zondag 18 februari 2024

Dieren en mensen en de dierentuin

Wie Links is en werkelijk wakker, vindt het geloof ik vanzelfsprekend dat de dierentuinen moeten worden afgeschaft, want dieren laat je in hun waarde in de vrije natuur. Of je stemt VVD en vindt het simpelweg zielig, al die dieren in gevangenschap. Of je hébt niks met dieren: ‘dieren zijn dieren’ ( en géén mens is dan de applicatie erbij, die de kroon op de schepping is) en dan zijn ze dus niet echt het aanzien waard en dan bezoek je dus nooit een dierentuin. Ik ken van deze menssoorten van elk wel een exemplaar. Leve de diversiteit.
Maar ik hou gewoon van de dierentuin. Het zijn ook netwerken van kennisoverdracht, dierenonderzoek, het in leven houden van bijna uitgestorven diersoorten via fokprogamma’s over de hele wereld heen. Frans de Waal heeft een groot deel van zijn onderzoek gedaan door jarenlange observatie van de chimpansees in Burgers Zoo en kwam zo op baanbrekende inzichten over empathie bij dieren. En je kunt er ook naartoe voor de planten: ineens bloeien er orchideeën bij de sawah, een sterk zoet ruikende gele struik lokt hommels, enzovoort.

Ik ga er ook naar mensen kijken. Het is voorjaarsvakantie en het wemelt er weer van de kleine kinderen met hun ouders en grootouders. En ik kom voor de temperatuur : lekker warm in de bush en de mangrove. ‘Je zit hier al de hele middag, of niet? ‘ zegt een vrijwilliger tegen mij. ‘Nou nee, dat niet, maar de zeekoeien zijn wel lievelingen van mij’. Daar een boterhammetje eten op een steen, helemaal oké. Voor mijn neus zie ik de opwinding van kinderen én ook een kindje dat achterin de twee-traps wandelwagen helemaal niks meemaakt, haar zicht bedorven door haar broertje voorin. Alle drie de kinderen in walvissenpakjes, en ik vraag mij af of het temperament van die tweeling ook nu al bepaald wordt: het jongetje ziet kraaiend alles als op een troon, het meisje kijkt tegen de billen van haar broertje aan en frummelt wat met haar handjes en geeft wat pruttelgeluidjes.

Ik kom er ook op heel rustige dagen en het lijkt erop dat de dieren dan ook rustiger zijn. Er is nu interactie: stokstaartjes kijken je aan en het luipaard loopt rondjes langs het glas. ‘Dat is ook omdat ernaast dat vrouwtje zit’ weet iemand te vertellen. Ja, die ligt zich daar te koesteren in de spaarzame zon. Ik verwonder mij hoe al die bewegingen ook zo erg als die van een poes zijn.

‘Waarom blijf je hier zo lang kijken?’ vraagt een jongetje aan mij. Ja, ook ik wordt bekeken. ‘ Omdat ik het zo’n gek dier vind, zó groot, het kan wel zes meter worden, en dan zo harig en dat die alleen maar planten eet. Ik heb het nog nóóit gezien!’ Hij bestaat ook niet meer weet het jongetje. Maar hij heeft hem wel al eerder gezien, bij Freek. O, ja dat is een favoriet programma bij kinderen. Het beest heet ‘grondluiaard’; leuke naam.
Het is de tweede keer in al deze jaren dat ik de otters actief zag; zwemmen, achter elkaar aan het rennen. ‘Ze hebben geen doel in het leven’ zegt de ene tiener tegen de ander. ‘Hoezo?’…’Nou ze moeten op jacht kunnen gaan om te kunnen overleven.’ Het antwoord volstaat en geeft mij op het eind van dit dierentuinbezoek ook dé reden waarom het ook wel zielig voor de dieren is. Deze otters roeren zich bijna nooit. Want ze hoeven zelf geen vis te vangen. Hun terreintje is bést groot en gevarieerd voor twee, maar natuurlijk niks in vergelijking met de vrije natuur.
Thuis fladderde er ineens een vlinder tegen het keukenraam. Heeft deze bij mij binnen overwinterd ? Wat nu? Zij vliegt zichzelf nog stuk tegen het glas. Maar het raam openen, dan fladdert zij ook de winterse kou in. Toch maar gedaan. Het risico van de vrijheid.