woensdag 20 januari 2016

Afscheid van een halve boom

Het was de eerste boom die ik geplant heb in mijn tuin. Ik heb het vervoerd op mijn fiets. De boom op de bagagedrager, met een hand vasthoudend, de andere hand aan het stuur. Het was een conifeer, pal op de hoek van de tuin. Als uiterste grenspaal in de toen geheel kale tuin.

De vorige huurders hielden in de tuin een kennel voor grote Deense doggen. Er zitten nog steeds krassen boven de deurklinkers op de deuren binnen.  Tegen het ene muurtje van de schuur zijn nog zwarte verfstrepen: de hoogte van de gazen kooi, die er ooit stond. Het was een beetje een akelige plek toen. Felle lampen, die grote buitenren op de hoek, voor de honden, het hok.

In de helemaal kale tuin, plante ik dat boompje, dus, een conifeer.Meer dan 25 jaar geleden. Dat boompje groeide uit. Er was een periode dat die leek op de  Italiaanse bomen in Toscane, als een cipres. Een slanke donkergroen silhouet. De tuin zelf begon groener en groener te worden. Tot het oerwoud dat het nu is. Het klimopplantje van f 3,50, dat bedrag is om de een of andere reden ,blijven hangen, hing toen aan mijn fietsstuur, tegelijk met de conifeer achterop.

Die klimop is een groen eiland op de schuur geworden, al talloze malen door mij gesnoeid. Maar die boom groeide boven mijn macht. De stam werd dikker en dikker en bij het groen kon ik niet meer. Als ik uit de verte aan kwam fietsen, torende het hoog boven de daken. Ondertussen groeide ook het boompje bij de buren, een plataan, tot drie bomen die met hun takken tot in mijn tuin reikten.

Buurman wilde daar niks aan doen en hij wilde ook van de mussenkolonie af en het lag aan mij dat het tussenpad zo bobbelde. Burenruzie, heet dat dus. De mussenkolonie mocht blijven en het bleek aan hem te liggen dat het tussenpad zo bobbelde, door de wortels van de plataan. Dus zijn bomen moesten eruit en aan mij werd gevraagd of ze dan ook tegelijk mijn boom mee konden nemen. Nou, de bovenkant wel, maar de onderkant is deel van de natuurlijke schutting geworden. Fijn, dat kon blijven.

En nu heb ik weer licht in de tuin! En de ruimte van de hemel rondom. Ik kan bij mijn bamboe-bosje weer denken aan wat gras. En misschien wat grote zonnebloemen. In al wat er is, weer een beetje opnieuw beginnen. Dat is altijd de opdracht.