donderdag 10 april 2008

Rode ballon

De franse kinderfilm Le Ballon Rouge uit 1956 wordt opnieuw uitgebracht.
Een langzame film over een jongetje die door de straten van Parijs dwaalt terwijl een grote ronde ballon niet van zijn zijde wijkt. Je wordt binnengetrokken in de magische wereld van het kind, je wórdt weer even zo'n kind!

Toch is dat "wonder van de kindertijd", iets wat je ook kunt opzoeken en kultiveren.
Pas luisterde ik naar Jessye Norman, had wierook aangestoken en plotsling zag ik de slierten rook kringelen en dansen op de aardse, donkere stem van Norman. Als ze zwaar zong leek de rook naar de grond te gaan, zong ze krachtig, licht en ritmisch dan gebeurde het omgekeerde.
Ik raakte gebiologeerd. Hoe kon dat?
Mijn wetenschappelijk stemmetje zegt: nou, het zal wel iets met geluidsgolven te maken hebben, weet ik veel. Maar mijn kinderstem zwijgt en blijft zich verwonderen.

De socioloog Max Weber heeft het over de onttovering van de wereld, die met de industrieële revolutie de wereld heeft veroverd. Het resultaat is overal te zien, met name in je eigen brein.
Welke stem laat je winnen? Die van nut, nuchterheid, zakelijkheid, het is wat het is,
een hokje is een hokje en een vakje een vakje: de calculerende burger?
Of die van: speuren, vermoeden en verwonderen, je laten leiden door vage droomweefsels en verborgen verlangens, die de ratio niet pakken kan?
Het laatste heeft ook iets engs. Je kunt voor gek versleten worden, of de deksel van de nuchterheid keihard op je neus krijgen.

Misschien bedienen we ons stiekem toch altijd ook van toverachtige gedachten, kunnen we niet anders.
Ik weet nog dat, alweer heel wat jaren geleden, het hele telefooncircuit op mijn werk vernieuwd werd: alles werd computer-bestuurd. De telefoonman zei tegen me dat hij de nieuwste ontwikkelingen eigenlijk niet bij kon houden.
Hij wist eenvoudigweg niet waarom een verbinding de ene keer wel lukte en dan weer niet. "Maar" zei hij:" als de telefoon in de buurt van de verwarming stond en hij 3 keer op de buizen klopte, dan deed hij het."
Hij tikte en de verbinding deed het. "Zie nou wel! ", zei hij triomfantelijk.
Ik waagde het niet hem tegen te spreken.

Dat is voor mij het jongetje met de rode ballon: wij wéten dat de camera er bij staat, hoe die ballon buiten beeld gemanipuleerd wordt, maar we zijn toch bereid om te geloven, ons mee te laten voeren. Ergens kunnen we niet anders. Omdat het leven ook gemaakt is van dromen, zoals Shakespeare al ooit zei.