maandag 29 juli 2019

Mijn brein en het spoor

Vanochtend werd ik wakker met het besef dat ik gedroomd had over mijn stad en ik in de droom zei, dat deze overal doorsneden wordt door een spoorlijn, dat je die altijd ergens over moet om ergens te komen. Ik dacht: waarom droom ik dit? en het eerste antwoord dat in me op kwam is, dat het spoor mij aan zelfmoord doet denken en het lijkt alsof mijn stad van het gevoel hierdoor nu gemarkeerd is. De  stad is al vanaf mijn jeugd in mijn droomleven, een symbool van mijn gevoelsleven. Ik dacht: mijn acute verdriet is wat ondergronds gegaan, maar doorsnijdt mijn stad wél.

Vervolgens, al typend, bedenk ik me dat ik voor het slapen gaan ineens op YouTube bij filmpjes kwam van een piano bij een station. In mijn echte stad staat er op het station ook één en ik ben er vaker bij stil blijven staan als er iemand speelt. Nu zag ik een peutertje dat ging dansen op de klanken van de liedjes uit Mary Poppins en een man van 81 jaar en een jongere man die aanschuift en geweldig met elkaar op die piano muziek maken. De oude man noemt iets en begint met een deuntje en de andere valt in. Even onverwacht als het begonnen is, stapt de oude man ineens op en verdwijnt de menigte in. De jonge man zegt tegen de camera: ‘En ik weet niet eens hoe hij heet!’ en hij, met zijn rugzakje om, vervolgt ook zijn weg.

En ik zag een filmpje waar een man de ondergrondse in stapt en als de metro vertrekt Somewhere over the Rainbow gaat zingen en iedereen, door de tekst uit te delen met een andere man met een petje op en een ukelele, de hele trein aan het zingen krijgt, eerst haperend, enkelen doen mee, anderen kijken de kat uit de boom: en dan zingt iedereen in harmonie uit volle borst. Wat bemoedigend en hartverwarmend, dacht ik voordat ik in slaap viel.

En gisteren fietste ik weer naar de waterplas en ga dan ook het spoor over, ik kwam aanfietsen, de belletjes tingelden, het spoor ging dicht, ik ging heel langzaam fietsen en hoefde niet af te stappen, de spoorbomen gingen alweer open. Het is nog geen minuut, dat zo’n trein voorbij raast, wat kort, dacht ik en associeer het nu aan de vluchtigheid van het leven... het is zó voorbij, en er was ook een bericht dat een man ‘zomaar’ een vrouw en een kind op een perron het spoor op had geduwd, het jongetje van acht jaar ging dood en hij kende ze helemaal niet.

Zo breit je brein dus van alles aan elkaar en maakt van alles rondom het spoor tot een knooppunt rondom dood en leven... Apart toch, zo’n brein...