zaterdag 17 november 2012

Aqua alta

In de krant foto's van Venetië, waar de lagune weer buiten de oevers in getreden. Op het San Marcoplein zitten 4 toeristen op terrasstoelen in zwempak, lachend. Een jogger, die gewoon doortraint terwijl het water langs zijn gymschoenen en trainingspak spettert. Mensen in een bar met kaplaarsen aan, gewoon bezig met hun dagelijkse vers croissantje en een capucinno of een grappa,  zo stel ik me voor. Een ouderpaar heeft vuilniszakken tot boven de knieën aangebonden en draagt een kind half op de schouders door de straten heen.

Ik zou daar wel bij willen zijn. Ik zou Venetië wel eens mee willen maken, als het water door de straten stroomt. Water dat je niet zomaar kunt controleren, dat een eigen gang gaat, waar je rekening mee hebt te houden, zonder daar werkelijk wat aan te kunnen doen. Het is het soort exercitie die wel goed voor je is, vind ik: soms werkelijk niet weten hoe iets haar loop neemt, het maar doen met de omstandigheden zoals ze zich aan je voordoen. Venetië is de stad van mijn brein, en zoals de stad er nu aan toe is uniek.  Waar vind je dat: inwoners die eraan gewend zijn dat dit jaarlijks zo gebeurt en dus gewend zij  om maar gewoon door te leven, als het aqua alta is?

Daarom is de foto van die lachende touristen op dat San Marcoplein ergens pijnlijk ongepast. Zij leven er niet, ze maken er een lolletje van, niemand zit anders in badpak op het San Marcoplein en zij nemen die vrijheid, terwijl de Venetiaan zo goed en zo kwaad als het kan de eigen weg door de stad blijft banen. Zoals ze dat hartje zomer ook moeten, als het krioelt van de toeristen op het plein.

Ken je plaats! Dat roept het bij me op. Een aloude wijsheid die eigenlijk zegt: Doe het juiste, op het juiste moment. Dat kan pas in alle rust als je ook  ergens vaste grond onder je voeten voelt. Zoals de Venetiaan vertrouwt op de bruggetjes en de stegen, op de kade en de stenen op de pleinen: ze zijn er nog, al staan ze onder water. Gewoon doorwaden en vertrouwen dat je er toch wel komt.

Het doet me denken aan het motto, zoals die in de eerste brief van Petrus staat in het Nieuwe Testament en die door Franciscus van Assisi is overgenomen als motto van het leven: 'Wees als pelgrims en vreemdelingen': Als je dat bent met zijn elkaar, dan geef je alle macht op en kun je elkaar zoiets wensen als 'Vrede en alle goeds'.  Maar samen zwerven is alleen maar mogelijk met vaste grond onder je voeten en het vertrouwen dat de aarde je draagt en dat je elkaar wil dragen bij hoog water.