woensdag 24 april 2019

Dagje Nederland

Dit was de dag van het hele jonge lichtgroene beuken en eikenblad aan de takken en twijgen in het bos. Hoe ze mild en balsemend in het windje deinden, een zachte ritseling en fluistering over de gronden van het bos, vol dor blad van de afgelopen herfst. En dan op één plek vielen er nog de oudste resten uit twee bomen: de bijna zwart-donkerbruine omhulsels waar de beukennootjes in hebben gezeten. De cyclus van het alleroudste en het jongste ontmoeten elkaar.

Het is de dag van de enkele druppels regen die uit de hemel vielen waardoor het nat naar aarde rook, en dat het toen geheel opklaarde, de hemel opentrok, de zon in een blauwe lucht ging schijnen, er steeds meer ouders en kinderen in de speeltuin verschenen, met hun zonnebrillen op, de kleurige picknickkleden, de korte broeken, de broodjes en de boekjes. 

Het is de dag van de mussenkolonie; dat ik op een stoeltje achterin de tuin kijk hoe ze laag overvliegen van bamboe, naar het dak, ze soms uit de lucht lijken te vallen, dat ze tjilpen dat het een lieve lust is. Dat er vijf tulpen rood-wit fier bloeien. Dat het steeds bewolkter werd en er weer regen is gevallen en ik opnieuw de aarde ruik, door het raam vanaf mijn bank binnen.

Het is een dag die ik nooit zo in de Tropen kan beleven, het soort dag waaraan ik in India weleens dacht en waar ik het zó moeilijk vond om dat dichtbij te halen, dat ik het weer zou gaan meemaken. Felle zon, een briesje, bewolking , de geur van groen na wat regen, al die verschillend soorten van blad die in de wind meetrillen, hoe de wind ze laat bewegen en elk topje van elk blad fier rechtop blijft staan.

En ik vond gisteren in de bieb —  'Hé, je bent terug!' zei M. achter de balie. Ik had  mijn boeken tot twee keer toe in India laten verlengen met de reden dat ik India niet uit kon. Ik wist niet of zij mijn persoon achter de mails kenden, maar het was sowieso wel al heel fijn dat aan mijn vraag meteen gehoor werd gegeven. Nu bleek dus, dat ze wel wisten wie het was - ik dus. Ik vond in de bieb dus een boek dat precies bij mijn stemming past: Leven met goden van Neil MacGregor, die van 2002 tot 2015 directeur van het Brits Museum was.

Wat een genoegen om daar nu al twee dagen in te lezen: het zit vol afbeeldingen: aan de hand van gebruiksvoorwerpen, schilderijen, beelden, etc uit het  museum en met foto’s uit alle delen van de wereld, laat hij je zien hoe mensen al 40.000 jaar hun leven  een vorm en zin geven, door elkaar allerhande verhalen van goden te vertellen en hoe zij daar relaties mee zijn aangegaan. India is er ook in aanwezig en weer besef ik hoe de godenverhalen daar overal voor het oprapen liggen. Een ander boek Dochters van Durga, waar Marnel Breure, op zoek gaat naar de godinnen van India,  liet mij dat ook zien en bevestigt mijn eigen ervaringen in India.