vrijdag 6 juli 2018

De Trooster

Ik las het vanmiddag in een ruk, in een paar uurtjes, bijna ademloos: De trooster  van Esther Gerritsen. Een aan mij bekende wereld, ditmaal: die van een klooster in Nederland. Jacob, die letterlijk een geschonden gelaat heeft, woont er en is er conciërge en algemene klusjesman, maar eet wel met de broeders mee in de refter, maar weet ook dat hij altijd een buitenstaander blijft. Henry Loman, een afgetreden politicus komt er als gast, het klooster biedt voor de financiën ook retraiteruimte aan, en neemt hem in vertrouwen.

Waar gaat dit boek ten diepste over? Het heet De trooster en dat is ook een van de namen van God. De kaft heeft een intrigerende afbeelding van twee duistere figuren, een detail uit 'De Tuin der Lusten' van Hiëronymus Bosch. Het gaat over liefde tegenover rechtvaardigheid, over wat er met je kan gebeuren als je toch aan je lusten toegeeft, of het nu de lust naar seks is, vriendschap, geborgenheid, veiligheid... Het is de aloude mantra die in alle sutta's van Boeddha eindeloos wordt herhaald: Verlangend begeren veroorzaakt lijden...

De trooster: is dat Jacob zelf, die heel bijbels, een gevecht moet leveren met degene die hem als een engel verschijnt: Henry Loman die oprecht zijn vertrouwen aan hem geeft en de gastenbroeder die hij onecht vindt, versmaadt? Jacob is vanzelfsprekend gelovig en probeert aan Henry zijn beleving en wereld aanschouwelijk te maken. Dat vindt zijn hoogtepunt als hij hand in hand met hem naar de keuken snelt, hij wil met het bloed van een lamskotelet een symbolische daad voor hem verrichten: Henry heeft een misdaad begaan, maar zal niks van  Gods toorn merken, want zo is God niet, hij zal zoals in het Oude Testament bloed van een lam op hem smeren en God zal zijn deur voorbij gaan

Of is de trooster de vrouw van Henry, die dit patroon van haar man al vaker heeft meegemaakt: hij ontvlucht het huis, pleegt zijn misdaad en keert dan weer huiswaarts, zij komt hem zelfs ophalen van de plaats delict. Ze houdt van hem, daarom vergeeft ze hem alles, ze wordt met Maria vergeleken, de grote troosteres bij de Katholieken.

Of is de trooster net zo goed Henry, die  zijn vriendschap en vertrouwen geeft aan Jacob en hem prijst om zijn eerlijkheid, en Jacob kent dat helemaal niet, hij kent alleen de ervaring van medelijden en dus in feite van neerbuigende afwijzing, wegens zijn uiterlijk. Ja, hij is ooit even getrouwd geweest en zijn omgeving was zo blij voor hem, maar voor hem was het echt niet zo nodig geweest. Hij heeft een veilige haven gevonden door te wonen in het klooster, maar weet dat hij ook daar nooit een van de broeders wordt: Henry geeft hem voor het eerst een relatie van gelijkwaardigheid.

Of is de trooster wellicht toch ook de prior van het klooster en het klooster zelf, als een plek waar het vanzelfsprekend is dat er elke dag gezegd wordt dat er een Trooster is: God wordt er elke dag gemaakt, laat Esther Gerritsen iemand in het boek zeggen. In een interview bij VPRO-Boeken vertelt ze op retraite geweest te zijn en de hele Paasliturgie meegemaakt te hebben, dat ze ook gekeken heeft in het boeddhisme en het taoïsme, maar op een gegeven moment dacht : het is wel zo fijn dat op geen 10 minuten fietsen er gewoon een kerk is met al die eeuwenoude rituelen, waarom het zo ver weg zoeken, en ja, ze blijft wel op zoek naar de goddelijke vonk.

De trooster is een gelaagd boek, hoe simpel het aanschijn ook is: eenvoudige, korte zinnen, zonder veel franje en grootse metaforen verteld. Het gaat ook over de complexheid van gevoelens: wat is loyaliteit, wanneer moet de waarheid ook een vriendschap verraden, en hoe alles duister en onopgelost blijft als het slachtoffer met stille trom uit het klooster verdwijnt en, op herhaald verzoek van de prior van het klooster alleen maar met rust wil worden gelaten. Het gaat ook over het verlangen naar verlossing en werkelijk boete doen en de angst die dat kan geven en hoe je dan toch  zwicht om het maar allemaal te laten, als je een uitweg wordt geboden en je jezelf dus dan weer verborgen gaat houden in een  schijnwerkelijkheid, in dit geval  van een zogenaamd goed huwelijk.

Ik heb het schrijven van dit blog onderbroken, om te luisteren naar de hymne voor Maria, in Chevetogne. Als ik thuis ben, luister ik nu altijd. Henry Loman neemt zijn rol weer op van de welbespraakte man, die de touwtjes goed in de handen heeft. Hij zocht iets anders in het klooster en dacht het te vinden bij Jacob, de conciërge. Wat is werkelijke troost?... Misschien beleef je die alleen als je je zelf eerlijk onder ogen durft te komen... en dan kan het gebeuren dat zonder dat je dat zelf hebt gemaakt of hebt kunnen controleren, er een bron van troost en liefde zomaar naar je toe komt... en daarover wordt dagelijks in kloosters ook gezongen.