dinsdag 7 maart 2017

R.

Ik ging naar de herhalingscursus van de Bedrijfshulpverlening, dat is verplicht om te herhalen, want anders verloopt het. Goede manier om eens te kijken wat vier uur bezig zijn in tl-licht nu met me doet. De laatste nachten sliep ik voor het eerst weer door tot zes uur, en dat voelt als een ononderbroken nacht, raak ik wellicht toch weer boven Jan, dacht ik.

Welnu, op de cursus, groeide wel weer de druk in mijn kop en de duizelingen werden weer sterker, en een vaag misselijk gevoel groeide. Verbandrolletjes vielen uit mijn handen... Enfin, wel doorstaan. Ik vroeg aan degene die de cursus gaf en die ook alle wijkcentra regelmatig bezoekt om de EHBO-kisten te vernieuwen en de veiligheid van de gebouwen te checken, wat hij dacht dat het donkerste wijkcentrum van de stad is. Nou de Klif zeker niet, zei hij meteen, juist niet, omdat 90%  daar uit kunstlicht bestaat.

Dat heb ik weer: naar het slechtste gebouw verwezen te zijn en daarmee nu dus achteruit te zijn gegaan...Want vannacht werd ik weer  rondom 3 uur wakker, de lichtvlekken dansten weer in het donker, tezamen met het zoemen van een bij en klokkengelui. Ik heb sindsdien nauwelijks geslapen. Hoe werkt dat toch? Met hoedje en zonnebril op, kan het licht een aanval doen op je hersens... Of zoiets.

Maar dit is peanuts, toen ineens in de cursus R. ter sprake kwam, de vrijwilliger uit mijn nog oudere wijkcentrum, die zes jaar gelden alweer had moeten sterven. Dat was de prognose. Maar hij leeft nog steeds. Het ging over zware suiker hebben, ja dat heeft R. ook, gecombineerd met iets aan het hart en dat hij nu dubbele whiskey met cola achteroverslaat: 'Zijn hele leefstijl: die jaagt zichzelf zo de dood in', zei de cursusleider.

Ik twijfelde kort en hevig om er iets over te zeggen. Het had niet zo mogen zijn, dat R. meteen herkenbaar was, als voorbeeld hoe het niet moet. Maar dat was hij wel; er waren andere beheerders die meteen wisten om wie het ging. Dus ik heb het verteld: dat R. een gezwel heeft en zes jaar geleden al is opgegeven en dat hij toen ook al verrekte van de pijn... Hoe moet dat nu dan voor hem zijn?

Dat het woord dood al om hem heen hangt en dat R. deze al zó lang van zich weg weet te houden. Is dit de geest, die in staat is om het lichaam in toom te houden? Wils- en krachtsinspanning en een heel eenzaam stil gevecht tegen bijna ondraaglijke pijn? Hij zei toen al tegen me, dat hij het soms nauwelijks kon houden... Ja, ik denk wel vaker aan R. Dit was voor het eerst dat ik mijn gedachten deelde.