maandag 4 oktober 2021

Damien Hirst

De kunstenaar Damien Hirst is bij mij altijd besmet geweest door de discussie of hij niet eigenlijk een charlatan is, een soort van zakenman die met wat ideetjes een soort van massapsychose weet te bewerkstelligen. Hij staat te boek als de rijkste kunstenaar op de wereld. Ik hoorde van zijn dieren die hij op sterk water tentoonstelde, dat klinkt als een gimmick. Het eerste wat ik in het echt zag in het Rijksmuseum , was zijn met 8601 diamanten bezette platina schedel: For the love of God geheten. Dan schuifel je met het publiek mee langs de vitrine en dan denk je: Tja. Het kan gaan over sterfelijkheid, dat rijkdom uiteindelijk naar niks leidt, en ja: de kunstenaar stopt wél een groot vermogen in dit werk, waarom? 

Het tweede dat ik wat langduriger mijmerde over hem was in 2017 in Venetië, waar hij los van de Biënnale twee palazzo’s had ingericht met zogenaamde schatten uit de bodem van de zee: Treasures from the Wreck of the Unbelievable. Het was bijna meer de ‘talk of the Town’ dan de Biënnale, er stonden elke dag rijen voor de ingang en in Venetië zelf stonden reuzen bronzen en marmeren beelden van Poseidon en waternimfen etc, die hoe imposant ook, een soort van kitsch en Disney-sfeer om zich heen hadden. Er waren films waar duikers zogenaamd tussen de scheepwrakken doken en er was álles: van verroeste munten, gebruiksvoorwerpen met algen, halfvergane kledingstukken  en dus ook die reuzenbeelden, die het idee moesten geven van ook letterlijk grootse beschavingen die ooit op aarde geleefd moeten  hebben. Alles was er te koop en je wist dat je voor de gek werd gehouden, en toch hing er de roes van een onvoorstelbare schat, die je moést bekijken. Ik ben niet naar binnen gegaan.

En toch… dacht ik toen: wat raakt het ook aan de sfeer dat het leven vergankelijk is, dat mensen verlangen naar grote verhalen, naar iets wat het alledaagse overstijgt, die Damien Hirst met zijn honderden medewerkers besparen kosten nog moeite om dit voor elkaar  te krijgen. Hij betrapt mensen als het ware in hun honger naar grootheidswaanzin. Alhoewel toen al het bericht de ronde deed dat hij ondertussen al zoveel had verkocht dat hij alweer op de winst zat, dus de enorme investering was niet voor niks geweest. Slim, dus, opnieuw. 

Maar nu ben ik om. Damien Hirst is een grote kunstenaar. Dit  komt doordat ik hem zag op YouTube in Cerises en Fleurs waar hij zelf vertelt over zijn nieuwste werk: zeer grote geschilderde doeken vol bloesembomen. Het was wat hij in tussenzinnen zei; dat hij door de lockdown ineens alleen was, dacht Wat nu? Toen is hij zelf weer gaan schilderen en hij kwam bij de bloesem uit, schilderen alsof je onder de waaiende bloesemboom staat en dat dit maar kort duurt, die intense kleuren. En je ziet hem lopen met meterslange kwasten. Misschien was dat ambachtelijke beeld voor mij nodig om een gewoon mens van hem te maken.

Hij refereerde naar zijn eerdere werk en ik ben gaan kijken op zijn site, o.a. naar zijn eerdere zeer kleurige stippeltjesschilderijen, allen met de begin woorden: Veil of…’Grace/ Perfect Harmony,/ Illusions/ Dawn/ Simplicity/ Kindness En ineens viel het kwartje bij mij:  alles draait om een intense confrontatie met jezelf. Hier ben je dan: Tussen leven en dood, hemel en hel, schijn en werkelijkheid, puur genot en het verval dat daarin ook al besloten is. 

Alle middelen zet hij daartoe in: de visuele taal kan gemaakt zijn van simpele olieverf, grote bronzen beelden, echte haaien, schapen, koeien bevroren in formahydeline zodat je oog in oog met ze komt te staan, echte vlindervleugels in zijn Kaleidoscope Paintings met abstracte symmetrie, zoals in de islamitische kunst met titels als: Eternity, The Wonder of You, Devotion, Liberation,  It is great to be alive… En het houdt ook iets van humor zoals in The fragility of Love, waar een strandbal door wind zweeft boven een vierkante bak vol puntige messen. Hij heeft zwart-wit plattegronden van grote steden gemaakt (de stad als plek waar mensen messcherp dicht bij elkaar leven, tussen de mechaniek van het verkeer en de gebouwen, weg van de natuur), bestaande uit scheermesjes, haarpinnen, vishaakjes, naalden enzovoort, een kabinet/schilderij vol sigarettenpeuken met de titel ‘The Abbys’, wat wel iets van een onuitgesproken oneindig ritme in zich heeft, medicijnkastjes vol spul  tentoongesteld: Je komt in een museum en dan word je geconfronteerd met kasten vol bestaande medicijnen, je kijkt ernaar, maar het kan zich ook zomaar afspelen in je eigen badkamer…

Hij weet mensen hierbij dus ook bij de lurven te pakken via hun begeerte, een menselijke conditie die uit zichzelf al zoekt naar de ultieme vervulling, en is daarmee rijk geworden. Men wil het hébben. Men wil een deel worden van deze onstuimige, grenzeloze wereld en verbeelding. In een interview lees ik dat het motto van zijn kunstenaarschap uitgedrukt is met het neonverlichtingwerk  van Bruce Neumann: “The true artist helps the world, by revealing mystic truths”. Hij zegt: That says it all to me, whereever you are in time, space, in any culture. Laat dit spiraalvormig werk van Neumann nu hangen bij de ingang van het Kröller-Müller museum, hier. De cirkel is weer rond.