maandag 12 maart 2018

Wie is de Mol en de verteller?

Gisteren werkelijk een prachtige wandeling gemaakt door het Sallandse landschap van Olst naar Deventer. Het was de geboortegrond van de vrouw die de route had uitgezet, dus we liepen over sluipweggetjes en olifantenpaden, door moerasachtige gebiedjes, stille rommel-boerderijtjes  en over brede zandlanen en langs landhuizen en havezaten. Onderweg op een korrelig zandpad lagen er zo leek het, een kikker met een pad bovenop elkaar, oogje op oogje, hun ding te doen.

Het leek precies op een foto uit de verhandeling van Kees Moeliker, de avond ervoor op het Boekenfeest. Over allerlei parende dieren en hun deviant gedrag: een kikker met een pad kan in feite niet, maar de natuur laat zich niet dwingen, een homoseksuele eend die aan necrofilie doet, een stier die vol overgave het bronzen beeld van een buffel van achteren neemt, allemaal gortdroog verteld. 

Vroeg in de nacht thuisgekomen, moest ik de ontknoping van 'Wie is de Mol' gaan zien. Ja, ook ik, voor het eerst, ging heerlijk mee in het nationale groepsgedrag, geïntroduceerd geraakt in een nieuwe wolk van woorden: Zusje en ik hadden een eigen TUNNELVISIE omtrent de vermeende m=Lol en je wordt er bijna een MOLLOOT van: uitzendingen nog eens bekijken op vermeende hints en clues. Ik viel dit seizoen met mijn neus in de boter, want het schijnt het spannendste en enerverendste seizoen ever geweest te zijn, waar de kandidaten voor het eerst in vijf verschillende steden in Oost Europa startten.

Geen enkele van de tien kandidaten heeft Jan Versteegh, programmamaker, die de Mol bleek, ooit genoemd als Mol, behalve Ruben Hein, muzikant, de winnaar: ook de groep zelf zat als geheel in een tunnelvisie, ze waren allen overtuigd dat Ruben de Mol was. Ik zat ook even op Ruben, maar als kijker, die een gemonteerd verhaal achteraf voorgeschoteld krijgt, kan het niet anders dat logisch redeneren je toch bij Jan brengt. Dit was ook de tactiek van Olcay Gulsay, modeontwerpster en zakenvrouw, die wél finalist was en juist dikke maatjes was met Jan en hem nooit heeft gewantrouwd. Zonder waarheidsbevinding kun je dus heel ver komen...

Logisch redeneren: bij Olcay was dit kansberekening: je hoeft de eerste tijd helemaal geen Mol te zoeken want als jij consequent je antwoorden spreidt op wie de Mol is en de anderen doen dat niet, dan blijf je in het spel. Psychologisch heel interessant: dat zij de beste maatjes was met de mol, beide fanatiek, doortastend, dominant en ook innemend en enthousiast, en zij de hele groep in de tunnelvisie richting Ruben bracht, en Jan, de mol haar daartoe heeft kunnen brengen. Zo gaat dat in het échte leven dus ook...onrecht onbedoeld veroorzaakt door de elkaar versterkende tunnelvisies van degenen die voorop lopen en anderen kunnen laten volgen.

Ja, ik zat ook even op Ruben als de mol. Maar als kijker zie je meer dan de groepsleden: zijn reactie op de vraag van Jan: waar zit jij in Kiev? , kon  in den tweede keer kijken, niet gespeeld zijn en daarmee was mijn verdenking meteen op Jan: logisch redeneren zei me, dat Jan het dan moest zijn, want héél snel in het spel, waar de kandidaten maar twee uur de tijd hadden om elkaar te vinden in de vermeende zelfde stad, moet vrij snel duidelijk worden dat ze ze verspreid zitten en dus is het de opdracht van de Mol om dit na korte tijd te gaan lekken.

Eenmaal op Jan, wordt wanneer je dan het geheel analyseert vanuit het perspectief van de verteller van dit epos, het evident dat Jan de Mol is: de aanjager van de juiste acties, Jan vaak in beeld als voice-over, de ruimte krijgend te zeggen dat hij zo blij is dat er weer meer geld is in de pot, mooie spannende beelden creërend om hem in de laatste minuut de maan te laten vinden, enzovoort. Als kijker word je door de programmamakers ook gemanipuleerd en op zijsporen gezet... ook dit is psychologisch dus, onthullend. Heel Nederland zit in verschillende tunnelvisies met bij behorende theorieën van het eigen gelijk. 

Je verplaatsen in de verteller van het verhaal dat tien hoofdstukken duurt is dus niet mogelijk voor  de kandidaten zelf,  maar wel voor de kijker. Dat houdt je in feite weg van elke vorm van tunnelvisie. (Dat is ook de kracht van de roman, het verhaal, de mythe.) Als kijker van Wie is de Mol word je uitgenodigd om deel van het verhaal te zijn, zoals één van de kandidaten. Mede-verteller worden van het geheel is wellicht saaier en minder gepassioneerd, want logisch, maar daarmee wel efficiënter. 

Dan dwaal je niet over kronkelige paden en kijk je ietwat onbewogen naar de natuur met al haar aparte zijkronkels... Ergens is het een keuze die ik elk moment in mij zelve zo leef: kijk ik vanuit het grote geheel en het best mogelijke verhaal dat de mensheid over zichzelf zou kunnen vertellen? Of verlies ik me in al die passies, die kleine groepjes in de eigen bubbel en eigen tunnelvisie? Mol-zijn is fantastisch, zei Jan Versteegh. Want ja, ook de Mol, naast de verteller, elke Mol waar dan ook, is heerser van een eigen koninkrijk.