maandag 13 september 2021

Stilte. Jessica Jones. Sense 8. Radio- & internet-verbinding

Soms hoor je de A50, die hemelsbreed ongeveer twee kilometer hiervandaan ligt wel: een gestaag gebrom van auto’s en vrachtverkeer. Soms hoor je deze helemaal niet en dan is het hier doodstil. Zoals vanochtend: een heiige mist door de bomen en het getjilp van allerlei soorten vogeltjes. Ik veegde op de hurken met een stoffer en blik het terras schoon van gele berkenblaadjes die al gevallen zijn. Het geeft een oergevoel en ik denk dan aan zen-monniken die je dat op afbeeldingen uit de 16e eeuw al ziet doen: vegen. In het hier-en-nu zijn, aanwezig worden.

Naast dit besef dat ik dagelijks wel genereer, ja;  je kunt het zelf maken, dat is het mooie, vind ik het ook leuk om vanuit oeroude stille stromen mij juist erg onder te dompelen in die veelvoud en kleurrijke werkelijkheid, die de wereld ook is. Afgelopen tijd heb ik veel avonden gebingwatched, tips van nichtje V., wier absolute favoriet de ‘mislukte’ superheld Jessica Jones is, die haar superheldenpak wegdoet, privédetective wordt en altijd gaat voor het goede en rechtvaardige, wat niet meevalt in haar verlopen kantoortje aan het einde van een nauwe gang, waar ze ook woont en waar de fles drank altijd binnen handbereik is. Ik weet dat christenen het niet leuk vinden als ik dit zeg: maar Jezus is ook een soort van mislukte superheld en alle thema’s over het goede en het kwaad, verleiding, vergeving, bevrijding en verlossing komen in zo’n serie intens en op de huid binnen, waardoor het niet anders kan, dan dat het verhaal van ‘Jezus de levende’ het onderspit heeft gedolven.

Een ander tip is: Sense8. Dat was elke avond ook een traktatie van visuele beelden van plekken op de wereld die ik zelf, vergelijkbaar, heb gezien: de rode aarde en de hutten met roestige golfdaken in Afrika, Londen, Berlijn, het contrastrijke Aziatische straatbeeld, het volle India en tempels, en ook Amsterdam. De acht hoofdrolspelers vormen een cluster en zijn telepathisch met elkaar verbonden en hun dagelijks leven is zéér verschillend: een Duitser in het criminele circuit die kluizen kan kraken, een Indiase apotheker die uitgehuwelijkt wordt, een DJ uit IJsland, een politieagent uit Chicago, een transgender vrouw en internet-nerd uit Londen, een Braziliaans acteur die uit de kast moet komen, een Koreaanse ‘ninja’, dochter in een door haar vader en broer gerunde familie-multinational die corrupt is, een buschauffeur in Kenia die met zijn kleurig beschilderde bus medicijnen voor zijn doodzieke moeder bij elkaar probeert te scharrelen.

 ;

Ze moeten vechten tegen een vijand  die deze nieuwe soort mens, de homo sensori, naast de homo sapiens wil wegwerken en in Seizoen 1, snapt een ieder ook niet wat er met zichzelf aan de hand is: die stemmen en verschijningen van anderen die jij alleen ziet. Ik vind de serie door en door optimistisch en uitgaan van het huidige bewustzijn dat door het internet aanwezig is: dat mensen elkaar kunnen bereiken en elkaar kunnen verstaan en kunnen communiceren, ondanks grote culturele verschillen. De eindscene in Seizoen 2 bestaat uit een aaneenschakeling van de acht, al vrijend: met de eigen partner, met elkaar: er ontstaan ook twee stellen binnen het cluster en een vlechtwerk van alle lichamen samen, ze zijn immers allen met elkaar verbonden.

Dat het internet definitief een ander soort mens van ons heeft gemaakt, realiseerde ik mij gisteren terwijl ik de binnenkant van ‘Gebouw A’, een gek nuchtere  benaming voor het kathedraalachtige hoofdzendgebouw van Radio Kootwijk, midden op de heide, bezocht. De architect en kunstenaar hebben met opzet het art-deco achtige gebouw grandeur en iets magisch willen geven: hier was het immers mogelijk om contact te maken met Nederlands Indië! Het moet toch  vooral iets voor de rijkeren geweest zijn: 3 minuten met elkaar praten in 1925 kostte 30 gulden naar Bandung en 34 gulden naar Soerabaja, respectievelijk de plaatsen waar Vader en Moeder vandaan kwamen.  Daarna betaalde je per minuut. Krakend en ruisend in 3 minuten, wat kun je dan tegen elkaar zeggen? Het is eigenlijk vooral dan elkaars stem horen, héél eventjes maar, samen hetzelfde hier-en-nu delen…

Met het internet kunnen we voortdurend met elkaar in contact staan, bekenden en vreemden van elkaar… iemand die je nog nooit hebt ontmoet in het dagelijkse leven, kan als een bekende voelen, maar ook het omgekeerde gebeurd; bekenden kunnen elkaar wel horen en zien op het schermpje en al append met elkaar praten, maar elkaar niet in de armen sluiten… iemand die je hoort sterven op de Mount Everest, onbereikbaar door de sneeuwlawines om deze te kunnen redden, is mij altijd bijgebleven, en recentelijk was het zo met al degenen die uit Afghanistan wilden vluchten, maar wat op het laatste nippertje net niet lukte.

Ook alle verhalen die via Netflix verteld worden zijn over de hele wereld te zien en bereikbaar. Mensen in volkomen verschillende omstandigheden leven mee met verhalen. In een documentaire met de acteurs van de hit-serie La Casa de Papel vertellen ze hoe de serie aanvankelijk niet echt aansloeg in Spanje totdat Netflix deze aankocht en ze in no-time beroemdheden werden. In de serie komt het Italiaanse volksliedje Bella ciao dat een symbool wordt van ontsnapping en bevrijding en troost, veelvuldig voor. De impact van de serie kwam écht bij hen binnen, toen ze zagen dat een boot vol vluchtelingen dit lied zongen, vlakbij de kust en net gered.

Zo zit een ieder in een eigen hier-en-nu en verstrengeld in eigen verlangens, hoop, moeite, gebrek en nog veel meer… Is het dan wel mogelijk om aanwezig te worden in dat hier-en-nu dat levend en vitaal is, wat ik zonet in het begin zo moeiteloos poneerde, dat je dat zelf kan genereren…? Ja, ik denk van wel. Omdat je in dat hier-en-nu tegelijk connectie maakt met een groter geheel, je je gewaar wordt van andere mogelijkheden dan die waarmee je het moet doen en waarin  je ‘opgesloten’ zit. Ja, ik weet dat velen dit maar wollig en onduidelijk, zweverig gepraat vinden. Daar kan ik niks anders van maken. Maar luister naar de stilte, die spreekt een eigen taal; anders kan ik het niet zeggen.