donderdag 6 november 2025

What We Can Know


Een mooie zonsopgang in het bos. Vannacht was het volle maan en die scheen pal door de opening van mijn slaapkamergordijn. Af en toe werd ik wakker van het maanlicht; een maanbad. Mijn dromen waren helder en constructief, ik word dan wakker midden in een scène met beelden en dialogen, maar die zijn nu allemaal weer verdampt.


Ik las de afgelopen twee dagen de nieuwe van Ian Mc Ewan, één van mijn lievelingsschrijvers, al vanaf de studententijd. Opnieuw een geniaal boek. De échte taak van een schrijver; profetisch zijn en je raken in allerlei lagen zodat je als lezer zelf ook dieper graaft en eigen ervaringen en gedachten, ook uit een ver verleden, woorden krijgen. Zulke boeken geven troost door de herkenning.
Ik dacht aan een droom die ik had in de puberteit, zó intens en heftig dat deze me mijn hele leven is bijgebleven, ik werd er destijds huilend uit wakker en was zó opgelucht toen ik de gordijnen openschoof dat het er nog was: de berkenboom met lentebloei en een blauwige lucht daarachter. En dat ik een vogel hoorde fluiten.
In mijn droom had ik met mijn kind door een grijs en mistig landschap gedwaald en in een stad,  en er was helemaal niks meer. Er stond achter een hek één dier, het was, geloof ik, een schaap.
Ik schreef indertijd liedjes die ik niet kon zingen met de paar akkoorden die ik kende op mijn gitaar, want ook toen zong ik al vals, met een brom in de keel. Maar ik ken het liedje nog wél, met melodie en al.

I dreamed last night I had a child
With bright black eyes that shine
The way she embraced me with her arms
Showed her faith in me so fine

We lived in one of the many flats
High above the ground
The land was filled with stone and steel
Not a green spot to be found.

She looked at me with asking eyes;
‘O mother is it really true,
Did fishes swim in oceaan blue
And birds, they really flew?

What is a flower like 
And how does it smell,
Did cattle grease in meadows green
Where ar all the animals,
And colors  I ‘ve never seen…

En ze vroeg mij of ik kon uitleggen wat voor kleuren er waren, wat zag ik dan?  en of ik kon vertellen wat smaak was, want de enige die zij kende was zout, van haar tranen. En toen werd ik dus in tranen wakker.
In dit boek van Ian Mc Ewan zit dit allemaal. Dat generaties na ons wel gewoonweg dóórleven, met wat er dan is en de jongeren ook geen zin meer hebben in de nostalgie van de ouderen, die nog wel wat herinneringen hebben aan hoe het toen was. Ze willen niet zwelgen in oude teksten, zich verdiepend in levens die dan niet meer zo geleefd kunnen worden. Ze moeten roeien met de riemen die er dan zijn.

Wij hebben nu nog de kans om het tij te keren rondom de klimaatcrisis, al is de biodiversiteit al heel erg aangetast en is het koraalrif al grijzend… (Ja, ik heb zelf nog gesnorkeld tussen felgekleurde koraalriffen vol tropische vissen op Fiji en in Sumatra, dat is er al niet meer.)
Maar in het boek greep de mensheid deze kans niet, en die periode heet in de toekomst
  The Great Derangement.
Die volgende generatie verspilt niet al te veel tijd aan het verklaren van onze waanzin, want het kost al genoeg tijd en moeite om ook letterlijk het hoofd boven water te houden. Bovendien is dan de gemiddelde leeftijd 60 jaar, dus verspil geen tijd. 
Het sterkste van het boek is dat het nergens een pamflet wordt. Maar het maakt je wel zéér bewust hoe geweldig, kleurrijk en vol sensaties deze wereld nu nog is. Een echte kop koffie, herfst in een bos, de mogelijkheid om bloembollen te planten, naar de volle maan en een heldere sterrenhemel te kijken, de warmte van de zon in je gezicht.
Die kick had ik al door die droom. 

PS
Laatste vogelzang van de dag.