donderdag 24 januari 2008

Herkenning

Op de TV in een of ander progamma, waar mensen die werken in den vreemde, fijn verrast worden door het bezoek van een naaste, liet de Wereld Draait Door een fragment zien van een moeder die ergens werkte tussen de afrikaanse hutjes. Haar dochter zat er op de rode aarde met een gekleurd kleedje over haar hoofd, plus kleinkind op een boomstammetje.

Moeder vraagt wat aan haar eigen dochter, die ze niet herkent. Dochter schakelt van het engels over in het nederlands en moeder kijkt haar doordringend aan en zegt: O, U spreekt nederlands...ik kom ook uit nederland! Ze herkent haar bloedeigen dochter dus domweg niet.
Ongelofelijk.

Het deed me denken aan het negatief van dit tafereel: een Afrikaan wordt door een antropoloog in een westerse metropool gezet. Na een tocht door de stad werd aan hem gevraagd wat hem was opgevallen. Zegt hij: ze hebben hier 3 soorten bananen.
De Afrikaan ziet wat hij herkent en de moeder ziet niet wat ze kent.

Wat is zien? In de film "What the Bleep Do We Know?" vertelt men dat een eilandbewoner die nog nooit een groot schip heeft gezien alleen een rimpeling op zijn netvlies ontwaart. Hij ziet in het begin niks.
Aboriginals die nog nooit een foto hebben gezien, herkennen zichzelf niet op een kiekje en zien alleen een hele hoop stipjes.
Bij de eskimo's kennen ze wel 500 woorden voor "wit" en over het geluid van vallende sneeuw, had ik het in een eerder blog.

Wat is de konklusie van dit alles? Dat mensen een zeer beperkt en tegelijk een heel flexibel brein hebben. Want er is van alles mogelijk.
Een dierbare niet herkennen, blijft natuurlijk heel schokkend.
De meest positieve interpretatie is, dat moederlief haar dochter zó heeft geinternaliseerd, zó in haar hart en geestesoog meedraagt, dat de werkelijkheid waarin ze loopt nooit tippen kan aan die herinnering, die beeltenis. Zeker geen werkelijkheid waarin ze haar dochter nooit verwacht.
Dat is dan toch eigenlijk ook weer heel erg mooi.