vrijdag 28 december 2018

Lotustempel, Sikhtempel adventskrans

Een soort van subplot van mijn reis naar  India in de decembermaand, het grootste deel van de adventstijd tot en met de Kerst, was de vraag of ik dit zou missen. Jarenlang advent en kerst in het klooster beleefd, een kerstkrans met vier kaarsen thuis, elke vrijdagavond na de vigilie-viering in het klooster een nieuw kaarsje aansteken, totdat deze  met de Kerst, in volle glorie, alle vier branden. Zou ik dit ritueel en het kerstverhaal missen, op reis?

Het antwoord is: helemaal niet. Ik heb er geen moment aan gedacht, behalve af en toe de notie dat Kerst heel ver weg leek, behorend bij een andere wereld en een ander continent. En dat was ook zo, natuurlijk. Alleen is het in India wel zo, dat iedereen vrij heeft op elkaars religieuze feestdagen, dus op Eerste Kerstdag is iedereen vrij. Men heeft zo 18 vrije feestdagen. Zou in Nederland ook maar moeten worden  ingevoerd, vind ik. Het schijnt uit economische belang niet te kunnen...

Hieruit is  gebleken dat ik de christelijke religie, ondanks bijna meer dan 15 jaar (!) in christelijke kloosterlijke sferen, niet verinnerlijkt heb. Dat zei ik ook altijd tegen vrienden en bekenden: het is maar een vorm, het kan net zo goed anders. Ik geloof dat het voor bijna iedereen iets onbegrijpelijks had, omdat ik het tegelijk zo intens mee beleefde.

Op de laatste dag Delhi was ik in de Lotustempel en de Sikhtempel. De Lotustempel is van de Bahäi, die niet kiezen voor een godsdienst en ze allen in hun eigen waarde laten. In Nederland horend bij de kleine groepjes, zwevend aan de rand van het religieuze universum, new-age achtig van sfeer, misschien. In Delhi staat een grootse tempel, een witte Lotus, als het ware drijvend op het water,op het punt zich  open te vouwen. Binnen moet je stil zijn, en dat is al een verademing in de drukte van Délhi. Het is er leeg, helemaal leeg. Geen  afbeelding of verwijzing naar ook maar iets. Zó kan het ook, dacht ik. Mocht ik in Delhi wonen, dan zou ik me wellicht regelmatig terugtrekken in deze tempel.

En dan de tempel van de Sikhs, een groot terrein met rondom de tempel zelf,  waar gezongen en gebeden werd, een keuken en een eetzaal, waar iedereen voor niks een maaltijd mag nuttigen. Rijen en rijen mensen, etend op de grond op matten, terwijl er anderen langslopen  om het bord weer bij te scheppen en af te ruimen. In de keuken een professionele afwasmachine, zeer grote wokken, mensen die deeg rollen, balletjes maken, groenten en vruchten snijden.  tienduizenden mensen per dag eten er. Alles gerund door vrijwilligers. En weer dacht ik: dat zou ik ook kunnen doen, mits het kan, als je zelf geen sikh bent. 

Bij de kersttoepraak van koning Willem Alexander viel mij meteen de brandende adventskrans op naast hem, Opmerkelijk, toch? Hiermee zou je kunnen denken, dat hij zich duidelijk profileert als een christelijke koning. Maar in geseculariseerd Nederland ziet het grootste  deel gewoon een mooi kerststuk staan, met vier brandende  kaarsen daarop. Hij noemde dat christelijke geloof wel even, maar ging vrijwel in dezelfde zin over in ‘geloof in ons zelf en in elkaar’. Precies dat is toch ook de kern van alle religie: een samenbindend geheel geven, waar mensen saamhorigheid kunnen beleven en er plek is voor al die gedeelde emoties, van extase en vervulling tot diep verdriet om verlies. 

De Top2000 in deze dagen, door ons zelf samengesteld,daar de hele  dag naar luisteren en kijken en voelen dat je niet alleen bent, dat al die liedjes een collectieve stroom vormen, waarop we allemaal al zolang drijven, dat is ook hetzelfde: we willen ergens bij horen. Wij horen bij  elkaar.