donderdag 29 november 2012

Appels op een tafelsprei

Gek, hoe je brein soms associeert. De woorden 'zomer' en 'blozen' kwamen voorbij en toen dacht ik aan het liedje 'Appels op een tafelsprei' van Toon Hermans. Ik dacht dat hij zong: blozende appels op een tafelsprei. Maar het woord blozen komt in het hele liedje niet voor! Die heb ik er dus in verzonnen.  'Zomer' ja, en 'appels', dat gaat wel samen: een geurende boomgaard, een picknick, appels op een tafelsprei, dat zijn van die hartveroverende beelden op een koude novemberdag. Of als je ziek in bed ligt en je zit te wachten tot er weer een beetje kracht in lijf en leden wil komen.

Ik zie ze voor me: van die sterappeltjes die je met je mouw oppoetst tot ze gaan glimmen en het rood lijkt te gaan blozen, een blozend appeltje.Die zomersfeer past bij het liedje, maar past 'blozen' daarbij? Het is een teer en teder liedje vind ik. Vooral als Toon Hermans zelf het op oudere leeftijd zingt. Op YouTube is een versie van Mathilde Santing: dan wordt het meer een liefdesliedje: mijn liefdesliedje is gemaakt van... Ik herinner me een versie van Paul de Leeuw en daar klonk weer meer een eerbetoon aan Toon Hermans zelf in door: vier maten glimlach, vier maten droef, vier maten sofa, vier maten poef... 

Het is een liedje dat in ieder geval over zachtheid en tederheid gaat, vind ik en over de verschillende soorten landschappen en bewegingen in je: vier maten heide, vier maten kust, vier maten forte, vier maten rust... En dan, ja dan, gaat het wellicht ook over 'blozen', het soort blozen waarin je het niet meer erg vindt om betrapt te worden dat je bloost: acht maten liefste, vergeef het me nou, dat is mijn liedje voor jou.

Toon Hermans deed dat toch erg goed: die mengeling van allerlei verschillende emoties, die verstrengeling van vier maten blij zijn, vier maten rouw... het leven in alle verscheidenheid en toch ook in alle concrete eenvoud: zoals appels op een tafelsprei.