donderdag 22 januari 2015

Ja, ik wil

Het is altijd fijn om begrepen te worden. Dat hoeft niet meteen, later kan ook, het is nooit te laat; begrip stijgt uit, boven concrete leefomstandigheden. Alweer twee jaar geleden, toen begon het te spelen: dat ik het onprettig vond dat ik, in ene keer een 'vrijwilliger' werd genoemd in het klooster en dus, wat ik daar doe 'vrijwillgerswerk' heet. Nu ben ik daar wel weer aan gewend, wat maken die woorden ook uit, dacht ik, het gaat toch om je eigen invulling en beleving daarvan.

Nu kreeg ik een citaat toegestuurd van M. die zich af vroeg of dit de reden was van mijn moeite met 'vrijwillgerswerk' en dat ik het daarom niet vond kloppen. Ik mailde terug: Ja PRECIES!, dit geeft het exact weer! En dit zijn de woorden: 'The essence of community is a recognition of and deep reverence for the other'. Our behaviour will then be based on a sense of oneness and inter-connectedness, resulting in empathy, respect as well as a longing for mutual service'.

Je zou kunnen zeggen dat deze 'essentie van gemeenschap' altijd het merg is van elk stelsel, geraamte, waar mensen met elkaar 'iets' delen. Niet alleen dus,een kloosterlijke gemeenschap: elke relatie en elke vriendschap floreert alleen als deze essentie aanwezig is: dat er als vanzelf empathie is en respect voor elkaar, zodat er een verlangen ontstaat om er voor elkaar te willen zijn.

Een volledig JA, zonder die ander te willen inkapselen of  op te slokken. Je hoeft elkaar daar niet eens voor te begrijpen: ook het anders-zijn, de ervaring van het vreemde in een ander kan juist een deel zijn van de ervaring van eenheid en onderlinge verbondenheid.