donderdag 15 september 2022

Boliviaans paviljoen. Leo Calisaya

Gisteren was ik van plan om het Nederlandse paviljoen te bezoeken. Die hebben hun prominente plaats, vlak naast de ingang in Guardini op de Biënnale, dit jaar afgestaan aan Estland en zitten nu  ergens verstopt  in de wijk Canneregio in de buurt van de kade die uitzicht heeft op de begraafplaats San Michel aan de overkant, waar grote donkere pijnbomen de lucht uitsteken. Zo’n plan in Venetië gaat altijd samen met gewoon maar in die buurt te willen flaneren en jezelf kwijt te raken in de stad. 

Wat heel goed lukte. Want ik heb het paviljoen niet gevonden, het is altijd een zoekplaatje hier, totaal onoverzichtelijk, wellicht was ik er vlakbij, en scheidde slechts één brug en een steegje mij ervan en dan blijft het dus totaal verborgen en lukt niet, wat je wilt. Ondertussen kom je dan wel andere mooie dingen tegen, onverwacht en niet gepland of onder je eigen controle… Voor mij is dat de charme van Venetië, dat ik al heel lang vergelijk met mijn eigen brein: weet ik veel wat daar allemaal in gebeurt, je moet het maar een beetje laten gaan.

En nu kwam ik dus onverwacht in het paviljoen van Bolivia, een kleine kelderachtige ruimte in een woonhuis, voor hen was er geen groots Palazzo. Het is voor het eerst dat zij deelnemen aan de Biënnale, vertelden twee jonge Bolivianen, ze studeerden politieke wetenschappen, maar werkten in hun vrije tijd in de Miko-gallery en ze wilden liever de richting van de kunst opgaan. Zouden ze een stel zijn? Beide een zelfde soort bril op, zij met tatoeages op de arm en een gescheurde zwarte broek, hij in een trainingsbroek met een wit T-shirt van AC-DC, ze waren in ieder geval nu tot elkaar veroordeeld tot eind november als de Biënnale voorbij is.

De eerste dagen hier, enkele weken geleden, waren vreselijk geweest, als een nachtmerrie. Het was onverdraaglijk warm, terwijl zij uit de bergen kwamen, er waren zoveel mensen overal en ze moesten het alleen uitzoeken, want degenen van wie ze het overnamen: hun vliegtuigen hadden elkaar gekruist in de lucht. Ze woonden vijf minuten van hun paviljoen af, heel simpel, dat is zo in de wijk Canneregio. Ze hadden de hoofdtentoonstelling ‘The Milk of Dreams’ nog niet gezien: ze hadden gratis tickets, maar de datum bleek niet goed te zijn.

Ik zei dat ze klonken als de ruimtevaarders door verleden, heden en toekomst, op een soort van ruimteschip, zoals er centraal stond, op de tentoonstelling. Of ook wel: de hemel, de aarde en de onderwereld die er verbeeld werd, volgens oude verhalen in de Boliviaanse cultuur. Ze moesten hierom lachen, dat klopte wel, het was een groot avontuur, een ‘life-time-experience’ en ondertussen vonden ze het nu wel fijn in Venetië, ook omdat er nu een koel briesje was. Het paviljoen is van woensdag tot en met zondag geopend, de rest van de tijd konden ze op verkenningstocht gaan.

Het paviljoen is helemaal tot stand gekomen, ook bijna letterlijk, door en in  de Miko-gallery, waar 25 kunstenaars aan verbonden zijn. Die ruimte is ongeveer even groot als hun paviljoen nu, en daar hebben ze het ‘ruimteschip’ gebouwd, dat nu centraal stond. Een aantal kunstenaars zijn voor de opening hier geweest en hebben het verder ingericht, daarbij ook materialen gebruikend die ze zomaar in de omgeving vonden. Eentje, de curator was al rijker en had contacten met de regering en heeft dit voorstel gedaan voor de Biënnale, dat uiteindelijk, na veel moeite, werd gehonoreerd met een klein budget. Zij tweeën deden nu voornamelijk aan vrijwilligerswerk.

Ik zei dat de kleurige film bij het ‘ruimteschip’ mij wel deed denken aan een graphic novel en zij haakten daar meteen op in door te vertellen dat afgelopen jaar in Bolivia, de eerste graphic novel was uitgekomen, ze schreven de titel ervan meteen op een briefje en dachten wel dat het binnenkort in het Engels zou worden vertaald. Ze vertelden over de aanwezige kunstenaars, met name over eentje, die van oorsprong een architect was, ingegeven door zijn ouders, want daar was geld mee te verdienen, maar die de tekenkunst in wilde, met name het aquarel. Hij gebruikte heel  fijne Micro-penselen, alles deed hij handmatig, hij wilde niks met computers maken.

Hij schilderde ook traditionele landschappen en taferelen. In Bolivia zijn een paar traditionele dorpen, waar alle kunstenaars in hun opleiding heen worden gestuurd om daar te beginnen en deze kunstenaar was ook in Venetië geweest en had voor de deur geaquarelleerd en ter plekke ook werk verkocht. Maar zijn passie was het maken van fantasy-futuristische afbeeldingen, waar ook architectuur-elementen in voorkwamen. Hij is al ontdekt in China, kreeg een uitnodiging om daar mee te doen aan een expositie. Hij kan geen Engels, dacht eerst dat het een grap was, maar dat was dus niet zo, en hij is dus ook in China geweest.

Op de tafel bij de ingang hadden ze een klein winkeltje, zoals ze het zelf noemden, zéér provisorisch, ik had mijn tas al bijna op een tekening gezet, toen ik het briefje met de titel van de graphic novel in mijn portemonnee wilde opbergen. ‘Actually’… was dit dus een aquarel van de kunstenaar waarover zij net vertelden, die ook nog eens zo áárdig was. Ik keek beter. En werd plotsklaps erg door geraakt, door de mengeling van een prehistorische dier dat ik zag, met wanneer je van bovenaf keek, contouren van een stad waarin je kon wonen. Én het vakmanschap. Op de achterkant stond in potlood dat het 50 € kostte, een belachelijk lage prijs…en besloot het te kopen, maar had niet genoeg geld bij me.

Dus ik kom er terug, ze bergden de tekening vast voor mij op. De kunstenaar heet Leo Calisaya en heeft een Instagram-account. Mijn tekening staat er ook op: gemaakt als eerste tekening van dit jaar, op 2 januari 2022.