donderdag 10 maart 2022

Dona Nobis Pacem

Gisteren liep ik met een handzaag tijdens de schemering het bos in. De schemering is sowieso mijn favoriete wandeltijd, ik hou van de oranje lucht tussen de steeds donker wordende stammen of de gloeiende gouden glans op het riet tussen de heide. Nu was ik op zoek naar die ene omgevallen dennenboom na de storm, wier stam gespleten was door de kracht van de natuur en inmiddels ook al in tweeën was gezaagd door Staatsbosbeheer, denk ik, om de boom van het wandelpad te kunnen slepen.

Ik wilde dat stuk afgespleten boom, ongeveer 1,5 meter van de stam afzagen en dan natuurlijk ergens in mijn tuintje leggen, ook hier blijf ik een verzamelaar van sensaties en herinneringen… Alleen al de sensatie om met een zaag het bos in te lopen, daar in het kreupelhout aan de slag te gaan, aan weerszijden eerst een inkeping en zo van twee kanten naar het midden zagen, heb ik ooit geleerd op een cursus ‘Vrouw en techniek.’ En toen was er een stuk schors dat uitstak en dat ik kon vastpakken, om zo de ongeveer halve boomstam naar huis te kunnen slepen. Daar ligt het nu dan, aan een zijkant en over een heel aantal jaren kan ik bedenken, dat het mij dan niet meer lukt om zoiets te doen…

Ik begin ook een beetje te dromen over het einde van de oorlog door berichten waarin Poetin schijnt te zeggen zijn oorspronkelijke doel, inname van Oekraïne op te willen geven, Zelensky zegt dat een neutrale status van Oekraïne bespreekbaar is, omdat hij koeler is geworden over het Westen, nu die geen No-Fly zone geeft, evenals het geven van stukken grensgebied, mits alle Oekraïners die dat willen wel naar Oekraïne kunnen komen. Dat er zeer strenge winterse temperaturen komen van min 10 graden, wat in een Russische tank als min 20 graden voelt en adem binnen bevriest, terwijl de drie miljoen Oekraïners het in de stad Kiev wél kunnen uithouden, wellicht. Juist dat beide zeggen geen verwachtingen te hebben van vredesbesprekingen, maar wel nu een minister uitvaardigen, zou ik wel vinden passen in een soort van blufspel. Ook het gegeven dat Oekraïners en Russen in feite broedervolkeren van elkaar zijn en ieder wel ergens in de familie ook de andere in zich herbergt, lijkt mij van meer waarde en betekenis te kunnen zijn dan Rutte, die in een videoboodschap aan het Oekraïense volk meldt, dat zij familie van ons, het Westen, zijn.

Maar wellicht is dit allemaal ijdele hoop… Alleen de alom bekende tijd zal het leren… Áls er spoedig een einde aan de oorlog zou komen, dan zou die oorlog ook een katalysator kunnen zijn voor het ook echt wel decadente westen, om te kijken wat nu echt van waarde is. De recht-door-zee-houding van het Oekraïense volk met een president die in een legerkleurig t-shirt zelfs in staat is om nog iets van een grapje te maken in wanhopige tijden (parafraserend: ‘Over de maandag zeggen ze dat het de minst leuke dag van de week is, voor ons is het nu alle dagen maandag’) en ook in het Russisch, de Russen toespreekt: ‘Jullie hebben al iets van vrijheid en welvaart kunnen meemaken, willen jullie dat écht opgeven?’ zou een voorbeeld kunnen zijn. En de onechtheid van Poetin aan een tafel vol bloemen en opgemaakte stewardessen in techni-colour, hoe het niet moet en een spiegel hoe het westen zich opsmukt met luxe, mooie praatjes, succesverhalen van welvaart, rationalisaties om onrechtvaardigheid goed te praten, terwijl er dus ook hier een zeer grote groep mensen is, die onder bestaansmogelijkheden kukelt en met alle praatjes over medemenselijkheid het toch zo is dat het Westen welvaart en vaccins tegen een pandemie voor zichzelf wil houden.

Ik zie mezelf terug in die groepen in Italië rondom het Rietidal in Umbrië, langs kluizenarijen die Franciscus van Assisi daar stichtte. We zongen bijna dagelijks het Taizé-lied ‘Dona Nobis Pacem': 'Geef ons vrede'. In een kring op stille pleintjes in Assisi, in de tuin van een kluizenarij, als begin van de wandeldag of op het einde voordat we elkaar een goede nacht wensten. Nu neurie ik het hier alleen, in de bossen.