woensdag 28 november 2012

Beversporen

Er is een verhaaltje dat helpt om te begrijpen wat je kunt hebben met het christelijk geloof, met geloven in God in het algemeen. Jezus wordt wel de zoon van God genoemd en God wordt dan als een vader voorgesteld: Nou ja, daar kunnen weinig weldenkende mensen tegenwoordig nog wat mee. Dus het verhaaltje gaat als volgt: 'Jezus zei tegen me: wees niet bang ik loop altijd bij je, je bent nooit alleen, wij zijn altijd samen. Maar we liepen op het strand en ik keek achterom en ik zag maar één spoor van voetstappen, hoe kan dat nou? En toen zei Jezus tegen me: Ik heb je die hele weg gedragen.'

Hierbij verspringt het geloven in een hogere macht, een vader, een god enzovoort, die je zou leiden en die dingen voor je bepaalt in de ervaring van je gedragen voelen en weten. De sporen die je ziet zijn niet altijd de sporen van de werkeljke voetstappen die je zet: Of eigenlijk:  Dat wat je zelf doet, de werkelijkheid zoals je die ziet kan een heel andere laag in zich bevatten, de oppervlakte kan een onverwachte diepte hebben.

Dat ervoer ik tijdens een wandeling met vriend E. in een modderig bos. De weg leek breed en vol blad, ik stapte erin en toen zakte ik weg, tot bijna mijn knieeën in de modder. En ik denk aan dat jongetje in The Shining van Stanley Kubrick: Hij verstopt zich in een besneeuwd labyrinth voor zijn vader die hem achterna rent met een bijl, hij ziet dat zijn voetstappen in de sneeuw hem verraden, dus hij stapt in zijn eigen voetstappen terug en laat zich dan in een zijkant vallen. Op symbolisch niveau bevat dat wel een diepe waarheid, vind ik: Soms moet je letterlijk je eigen weg terug gaan in je verleden en als je dat gedaan hebt je daarna laten vallen in het onbekende, om je te verlossen van iets wat niet goed was.

Gisteren heb ik de hele dag doorgebracht in de Gelderse Poort, rondom Kekerdom, met L. We waren op zoek naar bevers. Ik had in de krant gelezen dat die daar te vinden zijn. Dan moet je zoeken naar sporen van aangeknaagte bomen, want van bomen maken ze hun huizen en dammen, en het moet er ook een beetje moerassig zijn. We kwamen twee boswachters tegen van Staatsbosbeheer. Of ze nog tips hadden waar de bevers zijn. 'Nou dan moet je kijken naar kleine golfjes in het zand', zei de ene. 'Want de voetstappen van de bever, die veegt ie zelf weer weg, met zijn platte staart.'

Dat is ook een mooi beeld:  Om een beetje als een bever te zijn : je beweegt je voort, je zet je afdrukken in de wereld en dan wis je ze ook weer weg zodat er kleine golfjes overblijven. Daar laat je je dan op dragen en het zijn de sporen waarmee anderen je kunnen vinden, terwijl je verder bouwt aan dammen, beschutte plekken, een onderkomen.