dinsdag 26 april 2011

Paasvuur en water

Wat waren het een heerlijke Paasdagen, maar dat kan ook bijna niet anders met dat prachtige, stralende weer. Het begon met de Paaswake bij de Clarissen. In het donker in de hal boven, die met een gang verbonden is naar de kapel, brandde in een pot het vuur. Ik dacht: Wat een oeroud plaatje, dat alle eeuwen getrotseerd heeft: een zuster in het bruine habijt met het witte koord, en naast haar het vuur, dit zou ook ergens in Italië kunnen zijn, eeuwen geleden. Voor hoeveel 'beeldmerken' geldt dit, dat ze levend zijn gebleven en mensen trouw zijn aan het idee daarachter?

Op eerste Paasdag het Paasvuur bij I. en J. Urenlang liedjes gezongen bij het vuur dat een kampvuur werd, en de volgende dag bij het ontbijt gesprekken over echtheid en authenticiteit en hoe dat ook morrelt aan de bestaande gebruiken en normen. Is die vrouw die altijd met een tamboerijn in de winkelstraat zingend en pratend indringend de aandacht opeist nu ergeniswekkend en alleen maar vreemd? Op een verhalenverteldag verscheen ze plotsklaps als eerste gast. En die man met zijn toeters en bellen aan de scootmobiel, deels half vervuild met decorumverlies die voor zijn huis naar iedereen zwaait, moet je blij zijn met zo iemand of je eigenlijk zorgen maken?

's Ochtends was ik al eerste wakker en liep over het erf van de boer. Hooibalen en mestvorken in het ochtendlicht. De witte kippen op stok. De resten van het bachanaal. Er lag een net geboren kalf in het stro, terwijl de moeder daarbij met een grote roze op springen staande uier, heel tevreden steeds maar bleef kijken naar haar jongeling , die in de schaduw lag. Ik dacht: Dit is de eerste hele dag van het leven van dit kalf. Het zal zometeen voor het eerst van zijn leven melk drinken. Alles gebeurt ooit eens voor het eerst en ooit eens voor het laatst...

Ik fietste door het Nord Rheinisch landschap, zo helemaal in paaskleuren, met de witte bloesems en uitgestrekte geel koolzaadvelden, naar de Bisonbaai. Daar liet ik het avond worden en ik zat daar, met twintig meter verder een andere vrouw, zo ongeveer van mijn leeftijd. Ik zag haar een paar keer omkijken, alsof ze het van mij liet afhangen of ze nog zou blijven of niet. Uiteindelijk hield ze het klaphek voor mij en mijn fiets open.

- Mag ik jou wat vragen? vroeg ze. 'Ja, hoor, natuurlijk! 'Ik zag jou zo mooi zitten en naar de zon kijken. Wat betekent de zon voor jou?' Lieve help, dan voel ik me toch wat overvallen. Wat betekent iets? Niks of heel veel, van 'het mooi vinden' en 'er plezier in hebben dat je dat zomaar ten deel valt', naar héél diep... Dus ik zei uiteindelijk toch maar, dat ik wel wat heb met Franciscus van Assisi en het Zonnelied en de zon dus ook voor Alles staat. Ja, ze kende het zonnelied en zij had ook veel met de zon en dan vooral vanuit de oude Grieken. We wensten elkaar nog een mooie avond.

Het vuur en de zon van de zuivering en het opnieuw ontwaken. Het water in de Paaswake van de nieuwe doop en aan de Bisonbaai van de spiegelende reflektie en straks weer van het je laten drijven: overgave en je laten gaan. Dat betekent uiteindelijk: De dingen accepteren zoals ze zijn en ZIJN.