dinsdag 5 januari 2021

AN-braakzakjes... Inch by inch

Vanochtend werd ik wakker met een heel oude jeugdherinnering. In de auto zat ik altijd in het midden met de twee broertjes aan weerszijden. Broer zat rechts van mij, aan het raam, want hij werd van autorijden al snel misselijk en bij het raam moest hij dan  de kant van de weg in het oog houden, dat zou de misselijkheid verminderen. Tegen de achterkant van de stoelen voorin waren bruine papieren zakjes met in lichtblauwe letters Ah, Albert Heijn-zakjes, daar kwam ik pas toen ik al volwassen was achter, want ik noemde ze AN-zakjes.

Ofwel: braakzakjes: de 'h' was voor mij een soort te langgerekte 'n'... Dat paste wel bij misselijkheid, dat het allemaal net niet klopt en er iets uitgeschoten is. Broer kon dan roepen: Ik moet braken!!! en dan was het mijn taak om twee papieren zakjes in elkaar te schuiven en ze onder zijn mond te houden. Daar kon hij dan in braken en daarna rolde ik de bovenkant dicht en bewaarde ik het in mijn schoot. En dan riep ik vervolgens na een poosje:  we moeten nu écht stoppen!!! Dan zag ik dat het zakje een natte vlek begon te vertonen aan de buitenkant, dus het braaksel begon door het papier te dringen en als het langer duurde zou dat gaan lekken... Ik rook het allemaal vanochtend: het kunstleer van de skai-banken in de auto en die geur van braaksel, zo dichtbij...

Dat is zo'n herinnering die letterlijk hoort bij 'nestgeur'... en het hoorde gewoon bij mijn rol als oudste zusje, net zoals de broertjes naar school brengen... Broer zei onlangs:  ja, dat herinner ik me wel... dan gaf je ons allebei een kusje en dan rende je naar jouw school... Ach... het leven was ooit zo vanzelfsprekend wat het was: er bestond niet zoiets als keuzes maken of iets zelf willen of verzinnen: dát was het toen, plakkerig naast elkaar in een warme auto en ook samen in bad, eerst spelen in het water en dan in een rijtje naast elkaar zitten en dan werden je haren gewassen, eerst allemaal inzepen en dan allemaal de shampoo uit de haren spoelen met de douchekop boven je van de ene naar de andere, en dan één voor één afspoelen en eruit, bibberend onder de straalkachel die erboven hing, het was nog de tijd van de ijsbloemen op de ruiten in de winter...

Ach, ach... Wat is het leven toch een lange rit door zoveel scenes en taferelen die steeds maar veranderen, je kunt niks vasthouden, het is al veranderd voordat je daar erg in hebt, niks blijft ooit hetzelfde. Ik zwierf door de bossen en hoorde mezelf dat liedje neuriën: Inch by inch, row bij row, gonna make this garden grow... En ook dat is zó waar, vanuit het kinderperspectief.