zaterdag 18 oktober 2014

Ik ben ok, jij bent ok

Gisteren las ik bij een gaslampje, met een dik vest aan, ik vertel het erbij omdat dit de leeservaring focuste en geconcentreerd maakte, een ander boek dat me door de Boeken-Ruil-Leenkast in het wijkcentrum zo in de schoot werd geworpen: Ik ben ok-jij bent ok van Thomas Harris. Dat is een klassieker, een ware hit indertijd, in de begin zeventiger jaren. Ik wist ervan, maar ik heb het nooit gelezen: ik geloof dat ik er net nog wat te jong voor was, om me ervoor te interesseren.

O-V-K: dat is het enige wat je hoeft te onthouden uit het boek: Ouder-Kind-Volwassene. We communiceren allemaal vanuit één van die drie persona, zullen we maar zeggen: zo zouden ze waarschijnlijk in de Griekse Tragedies genoemd worden. Volgens zijn theorie beginnen we allemaal vanuit de positie: Ik ben niet ok - Jij bent ok. Want we worden allemaal volstrekt afhankelijk en zonder vaardigheden geboren: niet ok dus, en hebben de ouder nodig, om stappen in de wereld te kunnen zetten. De ouder is dus, ok. In principe.

Het  eerste communicatiepatroon is dus: Kind en Ouder en volgens Harris blijven de meeste mensen hangen in dit patroon. Getuige de diep gewortelde behoefte om steeds maar van anderen bevestiging en positieve feedback te willen ontvangen, de onderliggende reden van veel ambitie en carriere willen maken.

Hierop volgend zijn nog drie communicatiepatronen mogelijk: Ik ben niet ok, jij bent ook niet ok. De ernstigste verschijningsvorm hiervan is de autist:  je hebt niemand nodig en leeft gewoonweg volgens een eigen orde en structuur. Dan is er: Ik ben ok, jij bent niet ok: de psychopaat is daar de groteske exponent van: je hebt geen gevoel en empathie richting elk ander ontwikkeld, je kunt je niet verplaatsen in een ander: wreedheid op allerlei wijze is het gevolg hiervan.
Tenslotte is er nog de mogelijkheid: ik ben ok, jij bent ok. In tegenstelling tot de drie vorige patronen, die uit het gevoel voortkomen, is dit patroon de vrucht van een BESLUIT in jezelf. Je realiseert je dat je zelf aan het roer staat van je leven, dat je zelf kunt sturen, kansen kunt berekenen, richting kunt geven. Dit is het patroon van twee Volwassenen. Ook hier pas, komen filosofie en religie om de hoek kijken, als hulpprogramma's (ik zeg het in mijn eigen woorden) die je leren te wikken en te wegen, wat vind jij van waarde om te laten voortbestaan?

Ik vind het boek wel een eye-opener. Nu kun je elke keer bij jezelf navragen: wie ben ik in dit gesprek? Wissel ik soms steeds van rol? Doe ik aan 'contaminatie', zo noemt Harris het: als O-V-K daar elkaar heen gaan mengen, in jezelf.
Bovenal is het een oproep om Volwassen te worden: alleen maar wie zichzelf liefheeft en er spontaan vanuit gaat dat de andere ook vol liefde is en jouw liefde waard, dat je beide de moeite waard bent om lief te hebben, als gever en ontvanger... alleen dan komt de wereld en jij en ieder ander op haar pootjes terecht.