woensdag 3 december 2014

Winterdingen

Gisterenavond stond ik buiten in mijn tuin, als pauze tussen twee afleveringen door van The Legacy, een Deense tv-serie die ik net zo verslavend vind als The Killing en The Bridge. Het is minder bloederig en misdadig: een vermaarde kunstenares laat haar heel grote landhuis en gronden na aan haar jongste dochter, aan wie zij vlak voor haar dood vertelt dat ze de moeder is. Die dochter, heel consciëntieus en goudeerlijk,   woont vlakbij in het dorp en werkt in een bloemenzaak. Oudste zoon dacht het huis te erven, de andere dochter dacht er een groot museumterrein van te maken, jongste zoon zit in geldzorgen en bouwt vakantiehuisjes in Thailand en ziet zich onterft. Wat nu? Vanavond ga ik lekker verder met aflevering 5 en dan zit ik op de helft.

Maar gisteren stond ik dus even onder het afdak in mijn tuin, en toen hoorde ik het tintelen. Het regende niet, het vroor niet dat het kraakte, nee, het was een zacht, knisperend, tintelend, tikkend geluid. Vanochtend bleek de eerste sneeuw in het land te zijn gevallen: het was dus een echt wintergeluid, van water, dat nog net geen sneeuw is.Het geluid maakte me droomachtig, mild, alert: een stil geluid, een gerucht van het weer, van een winters seizoen.

Ondertussen is het ook weer de tijd van het wachten en waken, de Adventstijd en de eerste grote witte kaars tussen het dennengroen en het huls mag nu tijdens de warme maaltijd aan. En elke week gaat er een kaars méér aan: het wordt lichter, terwijl het in de dagen naar de Kerst toe juist donkerder wordt: mooi, die tegenbeweging op deze helft van de wereld.

Ik was ooit in deze tijd in Nieuw Zeeland en daar wordt het juist warmer en zonniger. Rondom Lake Tekapo was de lucht zwaar van de geuren van de lupinen,die er in alle tinten van wit, naar roze en paars en oranje in het wild groeien. Als een zware, weeige wierrooklucht: dat was mijn  kerstsfeer daar. In het kleine kerkje speelden de kinderen uit het dorp het kerstverhaal na, en daar stonden ze dan buiten klaar voor de foto's. De herders, de drie koningen enzovoort en het klopte ineens.

Zó was dat in het verhaal: bij de kerststal was het geen winter, al gaat een liedje van Midden in de winternacht, werd een kind geboren. Nee, het was eerder een zwoele zomernacht, want de herdertjes lagen bij nacht op het veld, alwaar ze een engel hoorden. In mijn permanente kersstal is het ook zomer: er liggen er twee te picknicken, een andere vist bij het water, velen lopen in hun zomerse kleding richting de stal en  brengen zomerse groenten;  artisjokken en aubergines.

Op de Weihnachtsmarkt in Düsseldorf heb ik een knielende Romein gevonden en een houten ezel met een zadel, gesneden uit olijfhout uit Bethlehem. Zo zijn  er weer twee verhaallijnen bij gekomen: ook onder de toenmalige macht van de Romeinen werden sommige geraakt door deze nieuwe 'koning'. En op het einde van zijn leven werd hij op een ezel met palmtakken juichend Jeruzalem  binnengehaald: een kijkje, alvast in de toekomst...want de tijden veranderen, altijd weer.