zondag 26 mei 2019

Verhalen vertellen

Wassilissa
Na India word ik me steeds bewuster van het belang van een  diversiteit aan verhalen: dat het mensen goed doet en het ze open maakt als ze die aan elkaar kunnen vertellen. Gisteren zat ik op een stoeltje voor het atelier van vriend T. die deelnam aan de Kunst en Kitsch-route in Groesbeek. Bij zijn naam was er een afbeelding van een pop en een  pinguïn, die oorspronkelijk bij mij vandaan kwamen. Een mevrouw sprak mij aan: waar zij die afbeelding kon zien, want zij had iets met poppen.

Ze bleek verhalenverteller te zijn, en poppen speelden al haar hele leven een rol. Ik vroeg haar hoe dan. Er waren twee verhalen die al heel lang met haar mee gingen, waarom wist ze niet, maar ze had het idee dat het wel belangrijk was. De ene  was het sprookje 'Wassilissa' uit de Kaukasus: het ging over een oude vrouw die stervende was. Een jong meisje zit bij haar en wil niet dat ze dood gaat. Dan haalt de vrouw onder haar rokken een popje tevoorschijn, geeft het aan het meisje en zegt dat zolang ze dit popje bij zich draagt, zij, de oude vrouw, haar altijd zal helpen en beschermen.

Het andere was een islamitisch verhaal. Een jongen wordt in vijandig gebied in een diepe put gegooid. Op de bodem ligt er klei en hij gaat daar allemaal kleine popjes van boetseren. Kinderen kijken over de rand van de put. Hij kan niet met ze praten, hij is in vreemd gebied, met een vreemde taal, maar hij gooit de popjes naar boven. Dan komt er het moment dat hij uit de put gehesen wordt door de vijand, zij denkt dat het moslims zijn, om gedood te worden. De jongen begint heel hard te schreeuwen en te roepen. De kinderen aan wie hij de popjes heeft gegeven, die komen eraan en leiden de vijandige man af, zodat hij kan ontsnappen. 

Er is iets met deze verhalen, waar ze niet de vinger op kan leggen, maar wat haar al heel lang intrigeert. Zelf maakt ze ook poppen als ze bezig is om een verhaal te verzinnen, maar ze gebruikt ze niet op het podium als ze aan het vertellen is, alleen voor zichzelf. Wel heeft ze voor elk kleinkind een popje gemaakt. 

Ik vraag haar of ze de film kent met Tom Hanks, Cast Away, waar Hanks een schipbreukeling is, op een zelfgebouwd vlot op zee, hopend dat hij land zal vinden. Hij neemt een oude voetbal mee van het eiland waar hij zijn vlot heeft gebouwd en daar heeft hij een gezichtje op getekend. Gedurende zijn reis op zee, wordt dat zijn beste vriend en vlak voordat hij land ziet en er een storm op zee opkomt, gaat hij de voetbal, die geen voetbal meer is, een pop, met gevaar voor eigen leven in de golven redden,

Wij komen er samen op, dat poppen misschien iets met het verlengde van je ziel te maken hebben, dat door poppen en sowieso alles wat we met materie doen,we die ziel verder kunnen brengen en we zo verbinding met elkaar en de wereld om ons heen kunnen maken., we opener kunnen worden, zoiets? Vriend T. geeft workshops waar hij het zoeken naar zin verbindt met schilderen. In het ene dagdeel praat hij dan met mensen over zingeving en de dag erop gaan zij dan daarover schilderen. Dat lijkt de mevrouw heel interessant. ‘Dan moet ik nog eens goed nadenken, wat ik dan wil zeggen’. “Juist niet!”, zeggen T. en ik tegelijkertijd. Dit was een middag met mooie ontmoetingen’ zegt ze als ze weggaat, en ik beaamde het.

Bij het eten 's avonds, vertelt iemand over een vrouw die heel inspirerend mensen verderhelpt en door de inzet van allerlei soorten ‘therapieën’, zoals NLP, Familieopstellingen en ook iets met een stokje van metaal met een rond ding aan het uiteinde, waarmee ze het lichaam van iemand aftast en dat stokje zegt dan op vragen ‘Ja’ of ‘Nee’. Ze zegt al uit zichzelf dat T. dat natuurlijk onzin vindt en T. beaamt dat hij probeert een neutraal gezicht op te zetten. Dan worden er gesloten vragen gesteld en die kunnen ook teruggaan naar een vorig leven. Ja, daar moet je dan misschien wel in geloven... bijvoorbeeld: is het in de 17e eeuw gebeurd, dat je een blokkade hebt opgebouwd? Het stokje zegt ja of nee. Toen je tussen de 10 en 16 was? Enzovoort. Zo kom je steeds dichterbij en daarna volgt een soort van therapie, bijvoorbeeld massage op een plek.

Het is zo’n moment waarop ik dan ook moeite moet doen om mijn neutrale gezicht op te zetten. Ik denk razendsnel na. De kern is dus, dat het helpt. ‘Naar de sauna gaan’, kan ook helpen zegt M. ook aan tafel, het kan ook het placebo-effect zijn. Maar dat vind ik ook niet juist, om het maar af te doen met ‘placebo’, want het hélpt, iemand komt er echt verder mee. Dan bedenk ik, dat het eigenlijk ook over verhalen vertellen en  echt aandacht geven, gaat. Via die stok en steeds maar cirkelen rondom de pijn die met loslaten te maken heeft, en het verhaal wat zo ontstaat, kom je verder. En misschien doen al die nieuwe therapieën precies dat: ze genereren nieuwe verhalen en die worden waar en gebeuren in zekere zin ook echt, omdat ze verteld worden...

In India heeft zowat elk tempelcomplex een eigen verhaal over het ontstaan ervan, op die plek. En alle Goden die er wonen hebben ook een eigen verhaal en die kan van plek op plek ook weer iets anders verteld worden. Er is een festival van de godin Durga, waar iedereen haar namaakt van riet en klei, haar aankleedt en op het einde van het feest haar  mee geeft aan de rivier, de heilige rivier de Ganges, op, de levensader van India, of een van de andere rivieren die daarmee verbonden zijn....

Ja, we hebben verhalen nodig. Ze houden ons levend, poppen worden er levend van, ze worden levenwekkend en zelfs echte Goden en Godinnen. De wereld wordt mooier, als we elkaar mooie verhalen vertellen, ook omdat we daar pijn en verdriet een plaats in kunnen geven. Wie vast zit in maar één verhaal, doet waarschijnlijk zichzelf en anderen tekort, er is zoveel méér mogelijk.