woensdag 3 april 2013

Koorddansen

Het blijft memorabel: de eerste keer in het jaar in een windstil hoekje in mijn tuin buiten de krant lezen en gisteren was het zover. Weliswaar met jas aan, maar dat maakte niet uit, de zon was sterk en ik koesterde me erin tot later op de middag. Ondertussen zocht ik in mijn hoofd naar de christelijke deugden. Die had ik nodig voor de leesgroep van de avond omdat er een nieuw hoofdstukje zou beginnen die ging over 'Franciscus' voortreffelijke deugdenleven'. A, ja deugden...

Ik had ze al eerder opgezocht, maar ik kon ze niet meer oplepelen. Kun je nagaan hoe belangrijk ik ze zelf vind. Ik vond het lijstje terug met de deugd en de ondeugd naast elkaar. Overgenomen uit een inleiding over het Enneagram, dat dynamische stelsel waar men ervan uit gaat dat mensen meestijds in gesprek met zichzelf zijn rondom één deugd van de zeven christelijke. Het Enneagram heeft er nog twee aan toegevoegd. Het lijstje bevat: nederigheid-trots, volgzaamheid-woede, naastenliefde-nijd, armoede-hebzucht, matigheid-onmatigheid, kuisheid-lust, ijver-luiheid.

Zo, en daar dan de avond mee in met de opdracht dat iedereen zou gaan kijken in het verhaaltje welke deugd-ondeugd je opvalt in de vertelling over Franciscus. Boneventura schrijft gekke dingen over hem: hij strooit as in zijn eten om het niet te laten smaken, hij draagt met opzet ruwe, schurende kleding, hij pakt een steen als hoofdkussen, hij rolt zich in de sneeuw om zich te bevrijden van zijn zinnelijkheid, hij wil zijn tranen niet inhouden, terwijl hij van de dokter heeft gehoord dat hij blind zal worden van veel huilen, want hij heeft een oogziekte.

Aanvankelijk vond iedereen het maar niks. Het is juist goed om wél goed voor jezelf en je lichaam te zorgen, je mag wel genieten, je hoeft jezelf niet te ondermijnen. In een tweede ronde vroeg ik naar de 'winst' die er kennelijk toch ook te maken is. Boneventura heeft het over een stille gloed van vreugde op het gezicht van Franciscus, blij met alles wat hem geschonken wordt; wat kunnen die deugden daarmee te maken hebben, vroeg ik, herken je iets van een ervaring van vreugde en de dynamiek in jezelf die zoekt tussen het ene en het andere?

Als je het zó vraagt, zei de ene, dan herken ik wel dat je heel lang kunt bezig zijn met iets wat je heel moeilijk vind, en dat kan voor iedereen iets anders zijn, en dat je dan op een dag, soms na jaren in de spiegel kijkt en denkt: nu snap ik het, nu doe ik het goed, nu voelt het goed. Een ander zei dat het voor haar dan gaat om innnerlijk en uiterlijk bij elkaar te brengen. Dat je jezelf soms dingen oplegt waarvan je denkt dat die goed zijn, of een ander vindt dat, en dan ontdek je dat je al die dingen juist los moet laten om bij je innerlijk te komen.

Het leukste moment in het gesprek was, waar man en vrouw met elkaar botsten. Hij zei: 'Je zegt ook steeds dat dit een verhaal is uit die tijd, zo lang geleden, nou stel je voor dat een schrijver van onze tijd naar daar ging, dan zou ook niemand het begrijpen, het staat allemaal veel te ver van ons af! En zij brak in: 'Dat vind ik véél te gemakkelijk! Eigenlijk herken ik het wel, je wilt er eerst niet aan, maar ik doe dat ook: ik wil tekenen en schilderen en meer naar muziek luisteren en ik stop het allemaal in de kast omdat ik mezelf zo belangrijk vind om taakjes te verrichten, tot hoelang stop ik het weg? Zo doorgaan, daar word ik niet gelukkig van.'

Ik eindigde met het beeld van de deugd en de ondeugd die samen een koordje spannen waarop je loopt. Beide kanten horen bij je, het gaat erom in evenwicht te blijven, niet slap te worden, maar het koordje strak te houden, zodat je erop kan dansen.