woensdag 16 maart 2022

Saharazand

Wat een vreemd, vreemd licht gaf dat door alle ramen van het boshuisje: dat Saharazand, oranje-bruinachtig en de kale bomen lieten in die waas veel beter al die kleine twijgen en takjes zien. Ik dacht aan het licht bij die gedeeltelijke zonsverduistering al veel meer dan twintig jaar geleden, moet dat zijn geweest, we zaten in onze achtertuin met een vriendin en prikten in een gebakje op het hoogtepunt, het donkerste moment op die dag. De vogels leken even te stoppen met fluiten en toen begonnen ze weer. Hier waren de vogels ook niet te horen. Een dikke merel hupte moederziel  alleen, wat verdwaasd, in het gras.

Het is als een tijd tussen alles in, ook een beetje dreigend en somber, als het vagevuur. Niet meer in de levende wereld, op weg tussen de hel en de hemel, ‘een sinister sfeertje’ zegt de weerman in het NOS-journaal. Zoals deze tijd dus, waar Zelensky het congres in Amerika toesprak en net als gisteren bij de Canadezen een staande ovatie kreeg. Ik vermoed dat zijn vrouw, die scenarioschrijfster is, meeschrijft aan zijn toespraken. Hij refereert aan de Twin Towers, aan Shakespeare, aan ‘I have a dream’ van Martin Luther King en zegt: I have a need. Hij richt zich rechtstreeks naar het geweten en het hart, en hij richt zich ook naar Russische burgers in korte filmpjes waarvan bekend is dat deze het Russische internet bereiken. Je zou denken dat hij de informatie-oorlog gewonnen heeft, hij heerst, Poetin is een paria geworden en van het wereldtoneel verdreven.

Mijn dag begon met het bericht dat het voor S. nog erger was geweest dan ik zat te bedenken, S. die voor het laatste wakker werd op haar plek in het bos om half acht van graafmachines die de dikke coniferen al aan het losscheuren waren. In haar nachtjapon vroeg ze of ze nog kon douchen. En dat terwijl ze nog van plan was om die ochtend de plek nog een beetje schoon achter te laten, dat leek haar wel zo netjes, al had E. een buurvrouw hierachter en die dit mij vertelde, al gezegd dat dit écht niet nodig was. Ze had dus haar vege lijf nog kunnen redden door op het einde bij haar koffie te drinken en  het was dus ook niet meer nodig om de laatste dingen samen naar de vuilnisbelt te brengen, zoals het plan was. 

Zó kan dat gaan, je wilt je menselijke wereld goed achterlaten, maar voor de ander is het al vuilnis geworden, niks meer waard.  Het was een foutje, had ze later gehoord, en als bewijs had F. haar het app-verkeer laten zien: dat hij écht gemeld had, dat ze pas na 1 uur mochten beginnen. Daar heb je wat aan, op je laatste ochtend. S. was zo boos geweest, van een rustig afscheid was dus niks gekomen.

En vandaag bestaat de oorlog  niet in Nederland, het is namelijk Stemdag. En ik heb voor het eerst niet gestemd en vind dat nu even helemaal geen punt. Hoe de werkelijkheid je steeds opnieuw zand in de ogen strooit. Hoe je aandacht gekneed en gedraaid wordt. Voor mij is dit een onwerkelijk licht, deze nieuwsgaring, waarin ik het vandaag spannend zou moeten vinden, wie nu landelijk de grootste partij wordt.  Maar de beelden van al dat geweld, leed en onmacht laten mij vandaag niet los en dat wil ik ook zo.