zaterdag 5 januari 2008

Iris en John

Wat is het toch heerlijk om dag en tijd te vergeten en uren achtereen rond te dwalen in een grote stad. Ik geef mijn ogen te kost en laat me verleiden door wouden van sensaties. Ik laat mijn handen gaan over stoffen en voorwerpen, sla boeken op, bewonder kunstwerken, kijk naar mensen in café's, lichtjes op het water, kerstbomen die op straat zjn gezet.
High Tech, New Age, Design, Antiek, Sprookjes, Graffitti, Full Color: Op elke hoek van de straat, in elke winkel opent zich een wereldje in een wereld. Mijn geest zweeft rond en komt pas weer op aarde door de pijn in mijn voeten.

Ik kwam het boek van John Bayley weer tegen over Iris Murdoch, zijn vrouw. Ik bladerde wat in het eerste hoofdstuk. Hij is verliefd, zij weet nog van niks. Hij schrijft:
"Like so much to do with our emotions the egoism of love has something absurd about it, though something touching as well. It was certainly absurd that I should have taken for granted in those days that Iris was so to speak, PURE SPIRIT, devoted to philosophy and to her job, leading a NUN-LIKE existence in her little room in college, devoid of all the dissimulations and wonderings and plotting and plannings that I took for granted in myself."

Kijk, dat herken ik nou. Ik ben Iris en John tegelijkertijd. In het klooster laat ik mijn geest neerdalen op die paar vierkante meter van mijn kamer, ik log in op alle geesten voor en naast mij die zich allen weer inloggen op dat ene woord in de taal (God) dat verwijst naar het mysterie van het leven, en vrede en rust en liefde zijn met mij. Ik word pure geest en omdat je op gezette tijden zit in de kapel krijg je niet gauw pijn in de voeten.
Als ik niet op die plek ben waar iedereen inlogt op God, dan komt John om de hoek kijken.

John Bayley was getuige van het leven van Iris Murdoch, dichterbij dan wie ook. Als liefhebbende parner in een huwelijk van 45 jaar van een brilliant paar. Maar de laatste jaren ervan zag hij de PURE SPIRIT van Iris Murdoch langzaam uit haar lichaam wegtrekken.
Alzheimer deed zijn werk. Alle kennis, alle herrinnering, alles wat opgeslagen is in je hersenpan en wat je van jezelf beschouwt, verdwijnt.
Wie konsekwent is, kan niet anders concluderen, dan dat er géén persoonlijk leven na de dood is.
Wat is er dan wel?
We ervaren de doden om ons heen, de levende herrinneringen van mensen die tijdens ons leven ons verlaten hebben, we kunnen ons verplaatsen in mensen die we nog nooit ontmoet hebben, ons innig verwant voelen met iemand die eeuwen voor ons een leven leefde...
Het kan niet anders dan dat er in ieder van ons een PURE SPIRIT is, een Iris, als we onze kleinere emoties van het wikken en wegen, even terzijde zetten.

John zet ons met beide voeten op de aarde en schrijft die ene unieke geschiedenis die volkomen gekoppeld is aan elk uniek lichaam. Iris zwerft als pure geest rond, overal en altijd, ook als ze het lichaam van Iris Murdoch heeft verlaten.