woensdag 4 augustus 2010

Vleugeltjes

Venetie. Openslaande balkondeuren. Iemand oefent niet onverdienstelijk piano. Het water draagt ver. Het is even naar middernacht. Onverwacht op internet. Een houten tafel, een hoge ruimte gestukadoord met barokke engeltjes, aan een traghetto.

Dit zijn mooie dagen. Vandaag met de vaporetto de lagune verkent,naar Murano, Burano, Torcello en het eind van de dag beleeft op het strand van het Lido en alles kleurde paars en roze en violet en ik zag Von Aschenbach, zo heet ie toch, degene die aan tbc lijdt en de mooie jongen Tadzio volgt, in Tod in Venedig van Thomas Mann, in zijn strandstoel sterven terwijl de zwarte make up van zijn wenkbrauwen loopt.

Ik laat me begeleiden door The city of fallen angels van John Berendt dat ik hier ergens in een boekhandeltje vond. Volgens de eigenaresse die deels hier en deels in Parijs woont, een boek waar de Venetianen niet blij mee zijn. Het is een heerlijk boek dat je een inkijk geeft in het prachtige decor dat Venetie is.Hij laat je kennis maken met uitzonderlijke mensen die in Venetie wonen, met allemaal een zwart randje, naast de vleugels van hun aspiratie en inspiratie die hen ook tot engelen maakt.

Hiervoor was ik in Bellagio aan het Comomeer, ook prachtig en o, wat ik zeker wil bewaren in mijn blog is de tweederde van het scherm van een Italiaanse film die ik hier op een pleintje kon meemaken op een bankje.Het past in mijn Murikami wereld: ik zag in close up vooral de gezichten ven twee vrouwen en de ene vrouw bezocht met regelmaat een grijzende oudere japanse man met wie ze at of go speelde. De jongere vrouw was blond met een brilletje, iets van een kunstenares. Ze tekende in zwartwit en maakte bewegende beelden van haar dromen, de stijl deed me af en toe aan Persepolis denken van Marianne Satrapi, die een beeldverhaal maakte over haar jeugd in Iran.

Ik zag sterren voorbij dwarrelen en een man die helemaal tussen de boeken zat en sommige boeken kregen vleugeltjes en vlogen weg. En ik zat op het donkere Campo di Polo, een zwoele zomeravond, zoals in Cinema Paradiso een beetje clandestien mee te genieten.

Met nichtje L. is het in de auto ook heel gezellig. Ze had me tevoren een email gestuurd:vind jij het ook leuk om in de auto te rijden. Ik vind het heel leuk. Maar ze had al bijna spijt gehad van de email omdat ik me had laten ontvallen dat ik ook nog naar Corfu of naar Napels zou kunnen vliegen.

Ze is net als Rosanne had ze tegen Zusje gezegd, dat liedje van Nick en Simon. In de auto weerklonk het, ze zong hard mee en ik begreep wel wat ze bedoelde. Bij je geest is vrij zong ze nog wat harder en keek me er lachend bij aan.Verder onderweg een CD van John Denver gekocht en aan Zusje kado gegeven, als ik die hoor denk ik altijd aan jou, had ze gezegd en nu neurie ik steeds Higher ground en Ancient rhymes.


Nog een dagje Venetie en daarna naar Oostenrijk, het Salzburgerland, waar ik een week in mijn tentje zal blijven en de familie h.a.l. in een bungalow. Grappig om een vakantie te doen die ik niet zelf heb verzonnen, maar die me heel, heel goed bevalt. Ik krijg vanzelf vleugeltjes, niks aan te doen.