dinsdag 18 december 2018

Taj Mahal en nog véél meer...

De Taj Mahal gezien. Prachtig. Dat een bouwwerk, gemaakt door 20.000 mensen tussen 1632 en 1653, geheel van wit marmer, met bloemmotieven erin gebeiteld en belegd met kostbare steensoorten, getransporteerd uit Perzië, Rusland, Afhanistan, Tibet en China en zó spic en span als nieuw uit kan zien. De dichter Tagore noemt het a tear on the face of eternity. En dat roept het ook op: ongenaakbaar en tegelijk droomachtig mooi aan de rivier de Yumana. Islamitisch uit de Moghul-tijd, helemaal kaal en zonder afbeeldingen en beelden, dus.

Je kunt het zien liggen vanuit Agra Fort, het paleis van de Moghul-dynasty, die aan de andere kant van de Yumana ligt, vanuit alle balkons in de galerijen doemen de contouren van de witte Taj Mahal op in het uitgestrekte landschap. De Taj Mahal is een mausoleum  waar de vrouw van Shah Jahan begraven ligt, dat moet toch wat zijn, dat je besluit om dit te bouwen en dat het dan 20 jaar later pas klaar is, dan doe je iets toch ook voor de eeuwigheid...

Ik ben totaal flabbergasted door India, waar elke dag alleen maar hoogtepunten bevat. Gisteren eindigde de dag in Kealadeo Natianal Park, een vogelpark. Sceptisch als ik ook kan zijn, denk ik dan: kan goed zijn dat je niks ziet. Op krakkemikkige fietsen een lange weg rechtdoor en meteen al een uil in een boom die sliep! En er volgde nog veel meer: voor het eerst een grote ijsvogel gezien en de gids die mee was, had er lol in om met mijn IPad door de telescoop alles dichtbij te halen. Hij maakte een filmpje van de painted storks, waarvan er 2000 genesteld zijn in het park, de ouders met lange roze-oranje snavels en de jongen die om eten vroegen eronder. En dan waren we er  maar anderhalf uur! Maar het hele dorp eromheen, Bharatpur, leeft ook  van de vogelspotters die van over de hele wereld komen. 

Daarvoor een bezoek aan de grootste trapput van de wereld. Trapput, wat is dat nou weer, dacht ik. Kom je in een Escher-achting vierkant bouwwerk dat de diepte ingaat, weer gebouwd door een van de vele koningen in Rajasthan, die groef en groef tot hij bij het grondwater kwam, en hij bouwde in de gigantische kuil er een paleis omheen, met vertrekken  voor zijn haremvrouwen, het was een zwembad en hammam, maar ook de bevolking mocht er gebruik van maken en  die daalden af via de vele trappen en rustplekjes. Ertegenover was een kleine hindoeïstische tempel met het eerste heel fijn gebeeldhouwde werk van wulpse rondborstige vrouwen, dat ik zag. 

En daarvoor was ik bij Mandir Thikana Shri Galtaji, zoals mijn bonnetje zegt, een tempel vol apen gebouwd in een rotskloof boven Jaipur, dat je verlaat via de koninklijke weg: alles wat geel gebouwd is, was van koninklijke huize in Jaipur, en waar nu druk verkeer is, was het vroeger in de weg van de maharadja’s, naar Amber Fort, waar ze met olifanten binnenkwamen en toegejuicht werden door het publiek dat in balkons boven de weg zat...

En in Jaipur ook nog naar de Jantar Mantar, werelds grootste van stenen gebouwde observatorium, de hobby van marahadja Jai Singhrond 1700, die 43 jaar regeerde en nakomelingen had van 28 vrouwen en en vier concubines. Hij ontwierp twee zonnewijzers die nog steeds met een schaduw de tijd van de dag geven, het lijken futuristische kunstwerken en ingewikkelde bouwsels voor elk teken van de dierenriem, één, ik snap er allemaal niks van, maar dat doet er niet toe.

De grootse schaal van het verleden van India, met hindoeïstische en islamitische koninkrijken, die veel verder terug reiken dan de beschaving van West Europa, gecombineerd met dat dagelijkse leven dat je vanuit de bus ziet, ook al zo gevarieerd... het woestijnlandschap van Rajasthan is nu veranderd in vruchtbare rijstvelden van de basmatirijst, gecombineerd met gele rechthoekige mosterdzaadvlakken en andere groenten. Zo kom je door een dorp dat zich gespecialiseerd lijkt te hebben in het maken van ronde mestkoeken, dan weer rode marmer, ergens een pleintje vol apen, kleine kleurige hindoe-tempeltjes, overal... enzovoort. Het is wel weer genoeg, voor dit blogje...