vrijdag 30 december 2016

Ik zag Moeder

Ik had  een week lang nauwelijks lichaamsbeweging gehad.  Het was almaar: opgehaald door Zusje met de auto, naar Moeders appartement, de hele dag binnen en dingen regelen en 's avonds weer terug naar huis. Dus wandelde ik gisteren urenlang boven Arnhem, in het landgoed van Mariendal. De grootste vraag, die ik  dan, twee dagen na de begrafenis, al mijmerend stel is: En, wat geloof je nou? Is er na de dood nou nog wat?

Is Moeders ziel nou definitief en geheel verdwenen, op het moment dat ze haar laatste adem uitblies? Of is ze, zoals ze zelf heeft gezegd, op haar bestemming aangekomen? Met blauwe grotere letters staat er op de rouwkaart : 'Ik vlieg naar U terug' Daaronder een zelf geschilderde  blauwe vogel, die haarzelf voorstelde, gedragen door een engel, die vliegt naar het licht. Dan denk je: zou ze nou zijn aangekomen? En zou ze dan nog zicht hebben op haar kinderen, waarvan ze zoveel hield? Ze geloofde ook wel, ooit, dat ze bij hen in de buurt zou kunnen blijven en een 'goede invloed', zou kunnen blijven uitoefenen.

Maar haar geloof was op het einde van haar leven, zo wat leeg geworden. Alles was onbegrijpelijker geworden, woorden begonnen te kort te schieten. Zomaar weer papa, haar man Frans, ontmoeten?... Ze wist het eerst zeker, maar later niet meer. Temeer omdat hij zelf niet dichterbij ging voelen, terwijl de dood leek te naderen. Ik zelf dacht ook een poosje: zolang ze hem, Vader, nog niet dichterbij voelt, dan is haar tijd wellicht nog niet gekomen. Maar op het einde zei Moeder daar bijna laconiek over: Misschien is dat wel te simpel voorgesteld.

Dit soort dingen dacht ik, al wandelend. En toen zag ik plotseling voor mijn geestesoog de gestalte van Moeder oprijzen. Meteen dacht ik erbij: wat een goede fantasie heb ik. Ik zag haar, jonger dan de laatste jaren, met een sterk en krachtig, lachend gezicht, soms middelbare leeftijd, soms veel jonger: geen scherpe contouren, maar ze was het wel. Alleen haar gezicht en haar schouders, alles was wit. Alsof  het donkerder kleed waarmee ze  tijdens haar leven worstelde, was afgelegd. En ze zei iets van: het gaat goed met me, hoor!
En ik dacht : Wedergeboorte. En ik werd even heel blij. En ik zei tegen haar: Nou als je dan iets voor me kunt regelen, doe dat dan maar. Geluk enzo, de bekende riedel. Als katholieken bij Maria voorspraak vragen, dan kan ik het wel via mijn eigen moeder, dacht ik. Het is raar: ik voelde me op dat moment meer haar dochter, dan tijdens haar leven.