nu De Groene Amsterdammer opnieuw over bericht. De Nobelprijswinnaar bisschop Belo in Oost-Timor en de Amerikaanse priester Richard Dashbach, beide in dezelfde regio actief, beide beschermd door de omgeving om hen heen, die alles ook nog eens in de doofpot trachtte te houden. Zoveel welvaart bracht de kerk tenslotte, zoveel organisaties zijn er van afhankelijk, zoveel macht heeft de kerk dus, in alle segmenten van de samenleving; onderwijs, medische zorg, weeshuizen enzovoort …

Het is voor iedereen een verleiding en een valkuil om een huis om je heen te bouwen, waar je zelf goed in kunt leven. Je verzint en creeërt activiteiten die jou gelukkig maken en goed doen, waar je jezelf waardevol en gerespecteerd kan voelen. Totdat iemand er aan gaat morrelen. Waar ben je?  Wóón je wel écht in dat huis dat je hebt gebouwd? Gaat jouw gecreëerde cocon niet ten koste van anderen? Belijdt je met woorden respect voor elkaar , maar is het eigenlijk zo dat iedereen zó moet functioneren dat deze past in de wereld met voorwaarden die jij maakt, binnen jouw ‘kliek?’ Om dat te realiseren moet je dan een ander, als deze zegt iets niet leuk of goed genoeg van jou te vinden, aan de schandpaal nagelen of wegsaneren uit jouw omgeving. Wie niet kan kijken naar eigen onvermogen, wordt wreed, baart gruwelijkheden en verwoesting…Het gebeurd overal: binnen en buiten de kerk, in relaties en vriendschappen. Maar een structuur waar mannen de representanten zijn van God op de aarde, mannen die leven binnen een hiërarchie en elkaar blijven bevestigen …dat zorgt voor pijn, verdriet en misbruik van een nog grotere orde. Voor het welzijn van de mens, die een priester is, zou niemand deze kerk op enigerlei wijze meer moeten ondersteunen.

donderdag 29 september 2022

Blonde

Op het Lido bij Venetië overal de zwoele blik van Marilyn Monroe. De film ‘Blonde’ werd bijna dagelijks in de dagkranten van het filmfestival besproken en wat ik uit het Italiaans kon ontcijferen, waren de meningen verdeeld. Het gaat over het leven van Norma Jean, de échte naam van Marilyn, de persoon achter de glamour. De ene vond dat ze er totaal werd afgebroken, de andere vond dat het goed liet zien dat #MeToo, toen dus ook al bestond, maar men was unaniem lovend over de acteerprestatie en de nieuwe, maar ook controversiële, wijze van filmen.


Gisteren kwam de film op Netflix uit en ik besloot meteen te gaan kijken. Ik had niet door dat het zó lang duurde, dus uiteindelijk zag ik hier ondertussen de avondschemering over de weilanden vallen, de koeien huiswaarts sjokken, totdat het pikdonker was in de kamer. Ik wilde de filmervaring niet verbreken door op te staan en het licht aan te doen. Het is heftig, soms zelfs wat griezelig, je zit totaal in haar hoofd, een kwetsbaar, angstig en breekbaar meisje, opgesloten in de façade van het alom bejubelde icoon van aanbidding en applaus. Je ziet haar praten met haar ongeboren foetus die ze weg laat halen onder de dwang van de filmindustrie en met haar vader, die ze nooit gezien heeft. Je weet niet of de brieven met de warme stem, die ze af en toe van hem ontvangt écht zijn of alleen als stem in haar hoofd bestaan. 

Uiteindelijk gaat het voor mij in de film over de lagen en persoonlijkheden die er in elk van ons besloten liggen, de zoektocht om je binnenwereld te verenigen met de buitenwereld, niet bang te zijn voor wat ongrijpbaar lijkt of verborgen moet blijven…Dat was ook een thema in de Biënnale: The Milk of Dreams. Het lijkt erop dat Norma Jean verdronken is in de droom van Marilyn Monroe.


woensdag 28 september 2022

Droom over New York en octopussen


Ik word wakker uit een droom, zó levendig, het is alsof ik het net allemaal zo heb meegemaakt. Ik droomde dat ik met mijn moeder voor vier nachten naar een cruiseschip ging, net buiten de haven van New York. In de nacht kon je in de verte het Vrijheidsbeeld zien oplichten. De attractie was, dat je boven op het dek ook walvissen en grote octopussen kon bekijken. De autorit erheen besloeg ook bijna een dag en zou gaan door ook droge gebieden, zoals ik gezien heb in New Mexico, waar de reuzencactussen groeien. Tevoren ook nog een gesprekje met mijn vader. Ik vroeg hem waarom hij niet mee wilde, hij zei dat zonnen en zwemmen niks voor hem waren en moeder en ik daar juist zo van konden genieten.

Toen was ik aan boord van het schip, moeder was in de droom verdwenen. Ik ontmoette er een vrouw, die leek op Georgina Verbaan. Ik denk doordat zij een tv-programma had, waar zij op zoek ging naar leven buiten de aarde. Zij werkte op het schip en vertelde dat zij oog in oog had gestaan met een reuzenoctopus, misschien zelfs even door haar was opgeslokt en toen weer aan dek was gezet, maar dat wist ze niet meer precies. Ze nam me mee naar het bovendek waar het allemaal gebeurd was. Daar was een reuzengolf, een muur van water, die net niet over de railing kwam. Ze vertelde dat het toen ook zo was en dat er een reuzententakel uit de golf kwam en die had haar opgepakt.


Sindsdien was ze ook kunstenaar geworden en ze nam mij mee naar ruimtes eronder, waar zij met grote zwarte tekeningen en zwarte installaties haar ervaring, die haar wezenlijk had geraakt, trachtte te verbeelden. Einde droom. Ik ga er maar geen verklaringen voor zoeken, maar zie wel elementen uit mijn leven, die hier aan bij hebben gedragen. Zoals bovenstaande tekeningen en installaties uit de Biënnale.

Het motief van de octopus gaat met mij mee sinds de aankoop van een netsuke op 8 July , zie eerder in dit blog en op het eerste plaatje, en ook op de Biënnale kwam dit motief voor; het samengaan van mens en dier, dat wij ook een levend organisme zijn, tezamen met al het ons omringende leven, onderling afhankelijk van elkaar.


dinsdag 27 september 2022

Anjet Daanje. Aanhankelijke Joep. Gordon Lightfoot

 Vandaag bestond mijn dag louter uit het lezen in dit boek voor de boekenclub bij een zelf geplukt boeketje uit de tuin alhier. Het is te koud om buiten te zitten en het regende regelmatig, dus dan maar de natuur naar binnen halen. Tevoren, als opwarmertje, had ik het interview met haar gezien in Brommer op Zee. Op een oude begraafplaats, (want er komt veel ‘Dood’ voor in dit boek), ergens in noordelijk Groningen, waar zij woont. Een totaal onopgesmukt mens, jongensachtig, met een lange vlecht. Het boek is de zomerhit van dit jaar, ze heeft al negen boeken op haar naam, maar nu pas echt ontdekt.

Wat is er heerlijker, dan een kat op je schoot, snorrend, zich wassend, zo’n volkomen vanzelfsprekende nabijheid en aanhankelijkheid. Waren mensen ook maar zo makkelijk en aanhankelijk naar elkaar. Je vraagt je soms af waarom dit niet zo geregeld is door de grote Schepper of gewoonweg in de code en de bouwstenen van het leven. Waarom al die oorlog, wreedheid en gruwelijkheden, zoveel verwoesting?…

En toen kwam dit liedje uit de oudheid plotsklaps tevoorschijn. Al meer dan een halve eeuw oud en zó oud ben je dus zelf, want ik ken het uit mijn tienerjaren. Ik heb meerdere LP’s van Gordon Lightfoot, ontdekt op de draaitafels in Concerto in Amsterdam. Hij is nu door het leven getekend, meerdere keren ernstig ziek geweest, drie huwelijken, je herkent zijn gezicht nauwelijks terug…Toch is het de kracht van de geest, om elk mens te blijven herinneren in haar toppunt van welstand, het toppunt van kunnen, de ander op haar best; in kracht, beminnelijkheid en welvaren.


maandag 26 september 2022

Anouar Brahem. Britta Marakatt-Labba. Francis Alys. Blauwe verte

Het is toch altijd de muziek van Anouar Brahem die mij grondt en dus thuis laat komen. Bij mezelf en op de plek waar ik aangekomen ben. Het was de eerste muziek die ik hoorde in mijn boshuisje. En nu: na een barre fietstocht van 56 km met koude tegenwind en alleen maar regen, van Hoenderloo naar Kranenburg, is het nu goed en aards; met kaas, druiven en wijn, na een warme douche, bijkomen op de bank. De muziek van Anouar Brahem zwerft, zoekt, heeft zoveel trage oerklanken en is tegelijk bij de tijd; het draagt mij ook de toekomst in. 

Tijdens de fietstocht had ik steeds dit beeld voor ogen. Het is een weefsel van Britta Marakatt-Labba, aan wie ik op 17 July een blogje wijdde en op wie ik mij verheugde om haar te zien op de Biënnale. Het is als het gat tussen de bomen in het tuintje van mijn boshuisje, waar ik eergisterenavond een heldere sterrennacht zag fonkelen. Het is als de focus tussen de hemel en de aarde, wanneer dingen helder zijn geworden. Het is als het centrale stille oog in het midden van een tornado…het uitzicht dat je hoopt te vinden na de storm.

Er was dit meisje dat in haar blauwe jurkje door Hong Kong tijdens Corona haar eigen betoverende spel speelt. Ze mag niet op de gele vlakken en niet op oneffenheden en barsten in het asfalt. Ze huppelt en springt langs mensen die vastgekleefd lijken, zij leeft in haar magische wereld waar alles een avontuur is. Het is éėn van de vele kinderspelen die Francis Alys wereldwijd op film heeft vastgelegd, hij bezette nu het Belgisch paviljoen op de Biënnale. Ergens in mij, ben ik dat meisje, zelfs in de kou en regen op de fiets…

…en vlieg ik zó, op de klanken van Anouar Brahem, de blauwe verte in.

zondag 25 september 2022

David Hockney. Géén homokunst. Marieke Lucas Rijneveld

Soms komen dingen bij toeval bij elkaar. Mijn gedachten waren al bij David Hockney, omdat hij een rol speelde in de discussie die ik indertijd in PINK voerde of er wel of niet ‘Homokunst’ bestaat. Indertijd, de negentiger jaren, was de homobeweging erg bezig met zichzelf profileren en positief op de kaart zetten. Ook door de aidsepidemie, die homo’s in een kwaad daglicht stelde. Dus er was ‘homokunst’. Maar ik stelde dat die er niét was, er was kunst met ‘homoseksuele motieven’, als vanzelfsprekend in het werk van kunstenaars aanwezig en dat had de toekomst. Deze kunst tot ‘homokunst’ labelen, is een verenging.

David Hockney portretteerde als vanzelf jongens en mannen omdat zij aanwezig waren in zijn huis en tussen de lakens, hij ving hun blikken en hun houdingen omdat ze nu eenmaal zo naar hem keken, er een spanning aanwezig is tussen kijker en bekekene, tussen de kunstenaar en het onderwerp. Maar daarmee is dit niet specifiek ‘homokunst’, want de kunst zelf overstijgt een label.

David Hockney is ook lang bezig geweest in zijn schilderkunst hoe hij water kon vastleggen, dat was de uitdaging, hoe krijg je het stromend, in beweging, helder en transparant of juist in rust, op het doek? En opnieuw komen er dan jongens en mannen in beeld, want die waren er immers, maar ze zijn niet hét centrale onderwerp, ze waren een vanzelfsprekend onderdeel van zijn leefomgeving. Toevallig las ik een heel goed verhaal van K. , een van de partners van L., die zich herinnert hoe hij genoot van het zwemmen in een zwembad en tegelijk van het leven in de douchehokjes. Hoe hij als jongetje doelgericht op zoek ging naar de naakte lichamen van mannen en wat daaruit voortvloeide. Zó spontaan en gewoon kunnen dit soort activiteiten zijn, gehoor gevend aan de roep van het lichaam, zoals de titel van het Nederlandse paviljoen door Melanie Bonajo, op de Biënnale: When the body says Yes.

En even toevallig was daar plotsklaps dit filmpje. Mooi hoe Marieke Lucas Rijneveld als het ware samenvat hoe kunst zonder dat doelgericht in te zetten of te benoemen, haar tijd ver vooruit  kan zijn en grenzen kan doorbreken. Dat kunst dát is: vitaal en levenwekkend.

 

zaterdag 24 september 2022

Alabama Rain. Sjamaan. Wereldkerk. PINK

 Even voor twee nachten weer in mijn boshuisje, de fietstocht geheel door de regen, maar het was de moeite waard. Nú ben ik pas echt weer thuis gekomen in Nederland. Dit liedje van Jim Croce heeft die mengeling van het bitter-zoete…een zomer die voorbij is, maar haalt ook het geluk wat er was, dichtbij. Voor mij dus: Biking in the Alabama Rain.

Gisteren rondom het symposium nog drie leuke gesprekjes. Een vrouw gaat voor mij zitten, draait zich om en zegt: Hallo! Ik vroeg of ik haar ergens van kon kennen. Nee, zegt ze, maar ik denk dat jij een sjamaan bent. Uuh? ‘Het komt omdat ik pas een reading heb gedaan en daar bleek een vriend van mij een sjamaan geweest te zijn. Ik herken nu iets.’ Ik vroeg haar wie zij dan was geweest. ‘Een non, maar ik was teveel bezig met alles perfect willen doen, dat heb ik nu nog, ik vind het wel fijn dat ik nu weet dat het ergens vandaan komt.’ ‘Je kunt ook denken: dat zit nu eenmaal in mij, het hoort bij mij, daar hoef je geen vorig leven voor te hebben’ reageerde ik. Dat was een eye-opener voor haar.
Ondertussen vraag ik mij af, waar dat sjamaan-idee vandaan komt. In de afbeeldingen vind ik types met warrig lang haar, een hoedje op (heb ik ook, tegen het kunstlicht, waar ik niet tegen kan) zo’n gekke, niet-helemaal-op-de-wereld blik…moet dat het dan zijn? Ze bedoelde het als een compliment. Na het symposium vroeg ik haar wat ze van de middag had gevonden. ‘De moeite waard, ook door dat gesprekje met jou.’

In de pauze een gesprekje met een man die predikant was in de protestante kerk, maar wel een hang had naar de katholieke kerk. Waarom?, vroeg ik. ‘Omdat het toch de wereldkerk is…de protestanten zitten altijd op dat kleine plekje zich druk te maken om dat eigen grondgebied…En dan de monastieke traditie…ik ben getrouwd, heb drie kinderen, maar kan toch denken, misschien had ik toch…ben ik toch…’ Ik herkende dat wel en zei dat het monastieke en mystieke voor mij het enige vitale was in die katholieke wereld. Dat er iets is, wat je meteen herkent in religieuzen, ‘iets’ wat jezelf ook voortdrijft, maar dat er ook van alles is waardoor die twee werelden, die van de kloosterling en ‘de leek’ nooit bij elkaar komen. Dat herkende hij ook: ‘Als je dichterbij komt, blijkt er toch iets van hiërarchie mee te spelen…’ 

En toen sprak iemand mij aan met mijn voornaam en achternaam, dat hij op mijn naamkaartje las. ‘Nu zie ik eindelijk het gezicht dat erbij hoort’. Zijn naam kwam mij ook bekend voor, ik associeerde het meteen aan het COC van Nijmegen, maar twijfelde, omdat ik hem niet in deze context van het symposium had bedacht. ‘Ik jou ook niet meteen’ zei hij. ‘Jij schreef in PINK’.  ‘Ja, ik had een column over biseksualiteit…ik maakte mij nogal druk over van alles. Jee! Dat je mijn naam nog kent, het is zó lang geleden!’ ‘Ik heb een olifantengeheugen…ja, alles is nu weg, PINK bestaat niet meer.’ Leuk, dat je verleden dan ineens levend  wordt.  Ik vind tot mijn verbazing dit plaatje: in deze PINK had ik, geloof ik, twee bijdragen: ‘De flanerende blik’ en ‘De ene kunst is de andere niet’. Ik was verwikkeld in een discussie of er zoiets als ‘Homo-kunst’ bestond. 

vrijdag 23 september 2022

Vincent de Paul. Oogsten wat je zaait?

 Een symposium om het 10 -jarig bestaan te vieren van het Vincent de Paul center Nederland. Hij was een heilige uit de 17e eeuw die de noden van de armen als centrale focus in zijn leven had, van de orde van de  Lazaristen. In het logo zit de plattegrond van het ‘lazar’ in Parijs, de plek waar indertijd melaatsen werden verzorgd. Vriend L. was dagvoorzitter én hij had de organisatie van de dag op zich genomen. Hetgeen gepaard ging met heel wat bloed, zweet en tranen, hoorde ik bij het heel gezellige etentje achteraf met zijn twee partners. Vriend L. dineerde ondertussen met o.a. bisschop De Korte. Er was wel enig contrast constateerden wij, met de hapjes en de drankjes en de petit-fourtjes met zelfs het logo van de vereniging daarop en het doel: er zijn voor de armen en behoeftigen. Vriend L. bracht wel de juiste sfeer op deze dag, met zijn ontspannen en feestelijke persoonlijkheid.

In de late ochtend, vlak tevoren, deed ik mij opnieuw tegoed aan een pan vol gebakken tomaten van de struiken in mijn tuin. Na dik drie weken, hangt er opnieuw twee kilo aan rijpe tomaten, verborgen in het groen. Wat kan  de natuur dan overdadig geven, terwijl jezelf niks gepland heb.

Ik zou zelf heel graag willen dat dit liedje waar zou zijn. Dat je oogst wat je zaait en dat dit goed is. Ik heb het vaker gezongen in periodes in mijn leven. Lopend in de bossen van Hoenderloo en op de ‘Eeuwige Jachtvelden’ in de Hoge Veluwe. Maar tegen ziekte is eigen wil en goede zorg niet opgewassen. Maar toch: doelgericht blijven zaaien en hopen op een goede oogst: iets anders kan een mens niet doen…

Of in een ander beeld: geduldig wachten aan de waterkant en hopen dat je wat vangt, geloven dat een actieve houding van toewijding en aandacht tot een positief resultaat leidt: toch het uiteindelijke doel van Vincent de Paul. 

donderdag 22 september 2022

Dag Venetië


 Om vier uur s’nachts in het donker je tent af te breken, is niet het makkelijkste karwei. Zóveel zeil dat gepropt moest worden in die kleine tas, opbollend, kreukelend, opnieuw beginnen, de klok zien wegtikken , en maar denken: áls ik de bus maar haal. Maar dan eenmaal op de vaporetto en het ochtendgloren in de lagune zien opkomen en al het ongemak is alweer vergeten.


De boot tuft langzaam en gestaag, het wordt al wat lichter, de koepel van Santa Maria della Salute komt dichterbij.


En dan komt de allerlaatste blik op Venetië. Dag!, mooie stad, je blijft in mijn dromen, je stroomt door mijn aderen, zolang als mijn geheugen dat toelaat, zal ik je koesteren, altijd.


woensdag 21 september 2022

Extra Ordinary Attorney Woo. Walvissen en dolfijnen


 Helemaal in het begin van deze vakantie, viel hier mijn aandacht op. Gemaakt in Zuid-Korea en het heeft langzamerhand de wereld veroverd. Zij is autistisch, maar met een geniaal brein en beginnend advocaat. Elke aflevering wordt er een zaak behandeld, waardoor je ook een beeld krijgt wat er in die samenleving zoal speelt en extra leuk nu voor mij, omdat neefje T. nu een half jaar in Seoel verblijft.


De trailer geeft geen goed beeld van de leefwereld van haar, dat doet de intro bij elke aflevering wél en daardoor werd ik helemaal verkocht en heb hier het hele eerste seizoen bekeken. Ze leeft helemaal in de wereld van de walvissen, die ziet ze overal, ze wil er het liefst altijd over praten, ze relateert alles aan hen en bij een ingeving ziet ze de open zee, heur haren gaan wapperen en er duikt een walvis op. Het wijsje erbij ging als een oorworm in me zitten en geeft het geheel iets lichts. Terwijl er serieuze zaken worden behandeld, zij weet niet wie haar moeder is en zij en een collega gaan ook het liefdespad verkennen en hun baas krijgt later ook nog eens maagkanker.


Ik heb zelf ook wel wat met walvissen en dolfijnen, hoop ze nog altijd een keer wél in het echt mee maken. Toen ik in de winter in Nieuw Zeeland was,  in Kaikoura op het Zuid- eiland,  waar je met bootjes in een inham van de zee walvissen kunt bekijken, voer de boot op het laatste nippertje wegens slecht weer niet uit… Vriendin W. heeft er ooit een soort van oerervaring gehad, alsof een walvis tegen haar zei: ‘ik ben ook een moeder, net als jij’. Een  dolfijn  zwom rechtstreeks vanuit het basin in de dierentuin van Sidney naar mij toe, nadat ik haar in gedachten riep. Vanuit deze ervaring deed ik dit later ook eens in het dolfinarium in Harderwijk, wat resulteerde in een foto van nichtje L., nog  een peuter, bij mij op schoot, terwijl alleen het glas ons scheidt van de snuit van een dolfijn. Dit filmpje bevestigt deze magische band tussen mens en walvis.


dinsdag 20 september 2022

Openen en sluiten. Paula Rego en Paul Simon

En toen was mijn tijd in Venetië bijna op, morgen nog één dag en dan in de nacht de tent afbreken. Het was een speciale tijd. Alles staat alweer klaar voor het Alta Aqua, het hoge water, platforms kunnen zó naast elkaar gezet worden en op het San Marcoplein borrelde het water al uit de putten tussen de tegels en had men al één  streep hoge plankieren gelegd.

Ik had vandaag het gevoel dat ik zweefde, als op een stenen vliegend tapijt boven zee: de pieren zijn nu toegankelijk voor het volk. Ik heb er eerder bewaking meegemaakt, maar alle particuliere stranden, waar je moet betalen, en een strandhut voor een seizoen kunt huren, het bestaat niet meer: parasols en ligbanken zijn al opgeruimd, de strandwacht op hoge zetels met vlaggen of het veilig is om te zwemmen is verdwenen,  evenals de kettingen waar je niet overheen mag: alles weg. Het strand is weer terug aan de natuur gegeven en de laatste zonaanbidders van het jaar kreukelen en vouwen zich op de grote witte stenen.


Later op de dag maakte ik nog een rondgang op de Biënnale. Nu trof een grote pasteltekening van Paula Rego mij. Voor sommige mensen is het leven niet gemakkelijk, ze voelen zich niet erkent en de wereld om hen heen is al snel een bedreiging…daar komt oorlog uit voort, wreedheid en gruwelijkheden. Maar het ís wel mooi dat een kunstenaar dat gezien heeft en heeft vastgelegd.

Welaan, er is dat lied van Paul Simon, dat dan weer in mij opkomt, nee het is niet ‘Bridge over Trouble Water’ , al zou je dat het liefste willen, dat mensen zo zijn voor elkaar. 




 

maandag 19 september 2022

Wegen van transformatie


Door de algoritme’s van YouTube kom ik op dit lied van, toen nog Sarah Bettens, gemaakt voor de gelijknamige film ‘Leef!’. Hier met aandacht geknipt en geplakt, mooi vind ik dat, die creativiteit en toewijding die iemand daar in stopt.


Sarah werd dus Sam Bettens. De wereld is ook bezig met oorlog en klimaatverandering, maar dat deze verandering ten goede ook mogelijk is, geeft mij ook hoop voor de mensheid. Dat hij, transman, dat dan kan omzetten in een lied ‘Body’ en in een video tevoorschijn komt: ik geloof in deze intensiteit, je leeft pas écht als jezelf en een ander eerlijk in de ogen durft te zien, daarmee verandering niet uit de weggaat en dus ook daarbij verlies van het oude, aandurft: Wat was van je afschudt en dan ontstaat er vanzelf iets nieuws.

Dat is ook het thema van deze Biënnale. Dit is Leoparda de Ojitos (1977) van Cecilia Vicuña dat zij maakte in ballingschap, gevlucht voor het regime van Pinochet. Aan de oorsprong hiervan liggen afbeeldingen uit de 16e eeuw van Inca-kunstenaars in Cuzco, die gedwongen werden door de katholieke kerk dit af te zweren. Zij geeft het dier talloze ogen op de huid en een duidelijk vrouwelijke gestalte: de vagina als het grootste oog, zij zal een nieuwe wereld zien. Cecilia Vicuña won de Gouden Leeuw van deze Biënnale voor haar levenswerk, wonend in New York is zij ook dichter en promoot de literatuur uit Zuid Amerika en is actief om de rechten van de inheemse bevolking te beschermen.

En dan dit levensgrote werk van de Mexicaan Filipe Baeza, wonend in New York. Hij combineert verf met collage en het maken van prints, zodat, als je ervoor staat, je een letterlijk gelaagd persoon ontmoet, die bijna in je nek ademt. Zijn motto, aanwezig als titel bij een ander werk:  

I open against my will dreaming of other planets, I am dreaming of other ways of seeing this life. 



 

Alles komt en gaat


 Dit liedje zong ik ineens op het strand, dat doet goed, als je zomaar eerst in het wilde weg aan het neuriën bent, en dan wordt het eerst een onbekende melodie en dan vormen zich ineens woorden in je hoofd, en blijkt het dit te zijn. Ik wist de meisjesnaam niet meer, dacht aan ‘Elise’. Dat zij Sarah, het hier zingt, die later Sam werd, geeft het nu een extra lading.


En aan deze foto dacht ik, die ik gisteren maakte, zittend op oud beton bij water, tegenover de vrouwengevangenis op Guiddeca. Dat er spiegeling is, en stil water met wellicht een diepe grond, roest en verval…


En dit jongetje maakte helemaal alleen rondjes over het pleintje, in gezelschap van een poes. In een andere uithoek kwam ik een meisje tegen, die de achterpoort naar haar huis opende, ze was even verbaasd dat er een mens in de buurt was, en toen glimlachten we naar elkaar en verdween ze.


En dit is de zee en het strand, zoals ik het net verliet, wellicht was ik er voor het laatst, dit jaar. De zee en het strand zullen blijven, eb en vloed zal komen en gaan.




zondag 18 september 2022

O, dat kleurige leven…

Dit is de tekening die ik opgehaald heb in het paviljoen van Bolivia van Leo Calisaya. Wat zie je? Is het eng en bedreigend, een soort van prehistorische monster dat naar de mensen komt? Of is het wellicht een wonder van techniek, een architectonisch stad, een soort van ruimteschip, die nieuwe woningen zal geven? Het is in the eye of the beholder.

En dit is het Nederlandse paviljoen in een oude kerk. Je zijgt neer in kleurige kussens en je ziet lichamen met elkaar bewegen. Voor de ene zal het te ver gaan, al die naaktheid, dat intense kronkelen bovenop en in elkaar…maar Melanie Bonajo is op zoek naar intimiteit.


En dit is het werk van de Nigeriaanse kunstenaar Jade Fadojutimi. Zij gelooft dat er altijd ervaring van geluk kan zijn. Ze schilderde dit in de tijd van de lockdown.

En dan is er altijd Venetië. Ik maakte daar de zonsondergang mee, op de trappen voor de basiliek van San Giorgio. In de late ochtend en vroege middag was ik er ook al, in de kloostertuin, nu met nog meer heimwee naar mijn kloostertijd… De dingen en de mensen trekken voorbij, zoals de boten op het water. En soms blijk je niet meer te zijn, dan twee schepen die elkaar passeren in de nacht. Hier zijn ze nog even te zien, voordat het donker wordt.




 

donderdag 15 september 2022

Boliviaans paviljoen. Leo Calisaya

Gisteren was ik van plan om het Nederlandse paviljoen te bezoeken. Die hebben hun prominente plaats, vlak naast de ingang in Guardini op de Biënnale, dit jaar afgestaan aan Estland en zitten nu  ergens verstopt  in de wijk Canneregio in de buurt van de kade die uitzicht heeft op de begraafplaats San Michel aan de overkant, waar grote donkere pijnbomen de lucht uitsteken. Zo’n plan in Venetië gaat altijd samen met gewoon maar in die buurt te willen flaneren en jezelf kwijt te raken in de stad. 

Wat heel goed lukte. Want ik heb het paviljoen niet gevonden, het is altijd een zoekplaatje hier, totaal onoverzichtelijk, wellicht was ik er vlakbij, en scheidde slechts één brug en een steegje mij ervan en dan blijft het dus totaal verborgen en lukt niet, wat je wilt. Ondertussen kom je dan wel andere mooie dingen tegen, onverwacht en niet gepland of onder je eigen controle… Voor mij is dat de charme van Venetië, dat ik al heel lang vergelijk met mijn eigen brein: weet ik veel wat daar allemaal in gebeurt, je moet het maar een beetje laten gaan.

En nu kwam ik dus onverwacht in het paviljoen van Bolivia, een kleine kelderachtige ruimte in een woonhuis, voor hen was er geen groots Palazzo. Het is voor het eerst dat zij deelnemen aan de Biënnale, vertelden twee jonge Bolivianen, ze studeerden politieke wetenschappen, maar werkten in hun vrije tijd in de Miko-gallery en ze wilden liever de richting van de kunst opgaan. Zouden ze een stel zijn? Beide een zelfde soort bril op, zij met tatoeages op de arm en een gescheurde zwarte broek, hij in een trainingsbroek met een wit T-shirt van AC-DC, ze waren in ieder geval nu tot elkaar veroordeeld tot eind november als de Biënnale voorbij is.

De eerste dagen hier, enkele weken geleden, waren vreselijk geweest, als een nachtmerrie. Het was onverdraaglijk warm, terwijl zij uit de bergen kwamen, er waren zoveel mensen overal en ze moesten het alleen uitzoeken, want degenen van wie ze het overnamen: hun vliegtuigen hadden elkaar gekruist in de lucht. Ze woonden vijf minuten van hun paviljoen af, heel simpel, dat is zo in de wijk Canneregio. Ze hadden de hoofdtentoonstelling ‘The Milk of Dreams’ nog niet gezien: ze hadden gratis tickets, maar de datum bleek niet goed te zijn.

Ik zei dat ze klonken als de ruimtevaarders door verleden, heden en toekomst, op een soort van ruimteschip, zoals er centraal stond, op de tentoonstelling. Of ook wel: de hemel, de aarde en de onderwereld die er verbeeld werd, volgens oude verhalen in de Boliviaanse cultuur. Ze moesten hierom lachen, dat klopte wel, het was een groot avontuur, een ‘life-time-experience’ en ondertussen vonden ze het nu wel fijn in Venetië, ook omdat er nu een koel briesje was. Het paviljoen is van woensdag tot en met zondag geopend, de rest van de tijd konden ze op verkenningstocht gaan.

Het paviljoen is helemaal tot stand gekomen, ook bijna letterlijk, door en in  de Miko-gallery, waar 25 kunstenaars aan verbonden zijn. Die ruimte is ongeveer even groot als hun paviljoen nu, en daar hebben ze het ‘ruimteschip’ gebouwd, dat nu centraal stond. Een aantal kunstenaars zijn voor de opening hier geweest en hebben het verder ingericht, daarbij ook materialen gebruikend die ze zomaar in de omgeving vonden. Eentje, de curator was al rijker en had contacten met de regering en heeft dit voorstel gedaan voor de Biënnale, dat uiteindelijk, na veel moeite, werd gehonoreerd met een klein budget. Zij tweeën deden nu voornamelijk aan vrijwilligerswerk.

Ik zei dat de kleurige film bij het ‘ruimteschip’ mij wel deed denken aan een graphic novel en zij haakten daar meteen op in door te vertellen dat afgelopen jaar in Bolivia, de eerste graphic novel was uitgekomen, ze schreven de titel ervan meteen op een briefje en dachten wel dat het binnenkort in het Engels zou worden vertaald. Ze vertelden over de aanwezige kunstenaars, met name over eentje, die van oorsprong een architect was, ingegeven door zijn ouders, want daar was geld mee te verdienen, maar die de tekenkunst in wilde, met name het aquarel. Hij gebruikte heel  fijne Micro-penselen, alles deed hij handmatig, hij wilde niks met computers maken.

Hij schilderde ook traditionele landschappen en taferelen. In Bolivia zijn een paar traditionele dorpen, waar alle kunstenaars in hun opleiding heen worden gestuurd om daar te beginnen en deze kunstenaar was ook in Venetië geweest en had voor de deur geaquarelleerd en ter plekke ook werk verkocht. Maar zijn passie was het maken van fantasy-futuristische afbeeldingen, waar ook architectuur-elementen in voorkwamen. Hij is al ontdekt in China, kreeg een uitnodiging om daar mee te doen aan een expositie. Hij kan geen Engels, dacht eerst dat het een grap was, maar dat was dus niet zo, en hij is dus ook in China geweest.

Op de tafel bij de ingang hadden ze een klein winkeltje, zoals ze het zelf noemden, zéér provisorisch, ik had mijn tas al bijna op een tekening gezet, toen ik het briefje met de titel van de graphic novel in mijn portemonnee wilde opbergen. ‘Actually’… was dit dus een aquarel van de kunstenaar waarover zij net vertelden, die ook nog eens zo áárdig was. Ik keek beter. En werd plotsklaps erg door geraakt, door de mengeling van een prehistorische dier dat ik zag, met wanneer je van bovenaf keek, contouren van een stad waarin je kon wonen. Én het vakmanschap. Op de achterkant stond in potlood dat het 50 € kostte, een belachelijk lage prijs…en besloot het te kopen, maar had niet genoeg geld bij me.

Dus ik kom er terug, ze bergden de tekening vast voor mij op. De kunstenaar heet Leo Calisaya en heeft een Instagram-account. Mijn tekening staat er ook op: gemaakt als eerste tekening van dit jaar, op 2 januari 2022.


zaterdag 10 september 2022

Filmfestival. Starstruck. Shape-shifter

De camping loopt leeg: einde van het Filmfestival. Gisteren ben ik gaan kijken op het terrein. De straten rondom het beroemde oude hotel Excelcior, waar ook Visconti’s film ‘Death in Venice’ zich afspeelt, waar nu alle sterren verblijven en het filmtheater schuin aan de overkant, zijn afgezet, je kunt er alleen door als je door de poortjes gaat, waar geüniformeerden je kunnen fouilleren en je tas kunnen controleren. Er zijn terrassen er rondom heen gebouwd, en ik geloof ook, minstens een filmzaal erbij, er is uitgebreide goede catering, ik  liep er tijdens lunchtijd en zag goed gevulde borden eten uit de internationale cuisine.

Er schalt muziek door luidsprekers, er staan veel politiebusjes, er was voornamelijk jong publiek. Ik vond de sfeer ‘star-struck’. Fotografen, voornamelijk in het zwart gekleed, staan bij de ingang van Exelcior en eronder, waar de boten aankomen en gaan van de bezoekers. De sfeer is wachten en vol anticipatie: er kán zomaar een ster verschijnen, wanneer weet je niet. Ook publiek hield de mobiel startklaar. Bij de ingang van het filmtheater, die rode loper, overal rode vloerbedekking dus, tv-camera’s die van boven kunnen zwenken, er was iets op handen…maar er gebeurde niks, gedurende het half uur dat ik er ook bleef hangen.

Plots naast mij een ‘bekende’ Nederlandse tv-stem: daar stond René Mioch  met een camera ten grote van een mobiel op een inklapbare driepoot, geanimeerd zijn verhaal te houden. Camera uit, opruimen, zijn gezicht verloor de’film-uitstraling’ en hij sjokte met zijn gele tas en korte broek weer verder. Is dat niet een beetje eenzaam zo, het beroep van journalist? Wát een vraag… ik voel mij tenslotte ook nooit eenzaam, als ik alleen onderweg ben. Ik zie nu op een video op zijn website, dat het erop lijkt alsof hij goede vriendjes is met de sterren, die hem herkennen: Brad Pitt, Meryl Steep, George Clooney, Hugh Grant, Julia Roberts, Collin Firth, om maar een paar voor mij bekende, te noemen. En ook Steven Spielberg.

Wat is dat toch, dat ‘star-struck’zijn? Alsof er halve goden en godinnen voorbij komen. En misschien is dat op een religieus niveau ook wel zo. In mijn studententijd ging ik ook wekelijks naar de film, je leefde mee met al die verhalen, ik deed aan film-analyse met H. en de mensen die de rollen spelen, zijn een soort ‘Shape-shifters’, die werelden van verbeelding ontsloten. Je kunt iets hebben met een ‘heilige’, iconen ophangen en ook dan maakt je geest een reis naar dat onzichtbare rijk naar wie je ook wel wilt zijn, een verlangen gestalte gekregen en gegeven… filmsterren en hun publiek doen dat ook met elkaar, denk ik.

Elke dag komt er een dagkrant uit, net als op Oerol. Maar deze zijn op glanspapier en voornamelijk in het Italiaans. Maar er was een column in het Engels, die ging over het gegeven dat er nu een paar popsterren zijn, die ook in een film meespelen en dat er nu verwacht werd, dat bij de rode loper er veel uitzinnig schreeuwende en uitgelaten fans zouden zijn. Moet je dat willen, als filmpubliek, dat is toch niet de bedoeling… Of toch wel? En weer dat woord ‘fluïde’: als dat de nieuwe werkelijkheid is, dan moeten filmliefhebbers hier ook open voor staan, is de eindconclusie.

Kennelijk is het filmfestival ook een broedplaats, waar workshops en ontmoeting wordt gefaciliteerd tussen aankomende producenten, regisseurs en er wordt aan fondsenwerving gedaan en colleges gegeven. En hoe kunnen niet-westerse landen beter vertegenwoordigd zijn? Er deden 56 landen mee, alle vlaggen wapperden vrolijk boven het grote filmtheater, maar van de 23 genomineerde films, kwam twee derde uit drie landen…Toch een vorm van autarkie?, is de kritische vraag.

Ik las twee verheugende dingen: Er is een film uitgekomen over Clara van Assisi: 'Chiara' door Susanne Nichiarelli, waar eindelijk deze zeer zelfstandig, sterke en zelfbewuste vrouw, (ik was dikwijls ontroerd door haar geschreven woorden), in de schijnwerpers komt, naast Franciscus van Assisi die de boventoon voert, met name in de katholieke kerk. In de Nederlandse Franciscaanse kringen ligt dat nu wel anders, ze worden vaak in één adem genoemd. Én er is het voornemen om beter naar comics en graphic novels te kijken. Ze zijn al langer inspiratie voor met name tv-series (onlangs is eindelijk de klassieker The Sandman van Neil Gaiman uit 1988, bij Netflix verfilmd), maar ze kunnen een bron worden voor ‘de betere, serieuze’ film. Als die categorie nog bestaat: want films geproduceerd door Netflix, dingen nu ook mee naar de prijzen, zoals ‘Blonde’ over Marilyn Monroe: haar zwoele blik kijkt je vanuit billboards aan.

Zo komen dus toch meerdere van mijn werelden samen. Dat geldt ook nog eens voor de enige kunstenaar die nu zowel op het filmfestival als op de Biënnale aanwezig is: Nan Goldin. In de Biënnale is er een film van haar die ‘Sirens’ heet: over de sirene-achtige aantrekkingskracht van een topmodel en drugs… Zij heeft veel mensen uit haar eigen omgeving op de foto gezet, mensen aan de zelfkant van het leven. Ik ken haar naam al dertig jaar, zij was toen een opkomende ‘ster’ en bevriend met de toenmalige directeur van de Vereniging voor Biseksualiteit. Zij noemde ons de voorlopers van een nieuw bewustzijn, ja zij was ‘t zelf ook. Misschien heeft ze wel gelijk gekregen. Biseksuelen wilden indertijd géén nieuw hokje maken, maar bruggen bouwen. Er was geen óf- óf, maar én-én. Hedentendage kunnen die ‘ennen’ in één leven velen malen worden vermenigvuldigd: Shape-shifters, zoveel sterren aan één firmament.

PS: Er is net bekend geworden dat de film-documentaire waarin Nan Goldin gevolgd wordt ‘All the Beauty and the Bloodshed’ de Gouden Leeuw heeft gewonnen. Zij neemt het hier op tegen de familie Sackler die met de productie van de pijnstiller Oxycontin verantwoordelijk is voor de Amerikaanse opiatencrisis: de pijnstiller heeft aan bijna een half miljoen mensen het leven gekost.  Goldin  speurt naar al het geld dat deze familie  aan de kunstwereld heeft gegeven zoals aan Guggenheim en Tate Modern, Het Louvre, The Metropolitan en aan universiteiten zoals Oxford en Harvard. 

donderdag 8 september 2022

Oneindig mooie kralenketting

Het is hier een aaneenschakeling van heerlijkheden’ dacht ik vlak voor het slapen gaan en moest lachen om de cliché taal die dan zomaar in je brein floept. Maar het ís wel zo. Zomaar zonder enig plan, werkelijk niks, stapte ik op de vaporetto en volgde mijn impulsen. Wat je dan op één dag tegenkomt, daar kun je wel een jaar op teren. Nee, het heeft geen zin om een opsomming te maken en daarbij is het ook de draad van de kralen die alles zó bijzonder maakt. Venetië zelf, overal mooi en opwekkend en na twee jaar bos ben ik mij nóg meer bewust dat alles hier drijft op water.

Een paar kralen, dan toch maar: Er was het paviljoen uit Uganda, dat volgens de zeer betrokken gids, student in kunst communicatie, ook een eervolle vermelding heeft gekregen. Ze had er nu drie dagen in de week een betaalde baan van, had niet kunnen kiezen waar ze terecht kwam, maar was heel blij dat het hier was: ‘Radiance, they dream in time.’ Twee kunstenaars: zij (Acaye Kerunen) maakt in samenwerking met vrouwen op het platteland objecten van riet, oude vlechtkunst wordt zo bewaard, de strijd tegen plastic en kunststof hiermee tegelijk gestalte gevend. Hij (Collin Sekajugo) ‘schildert’, maar gebruikt ook de bast van de ficus: zwarte mensen in een moderne omgeving,  zelfbewust en ook in de clichés vanuit het westen waar ze zich aan willen onttrekken, maar wat ook een deel van de geschiedenis blijft: de zwarte slaaf, zwart als krachtig en aards en dichtbij de natuur.

En er was Claire Tabouret: ‘I am spacious, singing flesh’ (alleen deze titel al, is goud!),  in een palazzo aan het water bij Zaterre. Ze schildert zichzelf, een jonge vrouw met bloed om de mond als vampier, jonge mensen in beeld met allen dezelfde blik, die je niet zomaar loslaat: Wachtend?… Broedend?… Onbestemd en wellicht ook al enigszins beschadigd in het leven: bij een groep jongetjes kon ik niet anders dan denken aan seksueel misbruik binnen de kerk, bij een groep meisjes in vreemd licht, het schilderij bleek ‘Eclips’ te heten, dat verklaarde het, ik herinner me dat bijna duisternis-licht, voelde ik geschiedenissen van Engelse arbeidersmeisjes, de sfeer van de films van Mike Leigh.

En toen moest het gigantische toetje nog komen: er bleek een grote tentoonstelling te zijn van Ai Wei Wei ‘LA COMMEDIA UMANA, Momento Mori’ in de kerk, de kloostergangen, een binnenplaats en de tuin van San Giorgio aan de overkant van Venetië. Het begint met een grootse ‘kandelaar’ gemaakt van zwart glas in het middenschip van de kerk, vol menselijke skeletten met dierlijke reminisenties en dan overal objecten van glas, soms als paaseieren verstopt, zoals een klein beeld van hemzelf, zittend lachend bij een kerkelijk ornament. Én veel werk, ook bekende schilderijen gemaakt van Lego, hét materiaal dat voor iedereen toegankelijk is en elk kunstwerk dus nagemaakt kan worden. Tegelijk een boom in de oude bibliotheek en grote stronken.

In een film blijkt dat hij ook een  bijna dode boom uit het regenwoud in Brazilië in kunststof naar de civilisatie heeft gebracht; een gigantische klus met steigers tot in de top eromheen, heel veel werklui en ook nog eens gedeeltelijk in COVID-tijd, waardoor materiaal niet zomaar verscheept en voor handen was. In datzelfde filmpje zie je dat hij zichzelf ook in kunststof laat gieten, daartoe moet zijn hele lichaam ook bepleisterd en beplakt worden, pijnlijk en moeizaam, en hij vergelijkt de mens met een boom: beide een levend en stervend organisme: Momento Mori.

En ik kwam eigenlijk alleen om de spiegel van Renee van Bavel te zien, in de kloostertuin, ‘The Mirror of Peace’, die zo’n indruk op mij had gemaakt bij het ereveld van Loenen én alleen maar nú, omdat toevallig de eerst volgende vaporetto naar de overkant ging. Er lag een enorm grote rode kater tussen de bloemen, zo groot als een kleine vos, zo’n grote kat heb ik nog nooit gezien. Daar in die kloostertuin en in de binnenruimten van het klooster beving mij ook, kort, een heimwee naar mijn kloostertijd… Het heeft toch ook wel iets om met een aantal mensen, allemaal, geconcentreerd te willen zijn op één plek rondom ‘Het Heilige, Het Geheim’, de bron van het leven die ‘Liefde’ heet.


woensdag 7 september 2022

Adina Pintilie. Lichamen in ontmoetingen

Het is wel grappig om mij te realiseren dat alle mensen om mij heen op de camping  in een volstrekt andere bubbel zitten dan ik, namelijk die van het filmfestival. Anders dan in augustus staan er alleen een of twee persoonskoepeltentjes met jonge Italianen. Een heel aantal heeft een rood lint met hun foto om de hals hangen, ik vermoed vrijwilligers. Eerst dacht ik hier ook nog wat van mee op te pikken, maar je moet per kaartje betalen en binnen zitten, is nu ook niet mijn ding. Misschien ga ik er nog wel kijken, een wandeling langs het strand, of ik bekende sterren zie.

Alhoewel, ik ken de nieuwe lichting helemaal niet. Er schijnt een nieuwe ster, nu heel populair te zijn, waar iedereen over praat: hen is non-binair. Dat linkt mij dan toch aan de mensen om mij heen, want dit thema is ook aanwezig op de Biënnale. Wat al twee dagen in mij rondzoemt (deze metafoor ontstaat door de vliegjes om mij heen en de muggen, die ik met diverse, al dan niet lukkende, strategieën omzeil) is, de bijdrage van het paviljoen uit Roemenië van Adina Pintilie: ‘You Are Another Me - A Cathedral of the Body.’

In het paviljoen een installatie met meerdere schermen waarop je mensen ziet vrijen, elkaar ziet strelen, de kunstenaar zelf in beeld die zich afvraagt waarom ze hier zo door gefascineerd is en op een gegeven moment ook van plek wisselt met een ‘vrouw’, waarvan ik vermoed dat deze bij geboorte een man was, en die het gesprek overneemt: hoe bevalt dat nu, zo in de witte lakens? … ’Ja, ook wel kwetsbaar, om bekeken te worden’. 

Er is een man met een softenon-lichaam, nauwelijks een borstkas met één tepel, lange dunne bungelende armen die schots en scheef eraan geplakt zijn, ergens een voet aan de romp, een half been, de andere kant op. Hij vertelt dat hij zich altijd een brein voelde, dat werd rond gedragen. Totdat hij zijn seksualiteit ontdekte: zijn penis werkt normaal, de sensatie beschrijft hij ontroert en stralend, hij noemt het de ervaring  als een wonder… sex is nu het belangrijkste in zijn leven. Je ziet een seks-werker eerst zorgvuldig zijn langere haar kammen, alleen al met deze handelingen zie je hem opbloeien en dan zijn er strelingen, en haar lichaam dat zich over hem buigt… het zijn geen gewone, bekende bewegingen, het lijkt of beide lichamen niet mee van elkaar te zijn onderscheiden, zijn kleine ‘misvormde voet’ steekt ergens bij haar oksel eruit, terwijl hun hoofden elkaar aankijken…

‘Seks-werker’ lees ik in de brochure, maar het is zó liefdevol, met zoveel aandacht voor elkaar, dat ze op dat moment ook een liefdeskoppel zijn. Ook te bedenken dat ze gefilmd worden, maar de authenticiteit ervan af te zien is, maakt het uitzonderlijk. De kunstenaar ‘teert’ op de lange persoonlijke banden die ze heeft met al degenen met wie ze deze installatie maakt. Deze man zegt mee te doen omdat hij hoopt dat kijkers meer begrip krijgen, dat hij een mens is met verlangen en dromen, net als iedereen.

Je ziet nog een liefdespaar, waar ik vermoed dat de jongere, met blond haar, nu met het voorkomen van een jongen, met een dun baardje, wellicht eerder van het vrouwelijk geslacht was. Of wellicht dus hermafrodiet, je weet het niet, hen vrijt met een wat oudere man, die wellicht ooit ‘hetero’ was? … Heeft hij zijn partner van geslacht zien veranderen? Je weet het niet, zoveel context wordt er niet gegeven, maar je voelt dat er iets uitzonderlijks aan de hand is: in hun zuchten, de zachte klapjes die ze elkaar geven, het de ander wegstoten en weer aanhalen. Twee lichamen op zoek naar elkaar…

Ik was wat aangedaan toen ik na drie kwartier weer naar buiten kwam. Ik heb mij vaker afgevraagd wie ik zou zijn als ik een softenon-lichaam zou krijgen. Zou ik nog van mezelf kunnen houden, als ik twee armen miste en twee benen, als mijn gezicht ook nog eens onherkenbaar misvormd zou raken? En: waarom voel ik mij soms vooral een jongen, terwijl ik tegelijk nooit afstand zou willen doen van mijn vrouwelijk lichaam?… Waarom houden deze vragen mij al vanaf mijn puberteit bezig, terwijl het gros van de mensen dit soort van gedachten nooít heeft?

Ik maakte een foto uit de brochure en toen meldde de jongen bij de deur, dat ik het geheel op mijn iPad kan downloaden, door de QR-code te scannen. ‘Maar ik ben niet verbonden met het internet’ zei ik. ‘Maakt niet uit, o, wacht ik zie dat je Apple hebt, ik ook, nu kan het via AirDrop.’ Ik wist natuurlijk van niks, maar in een handomdraai was het geheel via zijn iPhone in mijn bestanden geland. Ik leerde ook, dat ik altijd de QR-code kan scannen, die dan kan opslaan in mijn leeslijst en het dan later, als ik wel verbonden was, kon bekijken.

Ik was hem zéér dankbaar, voor al die nieuwe info, hij leek er lol in te hebben, een ander iets nieuws geleerd te hebben. Een uur later, ik zat op de trappen aan het klotsende zilte water van de lagune, te genieten van de oranje-roze skyline van Venetië, kwam hij voorbij met een doos met een pizza in zijn hand. We groeten elkaar, lachend. Leuk.

zondag 4 september 2022

Groene olifant en zwarte vrouw

In het taalspel van de beeldende kunst draait alles erom, of je dus in staat bent en bereid, om ‘het beeld’ dat je wordt aangereikt, zonder woorden tot je te laten spreken. Daarvoor zet je dus alles van jezelf in, dat buiten of boven het rationele taalgebied gaat: gevoel, sensatie en oude ervaring die in lagen in jezelf zijn verborgen. 'Je delft het op en maakt het mooi’, zoals dat gaat in een liedje van Huub Oosterhuis. Kunst is voor mij de profetie van nu: er wordt ‘gesproken’: over wat er mis is in de wereld, over hoe we elkaar kunnen helen, het maakt je scherp en zacht tegelijkertijd.

De Biënnale is toch niet voor niks de grootste kunst-‘tentoonstelling’ die, in mijn ervaring, elke twee jaar de wereld en de mensen daarin temperatuurt: hoe gaat het met ons, hoe brengen we het er vanaf? Drie jaar geleden was de titel: ‘May You Live in Interesting Times’, er was veel elektriek aanwezig, zoals Maxim Februari meldde. Niemand kon toen bevroeden dat er een half jaar later een pandemie uitbrak, de sfeer was geel-oranje-lichtblauw in de aankondigingen, het lijkt nu zorgeloos en vrolijk. Nu kijkt een helder oog je aan vanuit een donker geschubde huid en de uitnodiging is om te drinken van ‘The Milk of Dreams’

Melk, moedermelk, het eerste wat een mens krijgt als voeding. En dromen en visioenen: dat was alles wat mogelijk was in die pandemie: zoú het ervan komen en wanneer dan, om ooit werkelijk oog aan oog en lijf aan beeld, weer bij echte kunst aanwezig te zijn? Ja, dus, het werd weer mogelijk en in de inrichting van het geheel krijgt elke kunstenaar een intiem plekje, een witte wand, een hoek, een nis, een klein platform in het midden. Je voelt als het ware de energie hoe dit alles tot stand is gekomen: via het computerscherm en van daaruit uitzoeken wat ‘The Milk of Dreams’ is, of een kunstenaar uitnodigen nieuw werk te maken voor deze Biënnale.

Nog nooit eerder op een Biënnale heb ik zó erg stap, voor stap, elke kunstenaar tot mij genomen, met een hoog concentratievermogen. Eerder was het een dwaaltocht, minder overzichtelijk en bij de vorige Biënnale werd je zelfs aangesproken op je speurdersbrein. Alle kunstenaars waren met geheel andersoortig werk van zichzelf vertegenwoordigd in zowel de Guardini en de Arsenale: je werd uitgenodigd om te relativeren en je te laten verrassen: O, is dat écht dezelfde kunstenaar, met zo’n verschillend werk?!  May you Live in Interesting Times.

Zo niet nu. Elke kunstenaar spreekt met een eigen beeldtaal direct naar jou: dit is míj́n ‘Milk of Dreams’. De twee heel grote kunstwerken bij het begin, voordat je de tentoonstelling betreedt, spreken al boekdelen. In de Guardini staat een levensechte groene olifant van Katherine Fritsch. Gemaakt in 1987, uitgekozen om nu portier te zijn die je toelaat tot een binnenwereld. Levensecht, het dier dat in een matriarchaat leeft, waarvan bekend is dat zij rouwen bij de dood van iemand uit de kudde, ze is van kunststof, maar het doet ook denken aan het groen van allang gepatineerd brons. Het brengt je tegelijk dichtbij levende natuur en tegelijk ervaar je die afstand: ik leef, jij staat daar als een soort van replica, door mensenhanden gemaakt, dat is de macht die we hebben, hoe onmachtig we ook aanvankelijk waren tegen een onzichtbaar virus.

Bij de ingang van de Arsenale staat ‘Brick House’, van Simone Leigh, die dit jaar ook het Amerikaanse landenpaviljoen met haar grootse beelden bevrouwd en de buitenkant met riet bekleedde. Het is   een monumentaal bronzen buste van een zwarte vrouw, die aanvankelijk boven een metrolijn in New York uittorende. Haar onderkant lijkt op een traditioneel huis in Afrika: hier staat deels een zwarte vrouw, deels een huis en zonder schroom is er de notie aanwezig, dat uit een vrouwelijk lichaam met een baarmoeder, het nieuwe menselijk leven komt, en ook hier de notie, die ook aanwezig is in het boek van David Graeber en David  Wengrow in ‘The Dawn of Everything’: het zijn waarschijnlijk geen speerpunten of wapens die door de  eerste menselijke creativiteit werden voortgebracht, maar schalen, manden, potten om voedsel in te kunnen bewaren en te vervoeren…

De vrouw is letterlijk en figuurlijk ‘levenwekkend’ en waarschijnlijk reist zij met groter gemak in de werelden van de dromen en de geesten dus ook, zonder schroom, is er ruimte voor alle vormen van spiritualiteit, niet als escape, des duivels dat werd het in de mannelijke patriarchale kerk en godsdienst, maar als ‘know-how’: een weg, één van de vele wegen om ieder op haar eigen wijze thuis te komen. 

Treed binnen: via de groene olifant en de zwarte vrouw, als een huis: ik zou het iedereen gunnen en ben heel blij dat ik nog enige tijd hierin kan verblijven.

donderdag 1 september 2022

Twee dagen Biënnale

Ik maak wel grappige dingen mee. Nu zat ik op een stoeltje in het landenpaviljoen van Polen waar alle wanden van helemaal onder naar boven bedekt waren met de wandkleden van Malgorzata Mirna-Tas. Er staan  overal zacht zittende lage blauwe stoeltjes om het geheel relaxed in je te kunnen opnemen.  Zij is Roma, de grootse minderheidsgroep in Europa, en er hing ook werk van haar op de Documenta: één van de hoogtepunten voor mij. Sommige delen zijn geschilderd, de gezichten en details, zoals nu een asbak vol met peuken bij het ziekbed van een oude vrouw, maar de rest bestaat uit kleurige stoffen, zó levendig is alles, en zó gedetailleerd.

Hier omvatte het geheel, als een prentenkabinet, de cyclus van een jaar. In het midden van de panelen, gescheiden door ‘zuilen’ besloeg elk één van de tekens van de dierenriem, zoals je ook wel in meerdere kerken en palazzo’s hier ziet, erboven waren bijbehorende taferelen van de Roma die door het land trokken op paarden en er onder dagelijkse taferelen, zoals samen eten koken, de was doen, een begrafenis. Het was het eerste landenpaviljoen dat ik in deze twee dagen bezocht, na tot nu toe alleen het gedeelte van de curator ‘The Milk  of Dreams’ in de Guardini gezien te hebben.

O! Het is zó overweldigend fantastisch! Ongeveer alles wat ik zie spreekt mij aan en raakt me. Onderwijl denk ik er steeds aan dat de curator in de hele lockdown zich als in een ruimteschip voelde en door het raampje van haar computerscherm al die kunst zag, niks in levende lijve kon zien en drie jaar lang visualiseerde hoe dit op een échte ingerichte tentoonstelling eruit ging zien. Je voelt het ervan af: bijna alle kunst is ambachtelijk, met de handen gemaakt: géén grootse video en filmpjes. Er sijpelt iets van de intimiteit die ze deelde met vele kunstenaars, bij sommigen staan nu verklaringen wat kunst voor iemand in Coronatijd betekent: zoals het blijven ervaren van schoonheid, waar en hoe dan ook.

Tegelijk is er grondige research gedaan naar vergeten kunstenaars, vrouw, uit de 19e en 20e eeuw. Hoe die ook al bezig waren met de betekenis en de kracht van het lichaam, deel zijn van de natuur, metamorfose, gedaanteverwisselingen. Hoe alles ‘fluïde’ is: dat is, zo lijkt mij,  het nieuwe woord om de werkelijkheid nergens en nooit meer vast te pinnen en altijd open te blijven voor nog niet gekende mogelijkheden.

Ik ging dus doelbewust op het einde van de dag naar dit Poolse paviljoen, om er een beetje bij te komen van alle emotie (want ja, het doét wat met je), als een toetje waarvan ik al wist dat het lekker zou smaken. ‘Wat is dit allemaal prachtig, vind je niet, ik ben helemaal gehypnotiseerd’, zei een vrouw tegen me die druk foto’s aan het maken was. We waren de enigen. Ik beaamde het. ‘Mag ik van jou een foto maken?’ vroeg ze. Ik vond het oké en ik vroeg maar niet of ze mij de foto wilde mailen, want in India heeft dit verzoek nooit tot een resultaat geleid, al zegt de andere driftig: ja, natuurlijk!

Toen vroeg ze me buiten, nadat we de zaal moesten verlaten, sluitingstijd, of ze mij mocht interviewen. Ze was journalist. Van Vogue, uit Brazilië, ze kwam net uit Rome en had nu twee dagen voor de Biënnale, waarvan ze vandaag alleen maar landenpaviljoens bezocht had. Dat van haar eigen land, Brazilië, vond ze niks aan. Ik beaamde het, ik was er doorheen gelopen, letterlijk, op weg naar het Poolse paviljoen. Ik drukte mijn verbazing uit: dus ze had nog niks gezien van The Milk of Dreams? Dat ging ze morgen maar doen, wat kon ik aanraden: het deel in Guardini of in de Arsenale? Maar dat kon ik haar niet vertellen, want ik had het deel in de Arsenale dus nog niet gezien.

Ze   bestempelde mij vrij direct als ‘gepassioneerde kunstliefhebber’, toen bleek dat ik ook op de Documenta was geweest. Nee, zij was daar niet geweest. Het geld hier is zeven keer meer waard dan in Brazilië, dus dit was een héél dure trip, dus ze had keuzes moeten maken. Ik zei haar dat ik het eigenlijk niet vond kunnen: in twee dagen tijd recht doen aan de Biënnale…

Ik ben benieuwd naar dat artikel van haar en vroeg ditmaal wél of ik het resultaat kon zien. Ze zou het mij mailen, zei ze. Eerlijk gezegd denk ik niet dat het ervan zal komen… Wat zou de streamer zijn: cultuur opsnuiven in Italië? Rome en Venetië; twee kunststeden? Of ‘helemaal gehypnotiseerd geraakt in Europa?’ Zou ik in haar artikel voorkomen?  … Ik vond het in ieder geval wel weer een grappige ervaring.